Classic Beauties, Kunstenaars, Italië en de schoonheidsidealen van de 18e eeuw

Op de persconferentie afgelopen donderdag in de Hermitage Amsterdam was de directeur van het Staatsmuseum de Hermitage, St.-Petersburg, Michail Piotrovsky, helemaal in zijn nopjes. Hij had ervoor gezorgd dat in de Amsterdamse dependance een tentoonstelling rond het neoclassicisme kon organiseren met als hoogtepunt acht beelden van Canova.

Heel Europa keek halverwege de achttiende eeuw met grote interesse naar de opgravingen in Pompeii, Herculaneum en Tivoli. De schoonheid van de kunstschatten die boven de grond kwamen sloeg in als een bom. Ze werden de inspiratiebron voor kunstenaars en wakkerden een verzamelwoede onder de elite aan.

Kantelpunt in de kunstgeschiedenis

Diezelfde elite begont vaker zelf opdrachten aan kunstenaars te verstrekken, en dat veroorzaakte een nieuw kantelpunt in de kunstgeschiedenis: vanaf nu konden kunstenaars vrijere keuzes maken. Er werd uiterste perfectie nagestreefd: een goddelijke schoonheid, nog verfijnder dan bij de Grieken en Romeinen. Met meer naakt, zij het nog een tikje preuts. Dit kantelpunt betekende de geboorte van het neoclassicisme.  

Het menselijk lichaam heeft kunstenaars door de eeuwen heen gefascineerd. In het midden van de achttiende eeuw kreeg dit onderwerp in de kunst een nieuwe dimensie door bovengenoemde  opgravingen. Onder meer Canova, Thorvaldsen, Mengs, Kauffman en Batoni streefden naar de ultieme perfectie: nóg beter dan het (esthetische) ideaal van de Grieken en Romeinen. Veel kunstenaars en welgestelde jongeren gingen naar Italië om de bronnen van inspiratie op te zoeken. In de tentoonstelling maakt de bezoeker eenzelfde Grand Tour langs de beste voorbeelden van deze neoclassicistische kunst, uit de collectie van de Hermitage. 

Grand Tour

Eind 18e eeuw was de klassieke oudheid een rage geworden. Jonge welgestelden werden op een culturele kennismakingsreis gestuurd: de Grand Tour. De reis was zeker geen vakantie, het ging ook om voorbereiding op goed leiderschap en kon tot wel twee jaar in beslag nemen. Op weg naar Rome werden andere belangrijke historische plaatsen in Europa bezocht. Vaak hingen de bezochte locaties en de periode in het jaar met elkaar samen. Pasen werd bij voorkeur in Rome gevierd. Venetië is een goede plek voor carnaval. Vaak bezochten Grand Tourists ook Florence en Napels. Een bezoek aan die laatste stad lag voor de hand door de ligging vlak bij Pompeii en Herculaneum. De jongelingen deden ervaringen op voor het leven. Ze kregen niet alleen de gelegenheid de kunst mei eigen ogen te bekijken, maar maakten onderweg ook kennis met medereizigers, wat vruchtbare (handels)contacten opleverde. En uiteraard wilden zij ‘de oudheid’ mee naar huis nemen. Ze kochten massaal klassieke en neoclassicistische kunst aan voor de landhuizen thuis.

Graaf en gravin van het Noorden

Een beroemd echtpaar dat op Grand Tour ging, zijn grootvorst Pavel Petrovitsj, de latere tsaar Paul I, en zijn vrouw Maria Fjodorovna. Pavels moeder Catharina de Grote, stuurde hen in 1781-82 op reis. De tsarina hoopte dat haar zoon op de reis vaardigheden leerde om een goed vorst te kunnen worden. Zij reisden incognito onder de naam ‘graaf en gravin van het Noorden’ (comte et comtesse du Nord) door Midden-Europa naar Italië. Er waren bezoeken aan diverse vorsten om zowel diplomatieke als persoonlijke banden aan te knopen. Ze leerden over landsbestuur en legeraanvoering en maakten kennis met invloedrijke filosofen en culturele grootheden. Hun reis was als het ware een brede stage.

In Italië werden zij begeleid door ciceroni, gidsen die in hoge kringen verkeren, goed op de hoogte  van de actualiteiten en ware kunstkenners. Pavel en Maria werden onder meer meegenomen door Johann Friedrich Reiffenstein, die vooral onder Duitse reizigers erg geliefd was en die door Catharina was aangesteld als adviseur, en de Duitse landschapsschilder Jacob Philipp Hackert, die het echtpaar rondleidde in Tivoli, het antieke lustoord nabij Rome.

De reis was ook aanleiding om kunst aan te kopen en in opdracht te geven bij de belangrijkste kunstenaars van dat moment. Pavel en Maria kochten tijdens hun reis onder meer werken van Hackert, Angelika Kaufmann en Pompeo Batoni, alsmede een aantal sculpturen.

Johann Wolfgang von Goethe

Ook Goethe maakte – tussen 1786 en 1788 – een grote reis naar Italië. In Rome deelde hij een woning met de schilder Johann Heinrich Wilhelm Tischbein en ontmoette hij Winckelmann en Mengs. Hij raakte met hen bevriend, net als met veel andere kunstenaars in de stad. Zijn reisverhalen, waarin hij de lezer meevoert dwars door Italië, publiceerde hij pas later in Italienische Reise (1813-17), waarvan een versie is te zien in de tentoonstelling. Hij ging ook graag om met een van de meest gevierde kunstenaars van het neoclassicisme, Angelika Kaufmann. Zij schonk hem het portret dat zij in 1787 van hem maakte.

