De Betoverde Wereld – 5

Ingmar Bergman was in zijn jeugd in de ban van de Toverlantaarn en werd filmer. Als er een kunstvorm betoverend is, is het wel de film. In 1912 ging in Berlijn Filmzauber in première en in 2014 was Woody Allen in topvorm met Magic in the Moonlight. In het Amsterdamse stadsdeel IJburg noemde een school zich Laterna Magica, naar het boek van Bergman. Het wil de school van de toekomst zijn.   

Een jaar of tien geleden ging Hans Beerekamp in de NRC in op het thema film en betovering. Dit naar aanleiding van lezersvragen. Beerekamp is ex filmredacteur en nu tv-recensent van deze krant.

Filmmaker Veysi Yildirim stelde de volgende vraag:

'Graag zou ik u vragen over filmmagie willen stellen, maar laat ik eerst vertellen wat ik daar zelf onder versta, omdat ik denk dat het voor mensen verschillende betekenissen kan hebben. Voor mij is de magie het volgen van het verhaal zonder bewust te zijn van cameravoering, montage, muziek, het acteerspel etc. Ik word in de wereld van het verhaal en personages getrokken, ik geloof erin. De magie was voor mij de reden waarom ik films wilde gaan maken, maar sinds ik besloot dat te doen, verdween de magie. Hoe hard ik probeer zo onbevangen mogelijk te kijken naar films, ik neem nog steeds waar hoe het verhaal verteld wordt met het beeld, de montage, etc.

Ik dacht dat vrijwel alle mensen die zich vakmatig met de film bezighouden, de film niet meer als magisch konden ervaren. Maar sinds ik het interviewboek van Truffaut en Hitchkock las waarin Truffaut vertelde dat het hem steeds niet lukte STRANGERS ON A TRAIN ( of THE LADY VANISHES?) te analyseren omdat hij iedere keer meegesleept werd door het verhaal, vroeg ik me het volgende af: zijn er nog andere regisseurs die het geluk hebben de magie van de film te ervaren? Zoja, hoe is dat hun gelukt? Lukt het u ook? Wat verstaat uzelf onder de magie? Ervaren volwassenen in het algemeen de film nog magisch of is dat iets voor kinderen?'

De reactie van Hans Beerekamp:

'In zijn autobiografie LATERNA MAGICA beschrijft Ingmar Bergman hoe hij als kind al betoverd werd door voorstellingen van een toverlantaarn, en hoe hij die magie later terugvond in zowel het theater als de filmstudio. Over het algemeen denk ik echter dat het waar is dat filmmakers minder betoverd worden door de hypnotische werking van de projectie van bewegende beelden in een donkere zaal dan een onbedorven kijker.

Je zou kunnen zeggen dat de filmkijker een andere wereld wordt binnengezogen, en zich niet meer realiseert hoe die wereld langs kunstmatige weg geconstrueerd is. De Nederlandse Bioscoopbond maakte een aantal jaren geleden collectieve propaganda met de slogan: ‘In de bioscoop vergeet je dat het film is’, maar die leuze was omstreden onder veel cinefielen, die juist meenden dat het bewustzijn dat ze naar een film zaten te kijken een belangrijk deel van de verrukking uitmaakte.

Misschien zijn alleen kinderen in staat om te geloven dat de geprojecteerde werkelijkheid gelijk is aan de eigen realiteit. ‘Suspension of disbelief’ is de term waar dit debat vaak aan wordt opgehangen. Je moet in ieder geval geen last hebben van details die er te expliciet op wijzen dat de filmrealiteit niet klopt, ook al kan een kijker wel degelijk meegaan in een niet-bestaande, totaal artificiële werkelijkheid, mits die intern consistent is.'

In trance

'Ik denk dat de meeste volwassen filmkijkers niet op zoek zijn naar een evenwaardige realiteit, maar naar een geprojecteerd model, een voorbeeld of een droom. Of je dit magisch zou moeten noemen, weet ik niet. Is gewoon dromen ook een vorm van toverij of een localiseerbare en manipuleerbare hersenactiviteit? Film als projectiemodel is naar mijn idee wel verwant aan religieuze behoeften.

Ik ben ervan overtuigd dat in de twintigste eeuw, toen de christelijke religie haar greep op de westerse wereld begon te verliezen, de bioscoopdroom voor een deel de sacrale behoefte heeft overgenomen. Heiligen werden idolen, iconen werden filmsterrenplaatjes, maar beide vervulden de functie om vooral jonge vrouwen en meisjes in trance te brengen, en de deelnemer aan het sacrale ritueel een vorm van verlossing te bieden, een blik op de onsterfelijkheid.

De laatste jaren zien we dat mensen weer meer gaan kijken naar beelden die kleiner zijn dan zijzelf: televisie en dvd. Zelfs het grootste plasmabreedbeeldscherm is altijd kleiner dan een minimaal bioscoopdoek. Zou de traditionele religie daarom een revival doormaken?

Persoonlijk denk ik dat magie met almachtsfantasieën te maken heeft, met heimelijke wensen en verlangens van de kijker. Toveren doet een filmmaker vooral in de montage, die konijnen, feeën en mensen zomaar kan laten verschijnen en verdwijnen.' 

Tags

Reageren