Desiderius Erasmus

Een rasechte Rotterdammer die het schopte tot leidend denker van Europa: Erasmus wist het ver te brengen. Hij stond in contact met alle grote denkers van zijn tijd en samen met hen streefde hij er naar de kerk te hervormen. Tot Maarten Luther roet in het eten gooide.

Erasmus werd geboren in Rotterdam, het onwettige kind van een priester en zijn huishoudster. Het geboortejaar is onzeker, en varieert van 1466 tot 1469. Zijn schimmige geboorte zou een punt van schaamte blijven voor de humanist gedurende zijn hele leven. Als onwettig kind van een priester was Erasmus min of meer voorbestemd als geestelijke in te treden. Als jongeman kreeg hij een opleiding in de parochieschool te Gouda, kreeg muziekles in Utrecht en trok vervolgens door naar de uitstekende Latijnse School in Deventer, waar hij naast Latijn ook Oud-Grieks leerde lezen en schrijven.

Klagende student

In 1487 deed Erasmus zijn intrede in het Klooster te Stein in Gouda, in 1492 volgde zijn inwijding tot priester. Het was niet het leven waar hij op gehoopt had, maar het priesterleven had één aantrekkelijk voordeel voor Erasmus. Hij kreeg namelijk toestemming om verder te gaan met zijn studie in Parijs. Hier volgde hij lessen theologie. Erasmus vond de opleiding veel te streng en rigoreus, maar kreeg wel de kans om in contact te komen met humanistische geleerden zoals Robert Gaguin. Na een tijd hier gestudeerd te hebben, trok hij door naar Engeland, waar hij onder andere Thomas More leerde kennen. De twee konden het goed met elkaar vinden en zouden de rest van hun leven zeer goede vrienden blijven.

Erasmus de schrijver

Na een half jaar aan de overkant van het kanaal keerde Erasmus in 1500 terug naar Parijs waar hij zijn eerste boek publiceerde: Adagia, een verzameling klassieke gezegden. Het bleek een hit en zorgde ervoor dat zijn naamsbekendheid groeide. De theoloog Adriaan Boeyens bood hem in 1502 een positie aan de universiteit van Leuven aan, die Erasmus weigerde. Hij had liever een onafhankelijk bestaan als schijver. Vier jaar later trok de humanist naar Italië om daar de kunst en cultuur op te snuiven en zijn studies verder voort te zetten. Via brieven hield hij contact met zijn inmiddels uitgebreide Europese netwerk.

Erasmus was geen man om lang op een zelfde plaats te blijven. Op uitnodiging van Thomas More trok hij na een paar jaar Italië weer terug naar Engeland. Op zijn doortocht schreef hij Het Lof der Zotheid, opgedragen aan zijn vriend More en gepubliceerd in Parijs in 1511. Het Lof der Zotheid, oorspronkelijk in het Latijn gescheven, neemt de laat-middeleeuwse wereld op de hak en staat vol venijnige en humoristische kritiek op de priesters, koningen, handelaren en meer. Het werd een regelrechte bestseller die in heel Europa gelezen werd. Zelfs paus Leo X kon er om lachen.

Een nieuwe bijbel

Tussen 1512 en 1514 was Erasmus bezig aan één van zijn allerbelangrijkste projecten, de Novum Instrumentum. Een nieuwe Latijnse vertaling van het Nieuwe Testament, gebaseerd op het originele Grieks dat ernaast afgedrukt werd. Een nieuwe vertaling lijkt misschien niet heel bijzonder, maar het was een monumentale onderneming. Priesters gebruikten namelijk nog steeds het Vulgaat, de Latijnse vertaling van de Bijbel uit de late Oudheid. Die stond vol met fouten en latere toevoegingen, maar werd toch door de kerk voorgeschreven als verplicht. Erasmus verwijderde een groot deel van die fouten en gaf daarmee priesters en geleerden een meer accurate versie van het Nieuwe Testament.

Na twee jaar van puzzelen en vertalen trok Erasmus naar Bazel, waar zijn nieuwe vertaling werd gepubliceerd bij de drukker Johan Froben, die inmiddels een goede vriend van Erasmus was geworden. In Bazel vertaalde en bewerkte hij de brieven van onder andere de kerkvader Hieronymus. Het bleef niet bij oude christelijke teksten alleen. Erasmus produceerde een hele reeks aan werken, van vertalingen van antieke auteurs en boekjes over kinderopvoeding tot morele bespiegelingen op de problemen van zijn tijd.

