#kerkverhalen: Theologen

Onlangs deed ik een  paar uur antropologisch veldwerk in een bijeenkomst van theologen. Conclusie: in deze stamcultuur lijdt men aan onderbenutting van het menselijk spelvermogen.

Toegegeven, er werd gelachen en er was humor. Maar men was zo ernstig op zoek naar de definitieve verwoording van de kern dat men vergat dat men aan het spelen was, namelijk met betekenissen.

Het ging bijvoorbeeld over het godsbegrip en of je kunt zeggen dat God nog steeds handelt. En over de vraag of je de identiteit van christelijke gelovigen onderwerpen mag aan de toets van de algemene religietheorie. Ter bevestiging van mijn indruk dat het allemaal om een spel met betekenissen draaide, ging het ook nog over de betekenissen van Hebreeuwse en Griekse woorden – synoniemen, of toch net niet? Maar ook hierbij bleef men hyper-serieus en was men zich van geen spel bewust.

Ik zat er bij en ik keek er met mijn antropologenblik naar. En ik dacht: wat zou er minder spanning op zo’n discussie staan als men door had dat men speelt … Niet een spelletje, nee, in volle ernst. Maar zonder uit te komen bij alleen maar die ernst.

Ik heb het niet zo op die ernstige zekerheden. Voor alle mensen, theologen inbegrepen, geldt immers dat ze weliswaar geweldige betekenisgevers zijn, maar even geweldig falen. Daarom gaat het zingevingspel ook al maar door. Juist omdat de menselijke mogelijkheden tot betekenistoekenning eindeloos zijn, schieten woorden steeds weer tekort. Heel vervelend en heel paradoxaal, maar wel een uitnodiging tot bescheidenheid.

Voeg daar nog de beperking bij dat het bij mensen hoort dat zij tegen grotere gehelen aanlopen die ze niet onder controle kunnen krijgen: natuur, dood, het kwaad, de samenleving, het zelf, en nog een paar. Religies bieden ter compensatie een aanspreekbaar groter geheel: het goddelijke / bovennatuurlijke / heilige, als welkome vluchtheuvel. Theologen hebben als dagtaak de aftastende inzichten over dit goddelijke geheel te verkennen.  

Zouden ze onder ogen durven te zien dat ze spelen, dan kan de angel uit een hoop straffe debatten getrokken worden. Dat zou de weldadige omgang met elkaar, als stamelende betekenistoekenners, bevorderen. En ook met ons, zoekende zingevers.

Reageren