Gerrit Jan Wolffensperger vertelt

Voor de 166e Fotografenavond van Aloys Ginjaar in café Kalkhoven was afgelopen dinsdag Gerrit Jan Wolffensperger de gast. Hij vertelde een boeiend verhaal over zijn leven & de fotografie.

‘Was je nou het liefst Voorzitter of Fotograaf? ‘ vroeg Aloys. ‘Daar heb ik lang over getwijfeld. Een tijd lang wilde ik beide. Dat heeft met mijn familiegeschiedenis te maken. Ed van der Elsken was getrouwd met mijn halfzuster Gerda. Mijn tweede vader, Willem Wolffensperger, was een enthousiast amateurfotograaf. De vriendschap met Ed van der Elsken resulteerde ook in gezamenlijke projecten. ‘

Beatrix en Claus

Gerrit Jan maakte zijn eerste foto’s in 1960. Hij was toen leerling van het Montessori Lyceum in Amsterdam en vanuit de bank in de klas fotografeerde hij al zijn docenten. Hij had de slag te pakken. Met Ed ging hij dingen doen en hij werd still fotograaf bij speelfimproducties. ‘Allemaal films die nu helemaal vergeten zijn.’ Op aandringen van zijn toehoorders noemt hij de bekendste: De Verloedering van de Swieps. 

Gerrit Jan ging studeren aan de UVA, economie en rechten. Om bij te verdienen fotografeerde hij. Zo deed hij de ‘tweede camera’ als ze samen op stap gingen. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het huwelijk van Beatrix met Claus op 10 maart 1966. ‘Zowel Ed als ik maakten een foto van de arrestatie van Herman Hoeneveld, horizontaal liggend in de armen van de politie. Meestal wordt mijn foto gepubliceerd. Rob Stolk, de drukker van de provobeweging, heeft er nog een boekje over uitgegeven met foto’s van Ed, Cor Jaring en mij.’

Sanne Sannes

In 1965 kwam hij Sanne Sannes tegen. De VPRO had Sannes een opdracht gegeven voor een film, die de titel Santa Lucia zou krijgen. Lucia, de toenmalige vrouw van Remco Campert speelde de hoofdrol. Gerrit Jan werd productie-assistent. Het werd gefilmd in een borg in het Groningse Ezinge. ‘Het waren stilstaande beelden van een vrouw in alle hoedanigheden. Sannes ging er met de camera overheen. Anderhalf jaar werkten we eraan.’ Gerrit Jan leverde onder andere de modellen aan die in de film figureerden. Maar de film werd nooit uitgezonden. ‘Vanwege het geweld, denk ik. Zo is er een scène van een vrouw die haar echtgenoot met rolstoel en al de vaart in dondert.’ De film bevindt zich nu in het archief van EYE. Hij is wel eens vertoond in FOAM. Er is ook een boekje over gemaakt met de titel Dirty Girl.

Wolffensperger omschrijft Sanne Sannes, van oorsprong graficus,  als ‘een norse Groninger, zeer verlegen, enigszins autistisch’. ‘Alleen via de camera had hij contact met de vrouwen. Foto’s waren voor hem een middel om emotie over te brengen. Maar zijn werk is uniek.’ Met Sannes,  die ook wel de James Dean van de fotografie werd genoemd, maakte hij reportages over vrouwen in heel Europa. Die foto’s werden gepubliceerd in bladen als de Libelle, de Margriet en de Panorama.  Gerrit Jan: ‘Sanne had een gave om mensen te ontregelen, om die vrouwen vreemde dingen te laten doen, dingen die ze anders nooit gedaan zouden hebben. Een combinatie van vrijerij en cynisme. Dan liep hij met een paar vrouwen in een bos en dan riep hij, of eerder snauwde hij, en dan deden ze dat. Dat ze dat deden kwam volgens mij omdat hij voor hen geen bedreiging vormde. Het ging hem om de emoties. Als Sannes nog zou leven zou hij waarschijnlijk filmer zijn geworden en voor de tv gewerkt hebben.’

