Open en besloten. Het hofje is terug van nooit weggeweest.

Hoe willen mensen wonen als ze ouder worden? Die vraag wordt vaak gesteld nu het bekende naoorlogse bejaardenoord heeft afgedaan. Mensen worden ouder en zijn vaker vrijgezel. Dat vraagt om andere soorten woningen dan het doorsnee rijtjeshuis of de galerijflat. Er is behoefte aan woonvormen waar mensen hun zelfstandigheid en privacy kunnen behouden en zich toch geborgen voelen en onderdeel blijven uitmaken van een gemeenschap. Een plek waar je rustig op jezelf kunt zijn, maar waar je ook iemand kunt vinden om een praatje mee te maken als je daar zin in hebt. Het wonen op een mooi hofje rond een gemeenschappelijke tuin kan voor veel, vooral alleenstaande, ouderen heel aantrekkelijk zijn.

Om de voor- en nadelen van deze woonvorm te onderzoeken, wordt in Open en Besloten het fenomeen hofje vanuit verschillende invalshoeken belicht. Het gaat over zaken als de architectuur, het delen van voorzieningen, de manier waarop hofjes bestuurd worden, de ligging in de stad, het aantal woningen per hofje, de leeftijdsopbouw van de bewonersgroep en – niet te vergeten - de tuin. Het hofje als woonvorm heeft een eeuwenoude geschiedenis, waarin liefdadigheid aanvankelijk een belangrijke rol speelde. Hofjes werden gesticht met geld uit legaten en soms door gemeentelijke overheden, en waren voor het grootste deel bestemd voor ouderen, meestal vrouwen. Dat leverde de bekende schilderachtige complexen rond lommerrijke hofjestuinen op die we uit veel historische binnensteden kennen.

Maar ook in de 19e eeuw en zelfs nadat de Woningwet in 1901 van kracht was geworden, zijn er nog hofjes gebouwd. Er zijn in heel veel Nederlandse steden prachtige voorbeelden van hofjes uit de 20e eeuw te vinden. Dat zijn deels hofjes die zijn herbouwd omdat een ouder complex elders in de stad om een of andere reden moest worden gesloopt, maar er werden ook nieuwe hofjes gesticht, zowel vóór 1940 als in de wederopbouwperiode. Woningbouwverenigingen en architecten herkenden de kwaliteiten van het bouwen van kleine individuele huisjes rond een gemeenschappelijke tuin in het centrum van een stad. Voor bewoners die vanuit een gezingswoning in zo’n hofje kwamen wonen was het vaak een verademing: alle bekende winkels, cafeetjes en openbaar vervoer in de buurt omdat het hofje centraal gelegen was, en toch de rust van een tuin en de gezelligheid van bekende buren nabij. De combinatie van openheid en beslotenheid, van privacy en betrokken gezelschap bleef een aantrekkelijke formule. Ook in de laatste decennia zijn er nog op allerlei plekken hofjes gerealiseerd. Niet alleen voor ouderen, maar ook voor jongere alleenstaanden.

Voorbeelden uit onder meer Den Haag, Zandvoort, Middelburg, Loenen aan de Vecht, Veenendaal, Almere, Ede en Amsterdam komen voor in het boekje Open en Besloten. En in Haarlem is bijvoorbeeld in 2007 een complex gerealiseerd pal naast een van de oudste hofjes van de stad, naar ontwerp van architect Henk Döll en ontwerper en striptekenaar Joost Swarte; het Johannes Enschedé Hof. Naast oude en nieuwe hofjes worden ook andere gemeenschappelijke woonvormen onderzocht, om te kunnen vergelijken wat hofjes nu zo bijzonder maakt. Het hofje kan als historisch verankerde bouwvorm heeft toekomstwaarde. Inspiratie genoeg, zo blijkt uit dit boekje. Het hofje is weer helemaal terug – van eigenlijk nooit weggeweest.

Open en Besloten is rechtstreeks te bestellen bij de uitgever (www.uitgeverijvanstockum.nl) en te koop bij de H. de Vries boekwinkels in Den Haag, Haarlem en Leiden en de Van Stockum boekhandels in Den Haag en Leiden.

Met een inleiding van Jan Latten, hoogleraar sociale demografie aan de Universiteit van Amsterdam.

Meer over de auteur: www.dorinevanhoogstraten.nl

Tags

Reageren