Water als bondgenoot

Ze staan vlakbij stedelijk gebied en zijn toch ver weg van de drukte van alledag. Ook liggen ze vaak diep verscholen in de natuur: de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. Sla een onopvallend polderweggetje in en ineens duiken ze op. Ogenschijnlijk lukraak verspreid in het landschap, maar de locaties zijn in vroeger dagen met precisie gekozen.

In een lint tussen Edam en de Biesbosch, verbonden door wandel-, fiets- en vaarroutes is natuur, cultuur en militaire geschiedenis voor iedereen nabij. Samen vertellen ze een oer-Nederlands verhaal over verdediging met water als bondgenoot. Bijzonder, want water geldt vooral als element om tegen te vechten. Water als bondgenoot is goed bewaard gebleven in het linielandschap en in de onverwachte natuur die zich daaraan twee eeuwen lang op bewonderenswaardige wijze heeft aangepast. Staatsbosbeheer is druk doende deze natuur én cultuur met elkaar te verbinden.

Bijzondere waarden
Al meer dan twee eeuwen zijn de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam voorbeelden van nationaal vernuft op het gebied van watermanagement, militaire architectuur en landschapsplanning. Een ensemble van verdedigingswerken die met elkaar een lint van ruim 200 kilometer vormen van meer dan honderd forten en vijf vestingsteden. Verbonden door circa duizend militaire en waterbouwkundige werken van sluizen, inundatiekanalen, dijken en kaden tot forten en andere militaire bolwerken. Beide linies hebben bijzondere, universele waarden. Ze zijn niet alleen Nationaal Landschap, maar de Nieuwe Hollandse Waterlinie is ook voorgedragen voor de status van UNESCO Werelderfgoed als uitbreiding op de Stelling van Amsterdam, die dit predicaat al sinds 1996 geniet.

Uniek landschap
De forten staan niet op zichzelf. Met andere verdedigingselementen zijn ze onlosmakelijk verbonden met het omringende landschap, samen een verdedigingslinie vormend die het landschap vanaf de 17e eeuw tot nu heeft getekend. Met de linies werd de vijand tegengehouden door grote stukken land onder water te laten lopen (inundatie). Dit ingenieuze systeem was vooral gebaseerd op beheersing van de verschillende waterpeilen in het gebied door middel van dijken, kaden en sluizen die speciaal voor dit doel waren ontworpen. Een klein laagje water van 40 tot 60 centimeter – te ondiep voor schepen, te diep voor man en paard – was voldoende om de vijand tegen te houden. Op plaatsen waar inundatie niet mogelijk was, verrezen forten. Die strategisch gepositioneerde militaire bolwerken dienden ter bescherming van het inundatiesysteem en dekten de accessen; hoger gelegen dijken en wegen.

Verboden kringen
Lang mocht het gebied dat onder water moest worden gezet, niet worden bebouwd. Het schootsveld rond de vestingwerken, de zogeheten verboden kringen, moest vrij blijven van obstakels. Daar zorgde de Kringenwet voor. Zo mocht in de binnenste kring van 300 meter rond een verdedigingswerk louter met hout worden gebouwd. In de middelste kring van 600 meter was bebouwing met steen tot 50 centimeter hoog toegestaan. In een kring van 1.000 meter was bebouwing enkel geaccepteerd op voorwaarde dat het gebied bij oorlogsdreiging snel geruimd kon worden. Ook voor begroeiing golden strikte regels.De Inundatiewet (1896) en de Kringenwet (1814, herzien in 1853), die tot 1963 bestonden, hebben een uniek landschap achtergelaten.

De beplanting op de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is anders dan die van de Stelling van Amsterdam. In de waterlinie was het op veel plekken de bedoeling het fort aan het zicht te onttrekken met bomen en struiken. In de stelling moest de beplanting het de vijand moeilijk maken om te zien waar kanonnen stonden of waar de troepen zich bevonden. Tegenwoordig hebben de forten nog dichte hagen van stekelige meidoorns die als natuurlijke rollen prikkeldraad hebben gediend. Ook zijn er vakken met hakhout. Dat werd niet alleen gesnoeid om de wallen met hout te versterken, maar diende ook als brandstof voor ovens en kachels. De forten in dat landschap hebben hun historische waarde behouden. Doordat de natuur er decennialang haar gang heeft kunnen gaan, zijn op veel forten de natuurwaarden hoog. De afwisseling en vele jaren rust hebben prachtige groene oases opgeleverd. Op het Fort bij Rijnauwen bijvoorbeeld is de natuur overweldigend en voelen dassen, reeën, vossen, ijsvogels, marters en vleermuizen zich er dan thuis. Ecologisch zijn de forten vanwege hun strategische ligging van grote waarde. Het zijn pieken van puimsteen en zand in een landschap van veen en klei. De stenen bouwsels, voorzien van stevige fundering, mochten natuurlijk niet langzaam wegzakken in de zachte drassige grond. In het verder natte landschap liggen ze hoog en droog. De gevolgen van menselijk militair ingrijpen zijn 200 jaar na dato nog duidelijk zichtbaar in zowel het landschap als de natuur.

