BELEGERING DOOR FILIPS VAN KLEEF

Na de dood van Karel de Stoute, hertog van Bourgondië, op 5 januari 1477 in de Slag van Nancy, trouwde zijn dochter Maria van Bourgondië naar de wens van haar vader op 19 augustus 1477 met aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk, de latere keizer. In het huwelijkscontact stond vermeld dat hij geen aanspraak op haar erfenis zou kunnen doen gelden. Bij de dood van Maria op 27 maart 1482 echter stelden zich problemen. Maria had in haar testament Maximiliaan niet alleen als voogd van hun kinderen en vooral dan de latere Filips de Schone, haar opvolger, maar ook als regent benoemd. Bij een bijeenkomst van de verscheidene Staten amper een maand na Maria's dood ging de Staten van Vlaanderen dwars liggen. Hoewel ze Maximiliaan als voogd erkende, weigerde ze hem als regent te aanvaarden. Vlaanderen installeerde een regentschapsraad om Vlaanderen te besturen. Later sloten Brabant en Henegouwen zich bij die beslissingen aan. Tevens werd besloten om Filips onder hun hoede te nemen en vrede met Frankrijk, erfvijand van Maria van Bourgondië, na te streven.

Maximiliaan die vreemdeling was, had het op die overeenkomst niet begrepen en verzette zich. Daarom werd hij op 5 februari 1488 te Brugge gevangen gezet. Nadat hij de reeds genomen regelingen en uitbreidingen daarvan bekrachtigd had, werd hij op 16 mei 1488 na het leveren van gijzelaars als borg, onder wie Filips van Kleef, vrijgelaten. van Kleef was een belangrijk iemand: hij was familie van de Bourgondiërs via zijn grootmoeder die een dochter van Jan zonder Vrees was, en zijn stiefmoeder die een bastaarddochter van Filips de Goede was, de koning van Portugal via zijn moeder en de koning van Frankrijk van wie zijn vrouw schoonzuster was. Maximiliaan brak dadelijk zijn woord en ging met de steun van zijn vader én keizer Frederik III de strijd met de onderdanen van zijn zoon aan. van Kleef was door de woordbreuk van Maximiliaan ontdaan en koos de kant van de Staten wiens rechten hij gewapenderhand verdedigde.

"500 kanonballen kwamen op Halle terecht !"

Drie keer heeft van Kleef geprobeerd om Halle dat de kant van Maximiliaan gekozen had, in te nemen. Zijn aanvallen van september 1488 en mei 1689 mislukten. Hij besloot om van tactiek te veranderen. Van 20 tot 24 juni 1489 belegerde hij Halle met 10.000 Vlaamse, Brabantse, Luikse, Franse en Schotse soldaten. Halle werd beschoten. Een vijfhonderdtal kanonballen kwamen op Halle terecht. Grieks vuur verwoestte een tiental huizen. Een bres in de stadswallen kon 's nachts gedicht worden. Toen van Kleef op 24 juni een Halse uitkijk hoorde uitschreeuwen dat er hulp op komst was, trok hij af met achterlating van tenten, ladders en vlaggen die als teken van overwinning in de Onze-Lieve-Vrouwkapel van de kerk ondergebracht werden. Tal van kanonballen werden in de ruimte onder de westertoren van de kerk opgeslagen. In 1492 gaf van Kleef zich te Sluis aan troepen van Maximiliaan over. Toen hij in 1527 stierf, werd hij begraven in de niet meer bestaande Dominikanerkerk te Brussel. 

"Onze-Lieve-Vrouw ving alle kanonballen op in haar mantel en werd zwart van het roet."

Twee zaken herinneren aan van Kleefs beleg. In een nis onder de westertoren worden ijzeren en stenen kanonballen bewaard. Er zouden er 32 liggen. In "Diva Virgo Hallensis" (Goddelijke Maagd van Halle) uit 1604 van Justus Lipisus, waarvan zich in het Zuidwestbrabants Museum een exemplaar bezit, is een ets van Cornelius Galle van het beleg opgenomen. Ze toont een zicht op stad en wallen met onder meer de troepen van van Kleef die Halle met 3 bombardes beschieten. Een legende vermeldt dat de madonna de kanonballen in haar kleed zou opgevangen hebben. Ze is waarschijnlijk pas meer dan 3 eeuwen na de beschieting ontstaan. De oudste schriftelijke bron is "NIEUW LIEDEKEN Tot lof van O.L.Vrouve van Halle" dat zich in de universiteitsbibliotheek van Gent bevindt en niet vóór 1816 kan gedrukt zijn.

Tags

Reageren