Eduard van Akaboa

Nederland kende vele exotische immigranten. Zo ook Eduard, afkomstig uit Angola, die een nieuw leven voor zichzelf wist op te bouwen in het Utrecht van de Gouden Eeuw.

Een dertig jaar na de dood van Stephen van der Haghen en tegen een heel andere achtergrond, woonde in de Drieharingsteeg Eduard Abrahamszoon van Akaboa, een ‘moor’ afkomstig uit Angola. De naam Akaboa (gespeld als Akaboha) komt nu nog steeds voor in Ghana en is daar een gebruikelijke naam. Het is mogelijk dat ook Eduard van Akaboa uit Ghana kwam of via Ghana naar Nederland kwam, de bronnen vermelden echter Angola als zijn plaats van herkomst.

Ver van huis

Hij is waarschijnlijk een vrijgekochte slaaf en zijn geboortedatum is onbekend. Zijn naam treffen we voor het eerst  in 1652 aan in het leerjongensboek van het Utrechtse zilversmedengilde. Hoe oud hij dan is, is niet duidelijk. Hoewel hij vermoedelijk niet de meesterproef heeft afgelegd, was hij bekwaam als wapengraveerder. In 1657 werd Eduard van Akaboa lid van de gereformeerde gemeente in Utrecht en kreeg hij toegang tot het avondmaal. Hij trouwde met Ida van Voorst, dochter van een beeldhouwer en antieksnijder. Samen woonden zij lange tijd in de Drieharingsteeg, maar of Akaboa hier zijn werkplaats had is niet duidelijk. Ook in welk huis zij woonden is niet duidelijk.

Eduard van Akaboa overleed in 1700 en liet zijn vrouw Ida en hun zoon Gerrit achter. Gerrit trouwde met Maria van Alphen. Ook zij woonden in de Drieharingsteeg. Zij kregen een zoon, Laurens, die in 1720 slaagde voor de meesterproef. Laurens trouwde met Catharina Mom, die uit een welgestelde familie kwam. Het echtpaar vernoemde hun kinderen naar de grootvader van Laurens: zij droegen de achternaam ‘van Akaboa’. Eén van deze kinderen vestigde zich later onder deze naam op de Lange Lauwerstraat elders op de route.

Functie / titel:
wapengraveur
Sekse:
Man

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 4