Mondriaan – de grote tentoonstelling

Afgelopen donderdag was het dan zo ver: de hoofdtentoonstelling in de reeks tentoonstellingen van het themajaar ‘Mondriaan tot Dutch Design. 100 jaar De Stijl’ werd aangekondigd in een perspresentatie in de overdekte binnenruimte van het Gemeentemuseum.

Het zag er feestelijk uit. Het zonnetje scheen naar binnen en de pers was in groten getale opgekomen. Voor en naast me zaten Engelsen uit Noord Oost Engeland die met het vliegtuig uit Newcastle gekomen waren. “We are faster in The Hague than in the center of London. Moreover, you speak better English than the Londoners.”

Restauratieteam

Met dat complimentje kon de dag niet meer stuk. Directeur Benno Tempel vertelde dat de tentoonstelling ‘De Ontdekking van Mondriaan, Amsterdam| Parijs | Londen | New York’ geboren was uit een conserveringsproject van Mondriaan werken. “We hebben alle 300 schilderijen die we  van Mondriaan hebben bekeken en een aantal was niet goed genoeg om te laten zien.”

Het eigen restauratieteam werd aan het werk gezet, er bleek zoveel werk te zijn dat het team van twee werd verdubbeld tot vier. In de jaren 2009 tot 2015 werd veel ontdekt. Zoveel dat hieraan het idee van de titel van de tentoonstelling ontsproot. “We leerden veel van de kunstenaar. En we kregen een nieuwe kijk op zijn werk.”

Alle werken werden nauwgezet bekeken en hersteld, van de Mand met Appelen uit 1891 tot en met de Victory Boogie Woogie uit 1942-44. Tempel vroeg zich in die tijd af wat Mondriaan er zelf van zou hebben gevonden. “Ik denk dat hij er gelukkig mee zou zijn. Mondriaan had didactische bedoelingen. Hij wilde graag dat het publiek inzage zou krijgen in zijn ontwikkeling als kunstenaar.”

De klassieke artiest

In vakpublicaties werd kond gedaan van de ontdekkingen. Andere musea in de wereld die een of meer Mondriaans in hun bezit hadden, wendden zich tot het Gemeentemuseum voor advies. In het onderzoek kwam men ook veel te weten van Mondriaan als persoon. Tempel, die beurtelings Engels en Nederlands sprak: “He’s not the monk, he lived in the middle of society.”

Dat Mondriaan een klasse apart was werd ook internationaal opgemerkt. Toen Mondriaan stierf, schreef The New York Times in een ‘obituary’: ‘One of the most imporant 20th century artists died’.
In het onderzoek kwam naar boven dat Mondriaan een intuïtieve schilder was. En hij bleef bij het schilderen, in tegenstelling tot andere kunstenaars van De Stijl, die zich ook wierpen op andere disciplines als architectuur en design.

Tempel: “Hij is de klassieke artiest. Het ging hem om het effect van verf, licht was superbelangrijk. Jeroen Krabbé vindt hem maar een saaie, rechtlijnige artiest, maar die aanduiding doet hem geen recht.  Mondriaan past in het rijtje Rembrandt en Van Gogh, schilders die ook met olieverf werkten. Het gaat om verf dat licht verspreid. Zo gaat een schilderij leven.”

Wijsenbeek

Er waren veel overeenkomsten tussen Mondriaan en Van Gogh, onder andere waren beiden enthousiaste brievenschrijvers. De RKD - het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis – begint een groot project naar De Mondriaan Brieven.

Tot slot onderstreepte Tempel het belang van de inzichten van voorganger Wijsenbeek. Hij slaagde erin belangrijke componenten van de Haagse Mondriaancollectie binnen te halen: de collecties Slijper en Van den Briel. En ook de Nederlandse staat kreeg een complimentje. Ze had ervoor gezorgd dat ter gelegenheid van de overgang in 1998 van de gulden naar de euro de Nederlandsche Bank een schenking deed, zodat het topstuk van Mondriaan, de Victory Boogie Woogie, kon worden aangekocht.

En toen gingen we alle 300 werken bekijken. En daarnaast fraaie maquettes van Mondriaan’s ateliers en zijn gereedschappen. In een zwart-wit film over Parijs, Londen en New York kon je je even wanen daar toen rondgelopen te hebben.

https://www.gemeentemuseum.nl/

Datum:
3 juni 2017 / 24 september 2017
Type activiteit:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0