Sint Laurentius

Horizontal tabs

Beschrijving

Openingstijden: elke zaterdag van 1 april tot 1 september van 13:30 tot 16:30 uur. Tijdens de zomervakantie ook de woensdagmiddag (adres: Ginnekenweg 333, 4835 ND Breda).

De Sint Laurentiuskerk van ‘t Ginneken is een van de vele rijksmonumenten die Breda rijk is. Onder mijn verhaal tref je de ‘redengevende omschrijving’ aan van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Daarin wordt kortweg uitgelegd waarom dit gebouw van nationaal belang is. Uiteraard is de informatie die je daar vindt niet uitputtend, ook omdat ze nog dateert van 1984. Vandaar dat ik er hierna wat meer over vertel, want ik wil je graag overtuigen om de kerk te bezoeken.

Architectenduo

Het ontwerp van de Laurentiuskerk dateert uit de beginjaren van de vennootschap van Joseph Cuypers (1861-1949) - inderdaad, de zoon van de bouwmeester van het Rijksmuseum en het Centraal Station te Amsterdam - en Jan Stuyt (1868-1934). Hoewel ze in 1910 om nog altijd onbekende redenen zakelijk uit elkaar gingen, zijn ze hun hele leven bevriend gebleven. Hun samenwerking dateert van de jaren '90 van de negentiende eeuw, toen Joseph Cuypers op het bureau van zijn vader werkte, waar Jan Stuyt op de tekenkamer zat. Het grootste en meest prestigieuze project waar ze in die tijd aan hebben gewerkt, was de nieuwe Bavokathedraal in Haarlem, de een als architect en de ander als opzichter. Dit oeuvre heeft zo'n invloed gehad op allebei de kunstenaars dat ze de inspiratie daarvan op een opvallende manier hebben verwerkt in hun eerste kerkgebouwen. Ik heb altijd gedacht dat het er te dik op lag om te stellen dat we hier met twee vernieuwers te maken hebben die er bewust op inzette om de neogotiek achter zich te laten. Als je hun vroegste gezamenlijke ontwerpen (van na 1900) ziet, blijkt die observatie toch terecht. Hun overtuiging op dit gebied verklaart voor een deel de synergie in het gebouw in ‘t Ginneken dat ondanks de kaalslag na Vaticanum II* in de jaren zestig vol boeiende items zit.

Joseph Cuypers en Jan Stuyt, getekend door Theo Molkenboer (1898) Joseph Cuypers en Jan Stuyt, getekend door Theo Molkenboer. Ontleend aan M.A. Thompson, De nieuwe kathedrale kerk ‘St. Bavo’ te Haarlem. Bouwgeschiedenis, constructie en symboliek, Haarlem 1898.
______________________

Stedenbouwkundige symboliek

De kerk is vrijwel georiënteerd. Dat wil zeggen dat de entree in het westen ligt en het liturgische centrum - het priesterkoor met de halfronde afsluiting (apsis) - in het oosten. Het kerkgebouw staat dus op de zogenaamde ‘heilige Linie’, gericht op het heilige Land, het land waar Christus geboren was, gepreekt had, gekruisigd en herrezen was. Zeker zo belangrijk hierbij was de symboliek van de dageraad: iedere dag weer verschijnt en verrijst Christus als ‘licht der wereld’. Deze symboliek was de architecten zeer vertrouwd dankzij het boek dat de peetoom van Joseph Cuypers - J.A. Alberdingk Thijm - had geschreven over de heilige Linie (1858).* Een dergelijke oriëntatie was niet altijd mogelijk, zeker niet als de kerk moest worden ingepast in een bestaande stedenbouwkundige structuur, zoals bij ‘t Ginneken. Hier ging het met een beetje wringen, maar lukte het niet, dan werd gesproken van een symbolische oriëntatie.

De beeldengalerij in de apsis

In de apsis, de meest heilige plek van de kerk, is halverhoogte een galerij aangebracht. Hierin zijn de beelden van de twaalf apostelen geplaatst aan weerszijden van de centrale groep van Christus tussen Maria (noord) en Jozef. In de verte herinnert het aan de beeldenreeks die Pierre Cuypers senior bij de Lambertuskerk van Veghel liet aanbrengen aan de buitenkant van de westelijk gelegen toren. In beide gevallen gaat het vrijwel zeker om werk van Cuypers’ atelier in Roermond, bij allebei om iets zeldzaams, zowel qua verschijningsvorm als iconografisch. Algemeen worden de apostelen als pijlers van het geloof geassocieerd met de pijlers van het schip. Het staat wel vast dat de oude Cuypers zich voor de beelden aan de buitenkant liet inspireren door de Franse kathedralen. Hoe dat bij Joseph Cuypers en Jan Stuyt zat, wacht op verder onderzoek. Daar zou dan ook de oplossing bij betrokken kunnen worden die architect Alexander Kropholler toepaste in de Martelaren van Gorcumkerk in Watergraafsmeer.

