Gouden Eeuw

De laatste jaren ligt het kapitalistische systeem steeds meer onder vuur in Nederland. Ironisch genoeg waren het juist de Nederlanders die in de ‘Gouden Eeuw’ de fundamenten legden voor dit systeem. In deze periode, grofweg de zeventiende eeuw, was de Nederlandse Republiek toonaangevend op het gebied van economie, wetenschap, cultuur, landbouw, onderwijs, industrie, handel, krijgskunst en de zeevaart.

Voor veel Europese landen is de zeventiende eeuw een relatief zwarte bladzijde uit de geschiedenis. Godsdienstoorlogen, hongersnood en pestepidemieën teisterden grote delen van Europa. Koningen trokken de absolute macht naar zich toe en kwamen vaak in conflict met de eigen onderdanen.

Geordende chaos

Binnen enkele decennia wist een ratjetoe aan steden en gewesten, die zich hadden verenigd in de strijd tegen de Spaanse koning, uit te groeien tot de machtigste handelsnatie van Europa. Te midden van alle chaos vormden zij een baken van ontwikkeling, welvaart en goed bestuur: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

Hongersnood behoorde tot het verleden door de toepassing van moderne agrarische technieken. De nijverheid bloeide als nooit tevoren door het verfijnde afwerkingsproces dat de Haarlemse en Leidse textielindustrie wist te verwezenlijken. Twee derde van de bevolking ging naar de lagere school en kon rekenen, lezen en vaak ook schrijven. Mede hierdoor konden duizenden mensen deelnemen aan de complexe werkingen van nieuwe financiële markten. De eerste effectenbeurs ter wereld was dan ook te vinden in Amsterdam.

Oorlog, oorlog en nog eens oorlog

Dit alles oogstte veel bewondering, maar ook afgunst en jaloezie vanuit omringende landen. Landen als Frankrijk en Engeland aasden op het handelsnetwerk van de Hollanders en deden er alles aan om de Nederlandse economie te dwarsbomen. Voor het grootste deel van de Gouden Eeuw was de Republiek dan ook in oorlog.

Tijdens de eerste helft van de zeventiende eeuw kozen de Nederlanders vooral de aanval en veroverden ze de belangrijkste Spaanse en Portugese bezittingen in Oost- en West-Indië. Tot 1648 was de Republiek in oorlog met Spanje en werd er in Vlaanderen en Brabant een landoorlog uitgevochten. Naast de zeer sterke oorlogsvloot, had de Staten-Generaal de beschikking over een goed uitgerust en getraind leger dat in aantal niet onderdeed voor de legers van grotere landen. De legerhervormingen die prins Maurits in de jaren 1590 had doorgevoerd, bleven tot diep in de zeventiende eeuw toonaangevend voor de rest van Europa.

Ingehaald

Nadat de Fransen en Engelsen  hun problemen te boven kwamen tijdens de tweede helft van de zeventiende eeuw, verzwakte de positie van de Republiek en werd het zaak om de bestaande situatie te verdedigen. Na 1713 werd het duidelijk dat de Nederlanders hun monopolie in de wereldhandel definitief moesten afstaan aan de Engelsen. Bittere bijsmaak was dat de Nederlandse stadhouder Willem III in 1688 koning van Engeland was geworden en het mogelijk maakte dat de Engelsen de Nederlanders konden inhalen.  

Hoewel de Republiek haar voorsprong kwijtraakte, bleef de Republiek ook in de achttiende eeuw het rijkste land ter wereld en bleef het een belangrijke handelsnatie. De neergang van de Republiek was dan ook vooral relatief, de andere landen haalden simpelweg de achterstand in.  

 

 

Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

Tags

Reageren