Bolide in de duinen

Sannes bleef niet leven. Op 23 maart 1967 had hij met Gerrit Jan een shooting in de duinen van Bergen, Noord-Holland. Het was voor de Libelle, de Margriet en de Panorama. ‘Vier modellen, drie vrouwen, een man. En een bolide, waarop / waarlangs ze moesten poseren.  Het was koud. Ik meen drie graden Celsius. De modellen waren in zomerkleren. Het was niet om aan te zien.’ Tot vijf uur ’s middags waren ze bezig.  Toen zat het erop. Tijd voor een borrel. ‘Daar waren we wel aan toe. We waren zowat verkleumd.’ In café De Pilaren in Bergen kwam het team bij onder het genot van een enige alcoholica. Na een uurtje vertrokken ze. Sanne Sannes reed. Naast hem Gerrit Jan, achterin drie modellen. Drie maanden had hij zijn rijbewijs. Zij reden de bochtige beukenlaan door met een snelheid van 120 km. In een van de bochten kon Sannes de auto niet meer houden en reed hij frontaal tegen een boom. Sannes was dood, Gerrit Jan ging door de voorruit, de drie modellen waren licht tot zwaar gewond.

Aloys Ginjaar: ‘Onze vaste Fotografenavond bezoeker Willem Overtoom was op de bewuste dag ook in Bergen. Hij zit nu in Thailand. Ik lees graag even zijn verslag voor.’ We horen bovenstaand verhaal, nu in de woorden van Overtoom. 

Opbergkast      

Wolffensperger: ‘Het ongeluk was een keerpunt in mijn leven. Om acht uur de volgende dag werd ik wakker in een ziekenhuisbed. Boven mijn bed hing een slangetje met daaraan een schelpje. Dat was de radio. Ik zette het schelpje tegen mijn oor en hoorde het nieuwsjournaal. ‘Vannacht is door een auto ongeluk Sanne Sannes overleden.’ Ik schreeuwde om de zuster die toegesneld kwam.’ Gerrit Jan had een hersenbloeding, hij was gewond aan zijn gezicht, onder andere zijn oog, en moest plastische chirurgie ondergaan. Na het ziekenhuis werd hij maanden thuis verpleegd.      

Wolffensperger: ‘Na zijn dood bleef het werk van Sanne Sannes onder de radar. Het lag vijftien jaar lang in een opbergkast in het Nederlands Fotoarchief in Rotterdam. Er was wel continu aandacht, van het Rijksmuseum onder andere, vanuit de Kunst- en Fotoacademies.‘ Hij maakt – met twee anderen – een boek over Sannes met een nieuwe selectie van zijn foto’s. ‘Er zit een dosis erotiek in, maar niet banaal. Erotiek is emotie voor Sannes.'  

De politiek

Wolffensperger werd koopvaardijofficier voor de KNSM. Hij voer over de oceanen en was regelmatig in de buurt van Amerika en het Caribisch gebied. ‘Je moet je niet te veel voorstellen van avontuurlijke uitstapjes. Je was al blij dat je – bijvoorbeeld in Kingston Jamaica - een uurtje aan wal kon.’ Aan fotografie deed hij niet meer.

In 1969 was hij weer terug in Amsterdam en ging hij werken voor de UvA, docent Rechten. Negen jaar lang deed hij dat. Daarna ging hij in de politiek, voor twintig jaar. En ook werd hij voorzitter van de Raad van bestuur van de publieke omroep. ‘Ik heb het plan een biografie te schrijven die loopt van de jaren ’60 tot heden.’

Nederlands Foto Instituut

Tien jaar lang, van 1967 tot 1977 raakte hij het fototoestel niet aan. Op gegeven moment kreeg hij toch weer te maken met de wereld van de fotografie, maar in een andere rol. Een van de dingen die ging spelen was de locatie van het Nederlands Fotoarchief. ‘In 1986 moest de beslissing vallen. Wordt het Amsterdam of Rotterdam? Toentertijd was Brinkman de minister van cultuur. Zijn hoogste ambtenaar was Jan Riezenkamp, die daarvoor wethouder was geweest in Rotterdam.  Riezenkamp was voor spreiding van de cultuur. Hij wilde ook de diverse fotografenclubjes en verenigingen bij elkaar brengen. In 1988 kwam er één Instituut met de naam NFI, Nederlands Foto Instituut. Het was de enige gesubsidieerde foto instelling van het land. Dat kwam in Rotterdam. ‘Bij de opening was 60% van de aanwezigen afkomstig uit Amsterdam. En bij de diverse daaropvolgende exposities kwam 50% van de mensen met de trein van Amsterdam naar Rotterdam.’ Wolffensperger werd de eerste voorzitter van het Nederlands Fotoarchief dat onderdeel was van het NFI. Zeven jaar lang was hij dat. ‘We hebben in 1986 met een groep met onder andere Joop Swart geprobeerd het Archief in Amsterdam te houden. Dat is niet gelukt.’