De glazen in de lucida van de apsis

Glazen lucida Laurentiuskerk Ginneken en nieuwe Bavo (collage bvhh.nu 2016).De glazen van Pierre en Joseph Cuypers in de apsis van de Laurentiuskerk van 't Ginneken (links) en van de nieuwe Bavo te Haarlem (rechts; foto bvhh.nu 2014). De linkerafbeelding is ontleend aan Hulshof, Laurentiuskerk Ginneken, p. 24. 

__________

Achter de glazen in de lucida of de lichtbeuk van de apsis gaat een apart verhaal schuil. Ze heten ontworpen te zijn door Pierre Cuypers, de vader van Joseph, maar dat klopt waarschijnlijk niet. Aangezien ze zo sterk lijken op die van de lucida in de nieuwe Bavo te Haarlem, staat wel vast dat ook de zoon een aandeel heeft gehad. Pierre Cuypers ontwierp de figuraties, Joseph Cuypers de ornamenten. In Haarlem vervullen ze iconografisch een rol als Biblia pauperum (armenbijbel) en in die positie maken ze deel uit van de ‘catechismus van steen’. Nu gaat het in de Laurentiuskerk niet om een kopie, want de opbouw van de ramen in horizontale lagen (registers) wijkt sterk af. Waarschijnlijk is voor een andere indeling gekozen om nog beter aan te sluiten bij de middeleeuwse platenbijbel, die Joseph Cuypers net als zijn vader goed kende. In de vijftiende-eeuwse Biblia pauperum zijn bij de indeling van de pagina's onder de taferelen telkens twee vertellers of commentatoren geplaatst met een tekstband. Die zie je ook in het laagste register van de ramen in Breda (zie de afbeeldingen 6 en 7 in de galerij in de kop van dit artikel). De architect sloeg hiermee twee vliegen in één klap, want hierdoor kwam tegelijkertijd meer ruimte voor minder verzadigde kleurpartijen. En dat was een stokpaardje van Joseph Cuypers: meer licht in de kerk. In de vakliteratuur wordt wel gesuggereerd dat het ontwerp van Pierre Cuypers voor de glazen in de Haarlemse kathedraal aan Joseph was opgedrongen. Het vervolg in Breda geeft aan dat dat vrij onwaarschijnlijk is. Wel heeft Joseph in beide gevallen de wat ouderwetse figuraties door middel van eigentijdse ornamenten aan laten sluiten op de architectuur. In het boek over de nieuwe Bavo heb ik die samenhang als volgt toegelicht:

  • 'Hij [de oude Cuypers] hanteerde hiervoor een stijl, die in compactheid van figuren en achtergronden aansluit op die van de middeleeuwse glazen en net zo illustratief en onpersoonlijk was als de afbeeldingen in de Hollandse uitgave van de Biblia pauperum, die zijn zwager Thijm had bestudeerd. In een strakke lijnvoering met gestileerde koppen zonder emoties zet hij de personages in schematisch weergegeven decors. De heldere, verzadigde kleuren herinneren aan die van het hemels Jeruzalem, zoals Johannes dit beschreef in de Apocalyps. Joseph Cuypers versterkte dit effect nog eens door de stralende mozaïekachtige patronen waarmee hij de figuraties omgaf. Zoals we zullen zien week hij alleen op deze locatie – in de apsis die vanouds de hemelse stad symboliseert, bevolkt door heiligen en engelen – af van zijn visie op de lichtinval van de kerk. De symboliek bepaalde hier de uitvoering'.*

Zeker gelet op de beeldengalerij onder de lucida en de prachtige uitmonstering van de apsis voor 1963, is de kans groot dat dit hier ook het geval was. Overigens zullen we bij het volgende item zien dat er nog een andere plaats is waar het hemels Jeruzalem werd verbeeld.

