Annie van Gemert vertelt

Op de 178e bijeenkomst van de Fotografenavond in café Kalkhoven was Annie van Gemert te gast. Ze was overgekomen helemaal uit Nijmegen. “Maar ik verblijf nu even in Alkmaar, bij vrienden”, vertelde ze.

Annie van Gemert is een van de opvallendste fotografen van de laatste tijd. Er verschenen verschillende fotoboeken van haar hand over allerlei onderwerpen. In het laatste boek, Sporen van een afgeschermde wereld, dat over de Psychiatrische kliniek Voorburg (bij Vught) gaat, schreef ze ook een aantal teksten.

Sfeer van leegte en verveling

Ze was er al jong gaan werken toen ze 17 was. Het maakte een overweldigende indruk, het enorme gebouw, het grote aantal patiënten dat er rondliep, 1000 maar liefst, en de beklemmende atmosfeer. De mannen en vrouwen waren gescheiden. In de linkerhelft van het gebouw zaten de vrouwen, rechts de mannen. In het gebouw waren ook twee kloosters opgenomen: een mannenklooster en een zusterklooster.

Ze kwam in Voorburg te werken in het kader van een stage. Ze deed de opleiding Verpleegkunde-Z bij het INAS. Er was een hele groep stagiairs. Ze waren ondergebracht in een ‘verpleegstersflat’. Annie: “We hadden veel aan elkaar als stagiairs, we gaven elkaar steun als het nodig was.”

Ze beschrijft wat ze er aantrof: "Allemaal lange gangen, hoge plafonds. Veel mensen in bepaalde ruimtes zoals de ‘huiskamer’. Ik kwam op afdeling 8B, op de eerste verdieping, en werkte met 30 zwakzinnige mannen, van 22 tot 70 jaar oud. Diepgestoord, sommigen idioot. Ze waren in zichzelf gekeerd of onrustig. Er hing een sfeer van leegte en verveling. Een man zat in zijn eigen kamer, de ene keer vastgebonden aan zijn bed, de andere keer aan zijn stoel. De mannen waren heel passief, gedroegen zich ‘gehospitaliseerd’ zoals dat heet. Ze waren volkomen vastgeroest. Maar ze voelden zich veilig binnen de muren.”

De Zweedse band

Ze werkte in de keuken. In de pauze kwam ze met de koffiekar de huiskamer in. “De mannen stormden erop af.” Een uurtje of wat daarna moest ze het middageten naar de tafels brengen. “Tijdens het opscheppen pakten ze  elkaars eten van de borden af.” Een man kwam af en toe bij haar in de keuken. “Waarom wist ik aanvankelijk niet, maar hij vroeg me of hij de hele koffiekan kon leegdrinken, en als dat niet kon, de hele koffiemelkfles.”

Wat haar raakte was de kinderlijkheid van de mannen. “Ze hadden ieder een eigen lichaamstaal. Dat vond ik heel interessant.” Vervolgens ging ze naar de vrouwenafdeling. Daar had ze 150-200 vrouwen onder haar hoede. Ze had daar ook nachtdienst. “Soms krijste een vrouw in een slaapzaal. Je hoorde het door de gang en de belendende zalen. De verplegers snelden toe om haar naar de isoleercel te brengen. Daar werd ze vastgebonden met de Zweedse band. Het bonken en krijsen ging nog urenlang door en hield iedereen wakker.”

Zwakzinnigen en psychiatrische patiënten zaten door elkaar heen. Annie: “Pas later zag men het verschil tussen psychiatrie en zwakzinnigenzorg.”

De koffiemelkfles

Aloys: "Een letterlijk krankzinnige situatie. Was het überhaupt de bedoeling om mensen beter te maken?" Annie: "Jazeker, Maar de meesten waren te ver heen, en sommigen kwamen na een tijdje toch weer terug.” Aloys: "En de anti-psychiatriebeweging, merkte je daar niets van?" Annie: “Toch wel, er waren toen al plannen om het gebouw af te breken en het systeem te veranderen.” De ober van café Kalkhoven komt langs met een dienblad en zegt ”Ik hoor dat jullie het over Psychiatrisch Ziekenhuis Voorburg hebben. Ik heb er 100 meter vandaan gewoond. Iedere week sprong er wel iemand voor de trein.”