Uiteindelijk keerde de rusteloze Erasmus toch terug naar de Lage Landen. Karel V benoemde hem tot raadsheer. Erasmus trok rond en woonde korte tijd in onder andere Antwerpen, Leuven en Anderlecht. Dat betekende niet dat hij het wat rustiger aan ging doen: Erasmus bleef een energiek brievenschrijver met een brede kring van contacten.

Een storm over Europa

Nog geen jaar na Erasmus' aankomst in de Nederlanden nagelde Maarten Luther zijn 95 stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg en zette daarmee de Reformatie in gang. Erasmus stond eerst sympatiek tegenover Luther, maar keurde al snel diens dogmatisme af. Luther baseerde zijn eigen vertaling van de Bijbel op de tweede druk van Erasmus' Griekse tekst. Luther was daarnaast ook goed bekend met de kritische werken van Erasmus, die in heel Europa circuleerden.

Strikte katholieken gaven Erasmus dan ook de schuld van het (mede) veroorzaken van de Reformatie. Erasmus wilde geen zijde kiezen in het conflict en hoopte dat de scheuring opgelost kon worden door hervormingen en rationeel debat. Hij was een groot voorstander van tolerantie voor de verschillende opvattingen over de juiste interpretatie van het christendom. Die gematigde positie kwam hem van beide zijden op veel kritiek te staan. In plaats van rationeel debat volgden bloedige opstanden en religieus geweld door christelijk Europa. Ondanks zijn kritiek bleef Erasmus zijn leven lang katholiek. In 1521 trok hij weer terug naar Bazel, vervolgens bleef hij ook enkele jaren in Freiburg im Breisgau. Erasmus stierf in Bazel, op (vermoedelijk) 70-jarige leeftijd.

Centrale thema’s

Centrale thema’s van Erasmus waren: vriendschap, verdraagzaamheid, vrede en vrijheid van geweten. Hij voelde zich wereldburger, wilde beter onderwijs voor het volk, was wars van fundamentalisme in de godsdienst en had de tolerantie hoog in het vaandel. Hij worstelde met de houdbaarheid met zijn pacifisme. Hij omarmde het debat en beleefde dit alles met een ironische blik op de wereld. De allernieuwste uitvinding van die tijd, de boekdrukkunst, wist hij optimaal te benutten voor de verspreiding van zijn ideeën. Hij werkte heel bewust aan zijn imago. Hij bouwde een grote naam op in een netwerk van geleerden, theologen en vorsten met wie hij uitvoerig correspondeerde.

Mededenkers

De belangrijksten waren: Thomas More, Coornhert, Luther en Machiavelli, de denkers achter de omslag van Middeleeuwen naar Renaissance. Thomas More en Erasmus waren goede vrienden. Erasmus genoot enkele jaren van zijn gastvrijheid en droeg Het Lof der Zotheid aan hem op. De kritische ideeën van de humanist Coornhert – en indirect ook Willem van Oranje - betreffende de op uiterlijkheden gerichte godsdienst en tolerantie bouwen voort op Erasmus’ gedachten hierover.

Het grootste verschil tussen Luther en Erasmus was hun temperament: Erasmus stond sympathiek tegenover de ideeën van Luther, maar als vredelievende en relativerende humanist had hij bezwaren tegen de manier waarop Luther dit in praktijk bracht, te beginnen bij de actie van het vastspijkeren van 95 stellingen op de kerkdeur van Wittenberg. Zo pak je dat niet aan, vond Erasmus. In de polemiek werden de kleine verschillen tussen Erasmus en de reformatoren hoog opgestookt. Machiavelli ten slotte was een gretige lezer van de geschriften van Thomas More en Erasmus en vice versa. Erasmus geschrift De opvoeding van een christelijke Prins was beïnvloed door Machiavelli’s Il Principe, De Vorst. De passages hierin met ‘Verhandelingen over de Kunst van het Oorlogvoeren’ zijn een rechtstreekse voortzetting van de gedachten op dit punt in Het Lof der Zotheid van Erasmus en Utopia van Thomas More.

Bijnaam / pseudoniem:
Prins der humanisten
Functie / titel:
humanist, schrijver, theoloog, filosoof, priester
Geboorte- en sterfdatum:
28 oktober 1466 / 12 juli 1536
Plaats geboorte:
Rotterdam
Plaats sterven:
Basel
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Gouda, Deventer, Utrecht, Antwerpen, Leuven, Anderlech, Parijs, Bazel, Leuven, Anderlecht, Freiburg im Breisgau

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0