Het hemels Jeruzalem in de viering

Jospeh Cuypers en Jan Stuyt, Laurentiuskerk Ginneken, hemels Jeruzalem viering. Foto Marjanne Statema 2016 Joseph Cuypers en Jan Stuyt, Het hemels Jeruzalem in de Laurentiuskerk van ‘t Ginneken. Foto Marjanne Statema 2016.

______________________

In het bijbelboek van de Apocalyps beschrijft Johannes hoe een engel hem bij de hand neemt en hem het hemels Jeruzalem laat zien, de stad van God waar de mens na zijn dood ontvangen wordt. Een vriend van de twee architecten, pater M. Nieuwbarn, zag hierin de invloed van 'de Middeleeuwers'. Hij beschreef dit in zijn boekje over kerksymboliek als volgt:

  • 'De tempel is hun geworden tot een stoffelijk beeld der bouwing van "het hemelsche Jeruzalem", uit "levensvolle steenen" opgericht. Want die hemelstad heeft, naar het boek der Openbaringen, hare vier muren, ieder met drie poorten, naar de vier windstreken der wereld gericht, om allen in haar te doen toetreden in den naam der h. Drievuldigheid. En die twaalf poorten zijn weer gegrondvest op twaalf edelsteenen: de twaalf Apostelen, op wie de Kerk rust'.*

Als je deze symboliek toepast op een kerkgebouw, dan heb je drie varianten: allereerst is ieder kerkgebouw een verkleinde, aardse kopie van het hemelse Jeruzalem. Maar in de kerk wordt dit op twee plaatsen nog eens apart uitgebeeld: vrijwel zonder uitzondering in de apsis, maar een enkele keer ook in de vieringtoren, of de -koepel. In de Catharinakerk van Den Bosch (1917-1918) vroeg Jan Stuyt de schilder Jan Oosterman zelfs een hemels Jeruzalem te schilderen in de koepel boven het schip (1918-1919).*

De schildering van de hemelse stad in de vieringtoren van de Laurentiuskerk is een vroeg, zo niet het vroegste voorbeeld van dit type. Daarna pas komt die in de nieuwe Bavo (tweede bouwfase 1902-1906), uitgevoerd in verglaasde terracotta en veel later die in de Catharinakerk (1918-1919).* In de Laurentiuskerk volgen de architecten de middeleeuwse gewoonte om de stad van God schematisch weer te geven. We zien hoe het vierkant onderverdeeld is in vier segmenten die gezamenlijk weer een achthoek vormen met in het midden in elkaar overgaande vierkanten. De achthoek is heel toepasselijk gedetailleerd als een stadsmuur onder een blauwe sterrenhemel. Bij de viermaal drie stadspoorten staan de namen van de apostelen aangegeven. De entree wordt benadrukt door palmen als symbool van het paradijs, maar ook van de rechtvaardige gelovige die hier zijn entree maakt.

Centraal wordt heel schematisch God afgebeeld. Dat hoort bij de tekst van Johannes dat in de stad geen tempel staat, want God zelf is hier aanwezig. De drie ringen wijzen op de ene God in drie gedaanten, die in het middelste vierkant omgeven wordt door de vier evangelisten en in het tweede vierkant door de symbolen van zijn aanwezigheid op aarde via de geestelijke en de wereldlijke macht (tiara en vlammend zwaard), in de vorm van vrede (Pax) en heilige leegte (?) (lege zetel). De omtrekken van dit centrum worden afgezoomd door de vier Paradijsstromen die het vierkant van de aarde - in rood aangeduid - omspoelen. Zo worden hemel en aarde met elkaar verbonden.

Wie dit werk heeft uitgevoerd, is niet bekend. Het kan gedaan zijn door het Roermondse atelier, maar het is evengoed denkbaar dat locale schilders hierbij betrokken zijn geweest.

De kruisweg

Laurentiuskerk Ginneken kruisweg Wijnand Geraedts. Foto Marjanne Statema 2016. De Laurentiuskerk van ‘t Ginneken met de kruisweg van Wijnand Geraedts (1924). Foto Marjanne Statema 2016.

