De wereld van de Rotterdamse kunstenaar, 26 - Ditty Ketting

Bij Masters of Rotterdam zag ik een groot langwerpig schilderij met smalle horizontale kleurvakken met vele kleuren, waarvan blauw het dominantst was. Over de kleurvlakken heen waren dunne witte grijze en zwarte verticalen, een soort tralies, waarmee je de kleuren, als was het een luxaflex jaloezie, naar boven kon trekken.

Het schilderij was van Ditty Ketting, Zonder titel, 391, gemaakt in 2013. Een paar maanden later zit ik in het atelier van Ditty Ketting in Pernis. Met de metro was ik er naar toe gegaan. Ik zag raffinaderijen, pijpen, opslagtanks en hijskranen, maar toen ik uitstapte was ik beland in een groen tuinwijkje met lage huizen.

Kleur

Ditty Ketting’s atelier, dat naast haar woonhuis staat, heeft niets met het raffinaderijen landschap van doen. Het is een lichte, comfortabele, geordende ruimte met aan de muur links een groot werk (1.20 x 2.10) met vierkanten in allerlei kleuren. Voor me hangt een wat kleiner werk met verticale banen en daarnaast weer een groot werk, even groot als het eerste, met kleuren in verticale banen,  boven lichtere kleuren, daaronder verzadigde en helemaal onder zwarte kleuren. En daarvoor staan op een tafel tientallen potjes acrylverf, systematisch gerangschikt.

Ze maakt alle schilderijen aan de tafel waaraan we zitten. Naast het penseel is de liniaal een belangrijk instrument. Ditty Ketting: “Vroeger maakte ik ze ook wel staand, maar het is onhandig om op een trapje staand precieze lijnen te trekken.” Kleur is haar thema, dat is wel duidelijk. En dan met name de werking van kleuren ten opzichte van elkaar. “Hoe de kleuren het licht doen ervaren, en schilderkundige ruimte creëren.”

Josef Albers

Meteen nadat ze in 1980 was afgestudeerd aan de Academie van Beeldende Kunsten Rotterdam is ze er aan begonnen. Op de Academie zelf was het gebruik van kleur nog spaarzaam, maar het ging al wel over vlak en lijn. Ze nam de kleuren van Bauhaus / Mondriaan en voegde daar groen aan toe. Maar vier kleuren was haar uiteindelijk te beperkt. “De kleurkeuze is groot. Ik zocht iets om me aan vast te houden. Toen las ik een hoofdstuk in het boek ‘Interaction of color’ van Josef Albers, die verbonden was aan Bauhaus. Hij sprak daarin over het fenomeen dat wanneer je kleuren in verticale banen naast elkaar zet, er nauwelijks sprake is van vorm, zodat het alleen om de werking van de kleuren ten opzichte van elkaar gaat. Daar ben ik toen mee begonnen en heb dat jaren gedaan.”  Ze stelde  een kleurencirkel van 14 kleuren samen.

De kleurnamen zijn de namen die ze aantrof op tubes acrylverf: lichtgeel, diepgeel, oranje, oranjerood, crimson, magenta, magentaviolet, ultramarijnblauwviolet, ultramarijnblauw, permanentblauw, turksblauw, phtalogroen, emerald en groengeel. Van iedere kleur maakte ze vier tonen. In totaal 56 tinten.

Omslag

Ze deed allerlei ontdekkingen toen ze begon met haar verticale kleurstaven naast elkaar. Bepaalde kleuren bleken heel overheersend, andere bescheiden, bepaalde combinaties werkten heel goed, andere minder. “Ik experimenteerde veel. Met de formaten van de kleurbanen, het kleursysteem dat ik hanteerde, enz.” Alle werken werden genummerd.

Nummer 1 was nog een zeefdruk met zwarte verschoven vierkanten. Ze werkte nog veel op papier toen. Maar al snel werkte ze op opgespannen linnen. Ze maakte in een gestaag tempo het ene werk na het andere, tot er op zeker moment een omslag plaatsvond. Dat was in het jaar 2000. “Ik wilde op zoek naar een diepere ruimte in het schilderij, met op de achtergrond horizontalen en daarover heen de verticalen. Op het eerste doek maakte ik een ondergrond in twee delen, boven lichtgrijs en onder donkergrijs en daarover de verticalen. Ik besefte dat als ik op deze weg doorging, zich weer tal van mogelijkheden zouden openen. Het zou ook complexer worden.”