‘Het Fotomuseum had in Amsterdam moeten staan. Maar dan hadden we geen FOAM gehad.’ Dan was er eind jaren negentig het Wertheimer legaat. ‘Daar is flink om gesteggeld. Het grootste deel van het legaat ging naar Rotterdam.’

World Press Photo

Waar Wolffensperger nog met het meeste plezier aan terugdenkt is World Press Photo.  ‘Dat heb ik 21 jaar gedaan.  Ik had hele goede directeuren. Mijn tweede directeur was Marloes Krijnen, nu FOAM. World Press Photo heeft zich gigantisch ontwikkeld. Het is een Amsterdams internationaal instituut dat mondiale erkenning heeft gekregen. Er is eigenlijk nooit concurrentie geweest. De situering van Nederland, klein land met neutrale uitstraling was absoluut  een voordeel. Ik herinner me nog de jurering de eerste jaren. Dat was in de hallen van het KLM-gebouw. De foto’s allemaal naast elkaar op de vloer. De foto’s die gewaardeerd werden kregen muntjes die in bakjes werden gegooid. Op gegeven moment kon dat niet meer. Met de digitalisering werden de foto’s op een groot scherm getoond, de jury achter de knoppen. In een eerste schifting brengen ze de 110.000 foto’s terug tot 12.000 foto’s. Vervolgens komt de definitieve keuze in een aantal categorieën. Anderhalve week heeft de jury daarvoor nodig. ‘

Voor geen enkele organisatie reisde Wolffensperger zo veel als voor WPF. ‘Ik kwam in de gekste landen. We werden vaak ontvangen door de journalistenbond en gefêteerd door belangrijke partijen. Ik herinner me Sokolov in Sovjet-Unie, een Rus met een grote snor. Hij nam ons mee het nachtleven in van Leningrad. Officieel had Rusland geen nachtleven, maar als je dàt zag. We discussieerden over de politiek, Afghanistan speelde toen. Sokolov werd mijn grote vriend. Hij kon wel tegen een borrel, de wodka was nooit ver uit de buurt. Later kwam ik erachter dat hij Hoofd afdeling Benelux van de KGB was. Hij sprak geen Nederlands, maar het begreep het wel. Hij kon alles volgen. Hij bleek onder andere Nederlands te hebben gestudeerd. Later heeft Derk Sauer hem voor VNU-Moskou nog in dienst genomen. ‘

Japanse schoonduikster

Aloys: ‘Een van mijn foto’s heeft nog in het WPF boek 1973 gestaan. Kun je de werkwijze van het WPF vergelijken met de jurering van een hondententoonstelling, met 6 – 8 categorieën en de hoofdprijs die altijd gewonnen wordt door een Duitse herder, in dit geval een politieke foto? ‘

Wolffensperger: ‘De hoofdprijs moet een goede foto zijn, plus het moet iconisch zijn voor het betreffende jaar. In het jaar van de Tsunami bijvoorbeeld de vrouw op het strand met de hand van haar man. In een ander jaar de chique auto met jonge filmsterachtige personen rijdend door de verwoeste hoofdstraat van Beiroet. Ik herinner me nog de presentatie in Teheran. Ik stond ervan te kijken hoeveel er mocht. Foto’s van hoeren in Amerika? Geen probleem. Maar voor een bepaald soort foto’s waren ze zeer gevoelig. Die werden onmiddellijk verwijderd. Ik herinner me een foto van een Japanse schoonduikster op de Olympische Spelen. Onder haar badpak waren haar tepels te zien. Ik vond de foto terug in een hoekje van de toiletruimte.’