______________________

De ‘kruisweg bidden’ was een van de weinige liturgische onderdelen, waarin niet de geestelijkheid, maar het kerkvolk centraal stond. De veertien lijdensvoorstellingen (staties) vormen een verplicht onderdeel van de kerk, omdat hiervoor als het ware een re enactment van de lijdensweg van Christus plaatsvond, niet fysiek, maar mentaal. De gelovigen bevonden zich bij wijze van spreken in het heilige Land, in Jeruzalem, waar ze in de voetsporen van Christus liepen op de via dolorosa.*

In de Laurentiuskerk bevindt zich een kruisweg van Wijnand Geraedts, een schilder uit het interbellum die hiervan een bijzondere specialiteit had gemaakt. Om de mensen zo sterk mogelijk bij de passie te betrekken, zette hij bewust in op haast verwrongen gezichten waaruit het leed en de wreedheid moesten spreken. Opvallend zijn de kwart cirkels die je in de belijning van mantels en schouders tegenkomt. Hierin liet hij zich inspireren door de beroemde kruisweg van Jan Toorop in Oosterbeek.*

En verder ...

De bovenstaande items vormen slechts een greep uit de rijkdom van deze kerk. Er zijn verschillende beelden, vermoedelijk voor een groot deel afkomstig van de Kunstwerkplaatsen Cuypers & Co te Roermond, maar ook gewijde voorwerpen en kerkmeubels van na Vaticanum II.

Bernadette van Hellenberg Hubar

Joseph Cuypers Jan Stuyt, Laurentiuskerk Ginneken Breda, Marjanne Statema 2016 Joseph Cuypers en Jan Stuyt, Laurentiuskerk Ginneken Breda (1900-1902). Gepolychromeerde architectuur. Foto Marjanne Statema 2016.


Redengevende beschrijving van objectnummer 10146 | Rijksdienst Cultureel Erfgoed

St.Laurentius. 1901-1902, door Jos.Cuypers en Jan Stuyt. Driebeukige kruisbasiliek in neogotische trant, met ten dele vijfbeukig schip, koor geflankeerd door diagonaal geplaatste driezijdig gesloten kapellen, hoge vierkante kruisingstoren met hoektorens en achtkantige spits, vierkante traptorens aan weerszijden van de voorgevel. Inwendig natuurstenen zuilen met kapiteelloos teniet lopende schiebogen, metselwerk met natuurstenen banden en houten tongewelven met trekbalken over de hoofdbeuken. Belangrijk werk uit de overgangsperiode tussen de neo-gotiek en de nieuwe kerkelijke bouwkunst. Mechanisch torenuurwerk, C. van Dorst, is buiten gebruik gesteld.

Inschrijving monumentenregister: 15-03-1984.

Monumentenbeschrijving van onbekende herkomst

De R.K. St.-Laurentiuskerk (Ginnekenweg 333, Ginneken) is een driebeukige kruisbasiliek uit 1901-'02 met ten dele vijfbeukig schip, gebouwd naar ontwerp van J.Th.J. Cuypers en J. Stuyt. De vormgeving is in hoofdlijn neogotisch, maar vertoont neoromaanse invloeden. De hoge vierkante vieringstoren heeft hoektorens en een achtkante spits. Het front heeft een open galerij, geflankeerd door slanke vierkante torens. Het interieur is voorzien van natuurstenen zuilen en houten tongewelven met trekbalken boven de hoofdbeuk. Een plantsoen met hekwerk en een H. Hartbeeld uit de bouwtijd scheidt de kerk van de straat. De pastorie (Ginnekenweg 331) dateert uit 1941-'42. Het gesticht St.-Frans (Ginnekenweg 335), een blokvormig pand met omgaand schilddak, middenrisaliet met rondboogvensters en gevels met spaarvelden, dateert uit 1871. Aan de achterzijde ligt een jongere kapel met dakruiter. Het was oorspronkelijk een klooster, maar nu is het parochiehuis.


