Bouwhistorie van de voormalige pastorie aan de Breestraat 101 te Beverwijk

 De voormalige pastorie aan de Breestraat 101 te Beverwijk

Halverwege 2012 heeft Stadsherstel Amsterdam NV de voormalige pastorie aan de Breestraat 101 te Beverwijk overgenomen van het kerkbestuur Sint Eloy. Dit op het oog 18de-eeuws herenhuis of patriciërshuis ziet er op het moment van overname bedroefend uit. In de voorgaande jaren zijn uit voorzorg enkele ornamenten verwijderd in verband met instortingsgevaar. Tegen de voorgevel zijn daarbij een viertal houten balken gemonteerd, vermoedelijk tegen het uitbuiken van de gevel. In het gebruik is het pand niet groots gewijzigd. Dat is bijzonder: hierdoor zijn velen bouwsporen nog terug te vinden. Naast de aankoop heeft Stadsherstel Amsterdam NV ook het herstel geïnitieerd. Dit geeft een mooie gelegenheid om de gelaagdheid van het object te onderzoeken tijdens het restauratieproces.

 De voormalige pastorie in vogelvlucht

De pastorie is gelegen in het centrum van Beverwijk op de hoek van de Breestraat en Bloksteeg. De voorgevel is gelegen aan de Breestraat. De voormalige pastorie bestaat, gezien vanaf de Breestraat, uit twee achter elkaar geschakelde rechthoekige bouwvolumes. Het eerste volume betreft een tweelaags gebouw van circa viertien meter breed en negen meter diep met een schilddak. Het achterliggende volume is een éénlaags gebouw van negentien meter breed en zeven meter diep met een schilddak. Op dit dak is over drievierde deel een samengestelde opbouw geplaatst met afgeknotte schilddak. De kappen zijn gedekt met een donkergrijze (gesmoorde) Romaanse dakpan. De bakstenen gevels zijn in kruisverband opgetrokken waarin het metselwerk een gesneden voeg heeft. Kozijnen, ramen, deuren, goten en ornamenten zijn van hout en geschilderd in de kleur gebroken wit of donkergroen. De plint en lekdorpels zijn van hardsteen. De voordeur is blank gelakt. 

 Bouwgeschiedenis

Op dit moment is het perceel drastisch verkleind door verkoop van de pastorie aan Stadsherstel Amsterdam NV. Tot een jaar geleden strekte het perceel zich vanaf de Breestraat tot de achterliggende Slangewegje waar deze bijna net zo breed als lang was. Dit is niet altijd zo geweest. Op de eerste leesbare kaart uit circa 1650 door Daniel van Breen bestond het uit verscheidende percelen. Vermoedelijk is het hoekperceel aangekocht door Lourens Joannes Stelt. Redelijk snel is het naast gelegen huis van een Amsterdamse koopman ook gekocht. In stappen is de samenvoeging van deze twee huizen doorgevoerd. Van de familie Stelt is het in XIXa overgegaan naar de familie Waterschoot van der Gracht. Tot de verkoop aan het Rooms Katholieke kerkbestuur in XXa zijn er geen noemenswaardige wijzigingen geweest. De grootste verbouwing is wellicht een wijziging van de erker aan de achtergevel in XIXb. Met het gebruik van het herenhuis als pastorie in XXa is tegelijkertijd begonnen met de bouw van de Agathakerk in de achtertuin. Door het extensieve gebruik zijn in de loop van de jaren enkele grote uitbreidingen op en aan het achterhuis gerealiseerd zoals wij nu kennen.

 Samenvatting reconstructie van de geschakelde kamers links van de voorgevel

Vermeldingswaardige ontdekking is dat het huis diverse kleine bouwfasen heeft gekend in de interieurafwerking. Nadat de twee huisjes zijn samengevoegd in de derde kwart van de achtiende eeuw is begonnen met de afbouw met eruimte rechts achter de voorgevel. Lokaal bekend al de kamer van Sinterklaas. Deze heeft een herkenbare Lodewijk XV stijlhantering. In de vierde kwart van de achtiende eeuw is begonnen met het inrichten van de kamer-en-suite links achter de voorgevel. De Lodewijk XVI stijlkenmerken zijn duidelijk in de bouwsporen gevonden. Met terugwerkende kracht zijn enkele kleine Lodewijk XVI stijlaanpassingen in de ruimte rechts achter de voorgevel uitgevoerd. De bouwsporen zoals uitgebreid omschreven in de bouwhistorische opname geven bij het nader beschouwen nog voldoende informatie. Naast de opmeting van de wanden zijn ook de twee zwaar beschadigde plafonds opgenomen. Vanuit deze twee opmetingen van de plafonds zijn sporen getraceerd en is het mogelijk geweest om in hoofdvorm een reconstructie te maken. Dit geldt in zekere mate ook voor de wanden. Met behulp van de bouwsporen, oude tekeningen en gemaakte foto’s is, te samen met de datering van de plafonds, een goede benadering gemaakt van de stijlhantering voor het interieur in de ruimte links achter de voorgevel Voor bouwfase 0, van voor de derde kwart van de achtiende eeuw, zijn te weinig bouwsporen aanwezig om een duidelijke reconstructie van het interieur te kunnen maken. Op basis van referentie- en literatuuronderzoek is bij benadering een interieur geschetst. Zoals eerder omschreven in de bouwhistorische opname is wel de positie van de mogelijke haard verder uitgezocht. (zie schetsen)

Tags

Reageren