Alles per schip: mensen, spullen, nieuws

Het schip vervult in de 17de eeuw de rol van tanker, trein en vliegtuig. In de Republiek zijn scheepswerven de grootste en meest geavanceerde fabrieken van hun tijd.

Duizenden schepen gaan ter haringvangst. De graan-, hout- en ijzerhandel op de Oostzee is lang de kurk waar de Nederlandse economie op drijft. Honderden schepen, efficiënte ‘vrachtwagens’ met weinig personeel, varen jaarlijks heen en weer. Ook in Nederland zelf gaat veel per schip: turf en groenten naar de stad of mensen die, met de reisplanner in de hand, per trekschuit en beurtschip naar stad en dorp varen.

De scheepvaart, eerst beperkt tot Noordwest-Europa, breidt zich omstreeks 1600 razendsnel uit over de hele wereld. Iedereen pikt een graantje mee in handel en scheepvaart: de grens tussen eigenbelang en corruptie is plooibaar.

Postkoetsen, maar vooral schepen, zorgen ervoor dat Nederland een knooppunt wordt van het wereldnieuws. De informatiestroom wordt verwerkt in kranten, prijslijsten en beursberichten, zeekaarten en gidsen. Postmeesters en uitgevers zijn de managers van deze informatiemaatschappij.

Een trotse scheepsbouwer

1682

Hoewel Edam in de 16de eeuw haar functie als belangrijke havenstad verloor, bleef ze daarna een belangrijke speler in de scheepsbouw. Hier staan alle schepen afgebeeld die de Edamse scheepsbouwer Jacob Mathijsz. Oosterlingh in zijn carrière heeft geproduceerd. Naast enkele grote spiegelschepen links achterin gaat de aandacht vooral uit naar de schepen rechts achterin en de schepen vooraan. Dit zijn fluiten, die dankzij hun grote laadruim tot de belangrijkste scheepstypen van de Republiek hoorden. Fluiten waren vooral te vinden in de vaart op Rusland en Scandinavië en werden gebruikt voor het transport van graan en hout.
 

Oliën en vetten

1703

Ouderen herinneren zich het slikken van walvistraan om de winter gezond door te komen. Een gewoonte die in de 17de eeuw in zwang kwam. De walvis leverde grote hoeveelheden olie en vet: voor olielampen, kaarsen of het smeren van leer en wol. Bijna alles werd gebruikt: van de botten mesheften, lijsten voor schilderijen en met de baleinen hoepelrokken om ze in model te houden. Dit is de walvisvloot van de Amsterdamse reder Gerrit Doornekroon. Elke zomer verzamelden walvisvaarders zich bij het eiland Amsterdam, in de eilandengroep Spitsbergen.
 

Nachtvervoer te water

1759

In de 17de eeuw had de Republiek al een goed functionerend openbaar vervoerstelsel. Zelfs ’s nachts voeren trekschuiten van de ene naar de andere stad. De Amerikaanse tekenaar John Greenwood heeft zo’n nachtelijke tocht tussen Utrecht en Amsterdam getekend. Veel passagiers maken van de tocht gebruik om een dutje te doen. Links in de hoek zien we echter een actief verliefd stel.

 
 

Tags

Reageren