Bronnen &

De * verwijst naar naar de volgende literatuur en websites

  • De gegevens over de twee architecten, de oriëntering, de glazen in de lucida en het hemels Jeruzalem zijn ontleend aan het boek over de nieuwe Bavo dat in het najaar verschijnt: Bernadette van Hellenberg Hubar, Ad orientem | Gericht op het oosten. De nieuwe Bavo te Haarlem, WBOOKS-Stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo, op initiatief van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, Zwolle-Haarlem 2016. | http://bit.ly/VHH2nB
  • Voor de Biblia pauperum of armenbijbel moet het lemma op Wikipedia ontraden worden. Pauperum slaat noch op armoede in financiële, noch in intellectuele zin, maar heeft waarschijnlijk dezelfde strekking als brevier, breviarium (van het Latijn brevis: kort): een verkorte vorm van de bijbel, liturgie, kalender et cetera. Pauperum slaat vermoedelijk op de selectief uitgedunde, 'arme' vorm van de bijbel. Om deze bijbel te kunnen lezen en te begrijpen was niet alleen kennis van het latijn nodig, maar ook veel achtergrondinformatie, omdat de verhalen gegroepeerd en becommentarieerd werden volgens een gecompliceerd systeem van afbeeldingen en voorafbeeldingen. Verder gaat het bij deze armenbijbels om blokboeken - een vroege vorm van boekdrukkunst, waarbij iedere pagina uit één blok wordt gesneden - die alleen welgestelde en geletterde mensen zich konden veroorloven. 
    Voor brevier kan wel verwezen worden naar het lemma op Wikipedia. Meer over de Biblia pauperum als blokboek is te vinden op de site van KB: http://bit.ly/2ab44dm. 
  • Voor het hemels Jeruzalem en andere aspecten van het decoratieprogramma zie ook Ben Hulshof o.p., Laurentiuskerk Ginneken, Een iconografie, Breda 2012. Voorts M.C. Nieuwbarn, Het Roomsche kerkgebouw, leer der algemeene symboliek en ikonografie onzer Katholieke kerken, Nijmegen 1908. | http://bit.ly/Nieuwbarn-bouwsymboliek
  • Voor aanvullende informatie over het complex zie Reliwiki: http://bit.ly/20Qq2TZ en Erfgoedweb Breda: http://bit.ly/1t3702n
  • Voor Veghel zie Hetty Berens (red.), P.J.H. Cuypers (1827-1921), Het complete werk, Rotterdam 2007. Voorts Reliwiki: http://bit.ly/1U7HLBC
  • Voor Jan Oosterman en Wijnand Geraedts - en de herwaardering van dit type kunst - zie het onderzoek dat in 2011-2012 in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed werd uitgevoerd en publiek gemaakt door middel van het boek: Bernadette van Hellenberg Hubar, Angelique Friedrichs en Gerard van Wezel, De genade van de steiger, monumentale kerkelijke schilderkunst in het interbellum, Amersfoort-Zutphen 2013. | http://bit.ly/GevdS
  • Over de kruisweg staat een informatief lemma op Wikipedia.

Beeldmateriaal in de galerij in de kop

  1. Frontaanzicht van de Sint Laurentiuskerk van ‘t Ginneken Breda (1900-1902). Herkomst Beeldbank RCE, 1996.
  2. Panorama met de Sint Laurentiuskerk van ‘t Ginneken Breda (1900-1902). Herkomst Beeldbank RCE-G.J. Dukker, 1971-05.
  3. De Sint Laurentiuskerk van 't Ginneken met het heilig Hartbeeld van August Falize. Foto G.Lanting 2008. Herkomst Wikimedia Commons: http://bit.ly/1t3702n
  4. Joseph Cuypers en Jan Stuyt, Sint Laurentiuskerk Ginneken Breda (1900-1902), timpaan boven de entree met de Majestas domini tussen de evangelistensymbolen. Foto Marjanne Statema 2016.
  5. Joseph Cuypers en Jan Stuyt, Sint Laurentiuskerk Ginneken Breda (1900-1902), zicht op het schip en het priesterkoor met de apostelgalerij in de apsis. Foto Marjanne Statema 2016.
  6. Pierre Cuypers (figuratie), Joseph Cuypers (ornamenten) en atelier Nicolas & Zonen te Roermond (uitvoering), De Biblia pauperum in de lucida van de asis van de Laurentiuskerk in 't Ginneken te Breda (circa 1902). Herkomst Wikimedia Commons, G. Lanting 2008: http://bit.ly/2ai2dnL.
  7. Pagina uit de Biblia pauperum met centraal de verrijzenis van Christus en rechts Jonas in de walvis als voorafbeelding van de verrijzenis. Dit thema zit in het zesde glas van de lucida van de Laurentiuskerk. Herkomst Wikimedia Commons, Grentidez 2010: http://bit.ly/2alhvXc.
  8. Joseph Cuypers en Jan Stuyt, Sint Laurentiuskerk Ginneken Breda (1900-1902), het hemels Jeruzalem in de viering. Foto Marjanne Statema 2016.
  9. Joseph Cuypers en Jan Stuyt, Sint Laurentiuskerk Ginneken Breda (1900-1902), detail van het hemels Jeruzalem in de viering. Foto Marjanne Statema 2016.
  10. Joseph Cuypers en Jan Stuyt, Laurentiuskerk Ginneken Breda (1900-1902). Beschilderd tongewelf in hout met dwarsbalken op korbelen. Foto Marjanne Statema 2016.
  11. Sint Laurentiuskerk Ginneken Breda (1900-1902), kruisweg Wijnand Geraedts (1924). Foto Marjanne Statema 2016.
  12. Zevende statie van de kruisweg van Wijnand Geraedts in de Sint Laurentiuskerk Ginneken Breda (1924). Foto Marjanne Statema 2016.

