Opkomst van electriciteit in België

België behoord tot de pioniers waar electriciteit snel werd verspreid. Reeds in 1870 kreeg het fenomeen elektriciteit praktische toepassingen. Al was het eerst hoofdzakelijk voor verlichting van fabrieken, pleinen, schouwburgen, hotels, banken…). Zo Kamen er eerst een aantal privéintitiatieven om hun huis of bedrijf te voorzien van een generator. al snel volgde er initiatieven om elektriciteit op te wekken en aan derden te verdelen. Zo werd er al snel een brussels plein verlicht met electriciteit. Niet veel later kwam er met de Brusselse elektriciteitscentrale van Mignot, die de uitstalramen in de Nieuwstraat deed oplichten (1885). Hoewel elektriciteit ook wel als drijfkracht werd aangewend, ging men het in die jaren toch vooral vereenzelvigen met een verlichtingsbron. Zo kon het gebeuren dat de gasmaatschappijen erin slaagden om de aanleg van elektriciteitsleidingen op het openbaar domein via het gerecht tegen te houden als een inbreuk op de concessies voor openbare en private verlichting die hen door de gemeenten waren verleend.[16] Deze uitspraak zette sommige lokale besturen, zoals Brussel, ertoe aan om zelf leidingen aan te leggen en in regie te nemen. Meestal werd een modus vivendi gevonden met de gasmaatschappijen en kwam er toch een elektriciteitsconcessie (29 van de 34 bediende gemeenten in 1900). Na de eeuwwisseling werd het tempo van de elektrificatie opgevoerd. De toegenomen financieringsbehoeften leidden tot het ontstaan van elektro-holdings, zoals Intercom (1901). Deze groepen combineren opwekking en verdeling (model van de “producteur-distributeur”).

Tags

Reageren