Antonio Canova

In totaal zijn er op de tentoonstelling maar liefst acht topwerken van de beste beeldhouwer van zijn tijd te zien.

Canova, geboren in Possagno ten noordwesten van Venetië, leerde al vroeg beeldhouwen van zijn grootvader. Op vijftienjarige leeftijd kwam hij in de leer bij Giuseppe Bernardi, een bekende beeldhouwer in Venetië, waar Canova voor het eerst antieke beelden zag in Museo Farsetti. In 1779 reisde hij af naar Rome, waar hij de klassieke kunst met eigen ogen bestudeert en schetst en kennismaakt met kunstenaars.

In het werk dat hij vanaf dat moment maakt, gebeurt iets nieuws. De figuren zijn geënt op de naaktfiguren uit de mythologische beeldtaal. Daardoor zien ze er heroisch uit, maar Canova geeft ze eigentijdse gezichten, wat ze als het ware een ziel geeft. Hij weet de perfecte balans te vinden bij het weergeven van naakten. De sensuele lichaamsvormen tonen perfecte schoonheid zonder dat men ze als immoreel kan beschouwen.

Waar de overgrote meerderheid van de beeldhouwers zich heeft toegelegd op het kopieren van de antieke beelden voor de Grand Tourist-markt, onderscheidt Canova zich met eigen ontwerpen voor de opdrachten die hij krijgt van kerken en particulieren. Hij blies daarmee de beeldhouwkunst nieuw leven in. Vanaf het begin van de negentiende eeuw kreeg Canova regelmatig opdrachten van Josephine de Beauharnais, de echtgenote van Napoleon Bonaparte. Voor haar vervaardigt hij versies van Hebe, de groep Amor en Psyche (1800-03), en De danseres (1805-12), die na de dood van Josephine (1814) dankzij tsaar Alexander I in de Hermitage terechtkomen. Zijn iconische beeldengroep De Drie Gratiën (1812-16), aanvankelijk een opdracht van Josephine, na haar overlijden voltooid in opdracht van haar zoon Eugene, kwam ook in Rusland terecht.

Muziek

Bezoekers krijgen een speciale audiotour, met drie thema’s: muziek, mythologie en highlights. Klassieke muziek dj  Von Rosenthal maakte voor Classic Beauties een soundtrack, die ook als muziektour op de audioset te horen zal zijn. Hij creëert een romantische sfeer waar de muziek de diepere, sensuele onderlaag bij de prachtige werken van o.a. Canova, Mengs en Kauffmann een extra dimensie geeft. Von Rosenthal deed dat in 2016 al bij de tentoonstelling Spaanse Meesters uit de Hermitage, wat zeer positief ontvangen werd. De audiotour is inbegrepen in het toegangskaartje.

Publicaties onder andere door Arnon Grunberg

Bij deze tentoonstelling verschijnen drie bijzondere publicaties. Ten eerste een rijk geïllustreerde catalogus met bijdragen van o.a. de Nederlandse auteurs Thera Coppens, Eric Moormann en Bernard Woelderink. Arnon Grunberg schreef speciaal voor de tentoonstelling een kort verhaal, getiteld Angst voor het naakt, dat in een kleine gebonden uitgave wordt uitgebracht. Ook verschijnt er een bijzonder notitieboek: Couture voor Canova, waarvoor zes heel verschillende Nederlandse modeontwerpers Canova’s beeld van Hebe hebben aangekleed. Het resultaat is een bonte collectie aan ontwerpen voor de godin, die tussen de notitiepagina´s door het boekje illustreren.

Rijke collectie

Voor Classic Beauties kreeg de Hermitage Amsterdam exclusief toegang tot de collectie van Staatsmuseum de Hermitage in St.-Petersburg. Daarnaast is de tentoonstelling verrijkt met bruiklenen uit andere collecties, particulier, maar ook museaal, zoals de Koninklijke Verzamelingen, Den Haag en het Teylers Museum.

Afbeeldingen

1) Giovanni Paolo Panini, Preek van een sibille op Romeinse ruïnes met de Apollo van Belvédère, 1740–50 © State Hermitage Museum, St Petersburg, 2) Anton Raphael Mengs, Het oordeel van Paris, ca. 1757 © State Hermitage Museum, St Petersburg, 3) Anton Raphael Mengs, Perseus en Andromeda, 1778 © State Hermitage Museum, St Petersburg, 4) Pierre Jacques Volaire, Uitbarsting van de Vesuvius, ca. 1774 © State Hermitage Museum, St Petersburg, 5) Antonio Canova, De Drie Gratiën, 1812–16 © Aurelio Amendola / State Hermitage Museum, St Petersburg, 6) Antonio Canova, Hebe, 1800–05 © State Hermitage Museum, St Petersburg, Antonio Canova, De Drie Gratiën, 1812–16 © State Hermitage Museum, St Petersburg   

https://hermitage.nl/nl/

 

Datum:
16 juni 2018 / 13 januari 2019
Type activiteit:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0