Annie zakte echter voor haar theorie-examen. Ze liet het er niet bij zitten, en probeerde het nog een keer. Weer zakte ze. Toen ze vertrok, in 1977, kreeg ze van een van de patiënten een afscheidsbriefje. Het was de man die af en toe de keuken insloop. “Hij vroeg of hij ter gelegenheid van mijn vertrek de koffiekan, de koffiemelkfles of de limonadefles helemaal leeg mocht zuipen.” Terugkijkend constateert ze dat ze als heel jonge mensen een te grote verantwoordelijkheid droegen. “Sinds ik daar gewerkt heb, kijk ik nergens meer van op.”

Beklemmende sfeer

Daarna ging ze naar een andere opleiding, een soort sociale academie waar ze niet lang bleef. Vervolgens naar de kunstacademie St. Joost. Daar bleef ze evenmin lang, ze stapte over naar een Kunstacademie die beter bij haar paste: de AKI in Enschede. Ze had zich aangemeld bij de afdeling Monumentaal, begon bij Schilderen / Grafisch en ontdekte op gegeven moment de fotografie. Daar bleek ze veel beter in te zijn dan in schilderen en grafiek.

Op een fietsvakantie na de AKI-periode begon ze oog te krijgen voor architectuur, met name de vergane glorie van de Franse plaatsjes. Daarbij ging het niet zozeer om het technisch perfect vastleggen, maar om het verhaal dat met het plaatje verbonden was. En in volgende jaren bleek ze vooral gefascineerd van  kloosters, kostscholen, kazernes. Annie: “Instituten die bij een bepaalde tijd hoorden en die allemaal een soort beklemming en een hiërarchisch systeem gemeen hadden.”

Een duif

In 1989 had ze een reünie van de Z-opleiding van haar oude groep uit 1976. Ze hoorde dat het gebouw inmiddels leeg stond en besloot naar Voorburg terug te gaan.  Daar kreeg ze de sleutel om zich in de kolossale ruimtes te bewegen. Zes dagen lang liep ze rond met haar Pentax 6/7 camera. “De mannenkant was helemaal ‘verbladderd’, de vrouwenkant zag er wat beter uit.” Achter een deur hoorde ze in een kamer geritsel. Ze schrok zich wezenloos. Het bleek een duif te zijn. Alles legde ze vast in zwart/wit. “Zwart/wit is grafisch en tijdloos. Er was ook weinig kleur daar. Het paste het beste bij het onderwerp.”

In 1991 had ze een tentoonstelling in de nieuwbouw van Voorburg. Maar verder deed ze er niets meer mee. Tot anderhalf jaar geleden. Toen ging ze weer eens door de negatieven. Ze scande er 50, en uiteindelijk bleven er 40 over. En daarvan maakte ze het boek. Ter gelegenheid daarvan interviewde ze een aantal mensen die toentertijd ook op Voorburg werkten, onder andere Marcel Musters, nu een bekende acteur. Ze realiseerde het boek door een zelf opgezette crowdfundingactie, met als component voorintekening door onder meer het huidige Voorburg. Een recensent schreef over het boek: “Je kunt aan de foto’s zien dat de maker er heeft gewerkt.”

De sfeer zat er in

100 jaar was het in gebruik geweest, om precies te zijn van 1885 tot 1985. Ervoor in de plaats kwam een nieuw systeem. De zwakzinnigen en de psychiatrische patiënten werden uit elkaar gehaald. Mannen werden niet meer gescheiden van vrouwen. Sommigen werden ondergebracht in groepsverband in omringende dorpen, anderen mochten terug de maatschappij in en de echte zwakzinnigen gingen naar Reinier van Arkel, een gespecialiseerd instituut.

Begin van deze eeuw kwam Annie een van haar docenten van de AKI tegen, de kunstenaar Ad Gerritsen. Dat was ter gelegenheid van de opening van een expositie in Arnhem. ‘Heel interessant , die psychiatrische serie van jou’, zei Gerritsen toen, ‘de sfeer zat er helemaal in.’

Annie is heel lang analoog blijven fotograferen, pas recent is ze overgegaan naar digitaal. En wat zijn haar plannen? “Ik ga het boerenleven vastleggen.”

Annie van Gemert, Sporen van een afgeschermde wereld, ISBN 978-90-806958-7-0 

Foto 1: Kees Boelhouwer, foto 2: Kees Funke Küpper, foto 3 en 4: Michiel Wijnbergh

Tags

Reageren