Hotspots in de winter
De forten hebben gangen, kamers, spleten en spelonken. De temperatuur is er nagenoeg constant door de soms meters dikke bomvrije muren. Normaal huizen veel soorten vleer-
muizen in natuurlijk gevormde grotten. De dichtstbijzijnde zijn in Limburg of België, maar mede dankzij de forten, waar het rustig, donker en vochtig is, kunnen de dieren ook in dit deel van het land (over-)leven. De forten van de Stelling van Amsterdam liggen niet ver van elkaar, ongeveer drie kilometer. De locatie is afgestemd op vroegere schootsvelden. Opzet was dat de vijand niet tussen twee forten kon doorglippen zonder buiten bereik en zicht van het geschut te blijven. Voor veel diersoorten met een kleine ‘actieradius’ zoals vlinders is het een net overbrugbare afstand. Ze hoppen in de Randstad als het ware van fort naar fort; hotspots van rust en beschutting die dienen als refugium (locatie van een geïsoleerde of relicte populatie van een ooit wijdverspreide plant- of diersoort - IB). Zo overwintert in fort Edam het ‘roesje’, een inmiddels zeldzame vlinder.

Bloemrijke oases
Door de andere ondergrond en de hoge en droge ligging zijn er ook andere plantsoorten te vinden die normaal niet op deze plekken in het land voorkomen. Ook de afwezigheid van mest speelt een rol. Door de hogere ligging spoelt het er vanuit de landbouwgebieden ook niet naartoe. Glanshaverhooiland is een natuurtype dat hiervan profiteert. Normaliter is het kenmerkend voor rivierdijken, uiterwaarden en krijtafzettingen of lössgronden in Limburg maar het is dus ook op forten te vinden. In het voorjaar zijn er bloemrijke soorten als glanshaver, groot sleepkruid, gele morgenster, glad walstro en beemdkroon waarneembaar. Zij hullen de forten tijdens de bloeiperiode in prachtige kleuren. Ook allerlei mossen en varens, die oorspronkelijk groeien op rotswanden in zuidelijk of oostelijk Europa of de historische grachtwanden van Amsterdam en Utrecht, sieren de stenen wanden van de forten.

Niet vanzelf
Dat het linielandschap en de forten nog zo herkenbaar zijn, gaat niet vanzelf. Oprukkende steden en agrarische schaalvergroting zijn zichtbaar in deze oude ‘verboden kringen’. Als de natuur op de forten overal ongelimiteerd haar gang gaat, is de kans groot dat de gebouwen snel worden overwoekerd. Zorgvuldig maaien en afvoeren van plantmateriaal is nodig om het glanshaverhooiland en alle soorten die ervan profiteren de ruimte te geven. De gebouwen krijgen van Staatsbosbeheer een nieuwe bestemming als museum, kantoor of bezoekerscentrum, want gebruik geldt als de beste remedie om dit erfgoed voor de toekomst te behouden.

Ontdekken
De opengestelde forten vertellen de bezoeker een duidelijk verhaal. Die voorstelling van zaken is lastiger te maken voor de fietser of wandelaar die het tussenliggende linieland aandoet. Die moet de veelzijdigheid van het landschap op zich in laten werken en zijn fantasie gebruiken. Dat landschap is echter onlosmakelijk verbonden met de forten en vice versa. Het is als geheel ontworpen met een puur militaire doestelling.
Eeuwen later zijn de forten hun strategisch nut kwijt en is het land anders in gebruik. Maar het ontwerp dat er aan ten grondslag ligt, blijft zichtbaar. Staatsbosbeheer, de Stichting Liniebreed Ondernemen en de Vereniging Natuurmonumenten hebben de handen ineengeslagen voor (de organisatie van) een landelijk evenement om iedereen de kans te geven het te beleven: Mooi Linieland! Wonderlijk landschap tussen de forten.

Dit artikel verscheen eerder in: Monumentaal, nr 2, 2017 en was een initiatief van de Stichting Liniebreed Ondernemen.

Reageren