Sem Presser stichting

In 2003 werd Wolffensperger voorzitter van de Fotografenfederatie, een federatie van vier Nederlandse beroepsverenigingen, onder andere van de BFN, de NVF en de Burafo. ‘Ik wilde alle verenigingen aan elkaar plakken. Het lukte me net niet. Lars Boering, de huidige voorzitter, is het wel gelukt.’ In datzelfde jaar kwam de Sem Presser Stichting tot stand. Ook daar werd hij voorzitter. ‘Sem Presser had drie miljoen toen hij dood ging. Die drie miljoen lagen overal, tussen de boeken in de boekenkast, onder de stoelzitting. Het heeft nog heel wat moeite gekost om dat allemaal te verzamelen.’ In de statuten kwam te staan dat het geld van de stichting ten goede moest komen aan de Nederlandse fotografie. ‘Twaalf jaar lang hebben we projecten gedaan, elk half jaar een nieuwe ronde. Fotografen moeten voor een project hun fondsen bij elkaar sprokkelen, en als er een partij meedoet volgt al snel de volgende. Wij gaven vaak het eerste zetje.  Werkelijk alles en iedereen wat van belang was is aan de beurt gekomen. Ook grotere projecten als Photo Cue en het Fotofestival Naarden. Na twaalf jaar was het geld bijna op. Van het geld dat over is komt een boekje over twaalf jaar fotografie in Nederland. Dat verschijnt in 2015.’    

Wolffensperger fotografeert nog. Hij heeft wel enige schroom om het werk te laten zien. Hij heeft twee idolen: Harry Gruyaert uit Belgie en Alex Webb uit Amerika. Niet zo lang geleden had het WPF een masterclass in New Delhi, de Joop Swart Masterclass. Hij is toen een dagje met Alex Webb de stad ingegaan om te fotograferen. ‘We schoten hetzelfde, dezelfde personen en situaties. We vergeleken onzen foto’s. Alle foto’s waren bij hem net iets beter.’ Wolffensperger is nu net  terug uit Myanmar. ‘Veel foto’s gemaakt, gelaagd, met mensen met een voor- en een achtergrond.’

Pictoright

We komen bij het onderwerp auteursrecht. Wolffensperger is hier toevallig in verzeild geraakt. ‘In 2007 was er de fusie tussen vier fotografie clubs met onder andere Burafo. Daar kwam de stichting Pictoright uit voort. Die stichting was bedoeld om het auteursrecht op foto’s te regelen. Het is een groot succes geworden. Iedereen, nou ja, bijna iedereen, doet mee. We hadden de bijzondere situatie dat het analoge tijdperk plaatsmaakte voor het digitale tijdperk. Dat betekent dat voortdurend alle regels opnieuw uitgevonden moeten worden. Dat gebeurt stap voor stap en wel door rechtszaken. Iedere rechtszaak leidt tot precisering van de regels.’

Pictoright houdt zich ook bezig met zaken als leenrecht, de kabelgelden, de thuiskopie, het innen van gelden voor collectieve regelingen. Het fungeert ook als agent, niet voor fotografen, wel voor beeldende kunstenaars.  ‘We spreken collectieve zaken af, bijvoorbeeld met de Nederlandse Museum vereniging, over foto’s die in musea gemaakt worden, met de Koninklijke Bibliotheek die bezig is met het digitaliseren van kranten, maar niet alle rechten van de krantenfoto’s heeft. Per jaar ontvangen de aangesloten fotografen een bedrag. Wat LIRA doet voor de schrijvers, doet Pictoright voor de fotografen.’  

Kunst

Fotografie is populair tegenwoordig, je kunt wel spreken van een hype. De digitalisering heeft er een grote rol in gespeeld. Wolffensperger: ‘De laatste vijftig jaar is er een ontwikkeling geweest in de fotografie van documentaire fotografie naar kunst. De grens tussen fotografie en kunst vervaagt. Fotografie is ook de meest bereikbare kunstvorm. Op de Academies worden fotografie studenten opgeleid tot kunstenaar, preciezer, tot conceptueel kunstenaar. Velen vinden zich kunstenaar. Er zijn vele nieuwe namen in Nederland die werk van hoog niveau leveren.

Foto: Bert Verhoeff.

Tags

Reageren