Ruimtelijke werking

Maar de verticalen verdwenen dus niet helemaal, ze kwamen voor die horizontalen, als dunne ‘pijlers’, geplaatst  over de kleurvlakjes. Als sleutelwerk, een werk dat deze overgang het best laat zien, noemt ze Zonder titel, 175. Ze laat me een dia ervan zien.  De ondergrond houdt niet op bij de rand van het schilderij, maar loopt door naar de zijkanten. Die zijn bij haar redelijk dik. De verticale lijnen gaan wel van rand tot rand. Als ze schildert doet ze ieder vlakje wel een keer of vijf, sommige zelfs meer. Bij zwart is dat niet nodig, dan zijn drie lagen genoeg.

De reactie op deze overgang was heel goed. Het werk werd meer toegankelijk gevonden, er werd eerder – dan met alleen verticalen – een ruimtelijke werking in gezien. De mensen wilden het graag kopen en galerieën wilden het graag laten zien. “Ik heb geluk gehad te werken met MK Galerie in de Witte de Withstraat. Ze waren enthousiast over mijn werk en dat enthousiasme sloeg over.”

Het schilderleven is behoorlijk intensief, zegt ze. “Ik ben er elke dag mee bezig. Al werkend aan een schilderij krijg ik ideeën hoe ik verder moet in komend werk. Dan neem ik me bijvoorbeeld voor om  de tegenstelling tussen de  kleurtonen  nog extremer  uit te proberen.“ Zonder dat ze erop aanstuurt blijkt ze ieder jaar 11 / 12 nieuwe werken te maken. Ze is nu bij doek nr. 438.

Nieuwe serie kleuren

Ze is bezig een nieuwe serie kleuren te maken. Ze wijst naar een van haar eerste werken met hele lichte kleuren. “Die ‘oude’ kleuren heb ik erbij gepakt. Tot nu toe gebruikte ik 14 kleuren in vier tonen, daar komt nu een vijfde toon bij. Dan heb ik 60 kleuren.” Op een kleiner tafeltje staan de lichte kleuren. Twee moeten nog wat lichter gemaakt worden, zodat een goede balans verkregen wordt. Met die extra kleuren kan ze meer variaties gaan maken. “De lichte kant wordt extremer, dat zou je ook als een kantelpunt kunnen aanduiden. Maar het is een kleiner kantelpunt dan die in 2000. Het gaat in kleinere stapjes.”

Wie zijn haar grote voorbeelden? “Met Mondriaan voel ik me verwant. En verder met Ellsworth Kelly, Sean Scully en Josef Albers natuurlijk. Hij is nog steeds een grote inspirator.”

Ze blijft zoeken naar de werking van kleur. En ook hoe je die het beste weergeeft, “dat het straalt”. Als een werk af is, is er het moment dat ze het ineens in zijn geheel ziet, de uitwerking van het plan.  “Dat kunnen erg vreugdevolle momenten zijn.”

Afbeeldingen: 1) Untitled, 150, 2000, 128 x 256 cm, 2) Untitled, 149, 2000, 128 x 256 cm, 3) Untitled 120, 1998, 200 x 200 cm, 4) Zonder titel – Untitled, 198, 2003, 50 x 50 cm, 5) Zonder titel – Untitled, 280, 2006, 168 x 168 cm, 6) Zonder titel – Untitled, 317, 2008, 108 x 108 cm, 7) Zonder titel – Untitled, 325, 2009, 42 x 56 cm, 8) Zonder titel – Untitled, 360, 2011, 73,5 x 98 cm, 9) Zonder titel – Untitled, 366, 2013, 84 x 224 cm, 10) Zonder titel – Untitled, 378, 2012, 84 x 112 cm, 11) Zonder titel – Untitled, 388, 2013, 120 x 120 cm, 12) Zonder titel – Untitled, 418, 2015, 80 x 80 cm, 13) Zonder titel – Untitled, 422, 2016, 40 x 40 cm, 14) Zonder titel – Untitled, 436, 2017, 96 x 96 cm  

Foto's: 1 - 13: Bob Goedewaagen, 14: Solange Frankort

http://www.dittyketting.nl/  https://vimeo.com/95374980  

https://bit.ly/2qOsrHs 

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0