Verstopte WC's en experimenteel theater

Mijn eerste kennismaking met het Shaffy Theater was bij het Intreeweekend in verband met de start van mijn studie aan de Universiteit van Amsterdam in 1974. Ik was negentien, zag diverse voorstellingen en was verpletterd. De volgende dag heb ik me aangemeld en ik werd aangenomen om kaartjes te scheuren! Het bleek een fantastisch baantje als je zoveel mogelijk voorstellingen wilde gaan zien. Het legertje kaartjesscheurders was bovendien een bron van waaruit gevist werd naar medewerkers voor andere baantjes. Vandaar dat ik al snel in de gelegenheid werd gesteld om een aantal andere functies te vervullen.

Tijdens de wekelijkse vergadering op maandagochtend, die door alle medewerkers en dus ook de kaartjesscheurders werd bezocht, werd werkelijk alles ter tafel gebracht en tot het gaatje bediscussieerd, helemaal in jaren 70-stijl, waarin beslissingen democratisch en collectief genomen moesten worden. Deze vergaderingen boden mij de gelegenheid om te luisteren, te registreren en mijn opvattingen te leren formuleren.

Niet alleen de verstoppingen in de WC werden besproken[1], maar ook alle voorstellingen. Wat vonden we ervan en waarom? Ook werden daar de uitnodigingen voor voorstellingen buiten het Shaffy verdeeld, met de bedoeling om hiervan bij een volgende vergadering verslag te doen en daarbij een beoordeling te geven of deze voorstelling al dan niet geschikt was voor programmering in het Shaffy. Ik greep mijn kans en heb niet alleen heel veel gezien, maar ook geleerd om goed te kijken, te analyseren en onder woorden brengen wat ik zag.

Smörgåsbord

Ik heb er zo’n acht jaar lang vele voorstellingen, concerten en films gezien. Het was een explosieve stroom van creatieve energie, onbelemmerde experimenteerlust, creatief ondernemerschap, wederzijdse kruisbestuivingen, en niet te vergeten dé plek in Amsterdam om te zijn en gezien te worden. Iedereen die geïnteresseerd en/of werkzaam was in de creatieve branche wist elkaar te vinden in het café of de zalen van het Shaffy Theater. Voorstellingen werden druk bezocht en later nabesproken met de betrokkenen. De interactie tussen publiek en bespelers was een voor de hand liggende zaak in Het Shaffy Theater. Zowel in de zaal als erbuiten.

Grenzen werden opgezocht, verkend en overtreden. Dans, theater, muziek, poppenspel, mime, jeugdtheater, het waren categorieën die de lading niet meer dekten. Men wilde zichzelf vernieuwen en andere expressievormen onderzoeken. Het was een ongekend spannende periode met spraakmakende voorstellingen en evenementen, die een onvergetelijke indruk hebben achtergelaten. Niet alleen bij mij en mijn vrienden, het leek wel of er bepaalde rimpelingen door de stad gingen als er weer eens iets bijzonders te zien was. Dit was het pre-social media tijdperk, dus veel werd ‘live’ besproken in de cafés en op straat. En niet te vergeten de affiches speelden een belangrijke en eveneens enigszins subversieve rol. Het wilde plakken was een kunst op zich, die door Shaffy’s eigen plakker[2] vanuit zijn eigen mores beoefend werd.

Shaffy als leermeester

Deze grensverleggende beweging werd toen kortweg ‘margetheater’ genoemd. Achteraf een onzinnige benaming voor de krachtige explosie aan vernieuwingen die plaatshad in het theater. Het was een beweging die rechtstreeks voortkwam uit de behoefte aan artistieke vrijheid zonder gebondenheid aan (kunst)disciplines. Hierbij was de toenmalige subsidiestroom, die door de linkse regering in ruime mate werd toebedeeld, natuurlijk een onmisbaar vereiste.

De creatieve ontwikkelingen, die dankzij het Shaffy Theater mogelijk zijn gemaakt, hebben ook mij persoonlijk blijvend gevormd. Ik blijf een voorkeur houden voor theater, muziek, film, dans en andere kunstvormen die grenzen opzoeken en het experiment niet schuwen. Ik voel me thuis in een omgeving waar mensen met beperkte middelen een eigen vorm proberen te vinden om uitdrukking te geven aan hun ideeën en gevoelens. Ik heb geleerd mijn zintuigen te gebruiken en open te staan voor nieuwe ontwikkelingen. Dit is niet alleen van vormend belang voor een carrière, maar vooral ook voor mens-zijn. Ik had het mijn kinderen ook graag gegund.

Linda Snoep

1. De toiletten in het pand Felix Meritis verstopten nogal eens. De medewerkers van het Shaffy Theater waren er niet vies van hun handen uit de mouwen te steken en de troep op te ruimen. Dit tot waardering van de CPN-leden; de Communistische Partij Nederland was destijds nog in het bezit van het pand en gebruikte het als hoofdkantoor en drukkerij van partijblad De Waarheid. De wederzijdse werkwil zorgde voor een goede relatie tussen het Shaffy en de CPN. Zo hielpen oude communistische verzetsstrijders om dronkenlappen uit het café te gooien of extreemrechtse bezoekers in toom te houden. De politie kwam er bij Felix Meritis niet in.

2. ‘Shaffy’s eigen plakker’ was Gielijn Escher, de huisontwerper die de impuls gaf tot vernieuwing van het theateraffiche. Hij ontwikkelde het conceptuele wildplakken. Er kwam niet één affiche te hangen op de daarvoor bedoelde peperbussen; ergens in de stad werd een complete wand volgeplakt met dezelfde affiches. De herhaling van het beeld had een overdonderend effect en was destijds hoogst ongebruikelijk in de theaterwereld. Eschers affiches met de grote gele ster (het logo van het Shaffy Theater) en die met de maan met sterren voor het Festival of Fools waren een begrip. Escher kreeg voor zijn werk een expositie in museum Fodor (1976) en ontving de Werkmanprijs (1979). In 2012 werd een overzichtstentoonstelling aan zijn werk gewijd in museum Boymans van Beuningen. (Spiegel van Amsterdam, 274).

 

 

Jaar:
1974 / 2013
Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0