Op het beeldmateriaal van Marjanne Statema zijn alle rechten voorbehouden. De overige afbeeldingen zijn onder restricties vrij van reprorechten: http://bit.ly/Copyright-CC-BY-NC-SA.

Dit item bestond aanvankelijk alleen uit de redengevende beschrijving van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Het artikel heb ik toegevoegd in juni 2016 en vervolgens na de vondst van de Biblia pauperum in de glazen in de apsis - bijgewerkt in juli 2016. Mijn verhaal kwam tot stand dankzij het bezoek aan de Laurentiuskerk in het kader van het project 'Kunst in Breda', dat de auteur in samenwerking met Marjanne Statema uitvoert. Met dank aan Ben Hulshof die ons ontvangen heeft en van informatie heeft voorzien.

Dit item maakt deel uit van #kerkverhalen en kan geciteerd worden als:
Hubar, Bernadette van Hellenberg, ‘Sint Laurentius’, op: ifthenisnow.eu, http://bit.ly/25qDCR7 (2016).

Verkorte link: http://bit.ly/25qDCR7

Adres

Ginnekenweg 333
4835 ND Breda

Openingstijden

Elke zaterdag van 1 april tot 1 september van 13:30 tot 16:30 uur.

Tijdens de zomervakantie ook de woensdagmiddag.

Facilities

  •  
  •  

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1

Reacties

Fijn, dat deze kerk nu zo goed gedocumenteerd is. De kerk van mijn jeugd. De heldere sfeer in de kerk van Joseph Cuypers heeft er toe bijgedragen dat ik mij daar thuis voelde (en dat ik de ‘duisternis’ in veel andere kerken als deprimerend ervoer). Vergeet niet dat godsdienstbeleving in de eerste helft van de vorige eeuw volledig in het dagelijks leven was geïntegreerd. Tijdens de oorlog was zelfs sprake van een opleving: ‘nood leert bidden’. Ik heb dat allemaal als normaal en positief ervaren; frustraties naar aanleiding van deze roomse jeugd zijn mij volkomen vreemd. In die kerk ben ik dus gedoopt, heb ik mijn eerste communie gedaan, was ik misdienaar en koorzanger: sopraan in de Latijnse versie van Händels Alleluja. Bernadette van Hellenberg Hubar vermeldt het: de kerk is niet geheel aan de kaalslag van na het Tweede Vaticaans Concilie ontkomen. Ik herinner mij een uitspraak van de toen al met emeritaat gegane pastoor Eduard Doens: ‘Later zetten ze alles weer terug.’ Maar er is nog genoeg overgebleven: gebrandschilderde ramen, de beelden van de 12 apostelen in het priesterkoor, de doopvont en de kruisweg. Ook de voorstelling van ‘Het hemels Jeruzalem’ op de onderkant van de viering van de hoofdtoren is nog intact. Zie je dat laddertje? Dat voert naar het (inmiddels stilgelegde) mechanisch uurwerk en de klokken. Je kwam er via de gewelven en het was natuurlijk best griezelig daarlangs naar boven te klimmen. Dat heb ik gedaan, tot woede van de schilders die er aan het werk waren. Maar het uitzicht was natuurlijk geweldig. De klokken zijn in de oorlog door de bezetters geroofd om er kogels en granaten van te gieten; Petit & Fritsen leverde nieuwe exemplaren en pastoor Doens voornoemd dichtte het opschrift van de grootste klok: 'Heiland heet ik, jub’lend treed ik, in de plaats van een ontvoerde, toen diep leed ons land beroerde.' Wat mis ik sinds die kaalslag: grote schilderingen uit het atelier van Cuypers in Roermond, voorstellende onder meer: de tocht van de joden door de woestijn (‘De Heer ging voor hen uit om hen de weg te wijzen. En nooit ontbrak de vuurzuil.’ Exodus) en het Offer van Abraham: Isaäc onder het mes en de engel die op het nippertje verhindert dat het goddelijke bevel wordt uitgevoerd. De voorspelling van Doens is hier niet uitgekomen.