Made in Leuven : De Koninklijke Serres van Laken

Het bekendste serrencomplex van het land is eigenlijk van Leuvense makelij. De bouwwerk is de belangrijkste realisatie van de Ateliers de la Dyle. Tot volgende week vrijdag kan je deze magnifieke stalen constructie en natuurlijk de botanische tuin zelf bezoeken.

Het zal je wellicht niet verbazen dat deze Koninklijke Serres een van de vele bouwprojecten van Leopold II was. Als tweede koning der Belgen drukte hij zijn stempel op 's lands architectuurgeschiedenis in de 19de eeuw. De Wintertuin, de grootste serre van het complex, moest zijn prestige als koloniale vorst vestigen. De bedoeling was om allerlei exotische plantensoorten uit Belgisch Congo te verzamelen en tentoon te stellen. De Afrikaanse kolonie was immers lange tijd zijn persoonlijke achtertuin, vooraleer het gebied werd overgedragen aan de Belgische staat, na heel wat protest over de wantoestanden op rubberplantages.

Het ontwerp van de serres is van de hand van Alphonse Balat. Hij was ook al verantwoordelijk voor belangrijke verbouwingen aan het Paleis in Brussel, zoals de Troonzaal en de grote Eretrap. De stijl van deze architect was eerder neoclassicistisch, maar de Industriële Revolutie leverde nieuwe technieken met glas en staal. Na een uitvoerige correspondentie met de vorst besloot Balat toch met zijn tijd mee te gaan.

De Dorische zuilen in het midden van de serre, duidelijk te zien op de foto, getuigen weliswaar nog van het aanvankelijke plan, de koepel zelf staat met beide voeten in de ijzerarchitectuur, zoals de Key Gardens en het Crystal Palace aan de overkant van het Kanaal. Sommige elementen vertonen de ontluikende art nouveau, waarin Balat's leerling Victor Horta zal uitblinken.

De realisatie van de stalen constructie werd uitbesteed aan uiteraard een Belgisch bedrijf. Dat was niets minder dan de Atelier de la Dyle, veruit de enige onderneming in het land die deze bestelling kon opleveren. De Leuvense firma werd in 1866 opgericht als Société en Commandité A. Durieux et Cie. Aimé Durieux was een in Nijvel geboren ingenieur, die in 1867 naar Leuven verhuisde, waar hij zowel rechter als gemeenteraadslid werd.

De Ateliers de la Dyle was gelegen in de hoek tussen de Vaart, de Vuurkruisenlaan en de spoorlijn, op de plaats waar nu de InBev fabrieken staan. De werkplaatsen waren vooral praktisch en nuttig ingericht, zodat vandaag ervan weinig betekenisvolle architectuur overschiet. Het bedrijf specialiseerde zich vooral in treinstellen en ander spoorwegmateriaal. Wagons van de Leuvense firma werden geëxporteerd naar onder meer Brazilië, Spanje en Zuid-Afrika. De bedrijfsterreinen werden echter zwaar getroffen tijdens de twee Wereldoorlogen. De productie werd gestopt in 1975, waarna Brouwerij Artois de flinke lap grond kon aankopen.

De Wintertuin werd uitgetekend op welgeteld 118 plannen door Durieux. De Koninklijke Serres van Laken werden officieel geopend in 1876, een jaar later dan gepland en flink over het oorspronkelijke budget. De serres worden nog steeds gebruikt voor plechtige gelegenheden.

Tags

Reageren