Couperusmuseum 20 jaar

Dit jaar viert het Louis Couperus Museum zijn twintigjarig jubileum. Ter gelegenheid daarvan organiseert het museum een tentoonstelling onder de titel Van ZERO tot kleine zielen.

Heeft Couperus hier ook gewoond? Deze vraag krijgt het museum veel voorgelegd. De vraag moet ontkennend worden beantwoord. Waarom is het museum dan hier gevestigd, is dan de volgende vraag. Deze laatste vraag leidde tot het idee een expositie te organiseren over de geschiedenis van het huis, Javastraat 17.

Avant-garde

In de jaren zestig was er aan de Javastraat 17 een galerie voor moderne kunst gevestigd. Niet zomaar een. De Internationale Galerij Orez (1960-1971) was een avant-garde galerie die gespecialiseerd was in de abstracte kunst van die tijd.

‘Orez’ was een omdraaiing van ZERO, een Duitse avantgarde stroming die nu pas internationaal naar volle waarde geschat wordt. Recent had het Stedelijk Museum in Amsterdam een ZERO-tentoonstelling.

Orez had de alleenvertegenwoordiging van de Nederlandse variant van die stroming, de Nul-groep, bestaande uit Armando, Henk Peeters, Jan Henderikse en Jan Schoonhoven. De galerie had ook kunstenaars als de nu wereldberoemde Yayoi Kusama, die in 1965 opzien baarde door de ‘seks-obsessies’ die zij in Orez exposeerde. De galerie werd geleid door Albert Vogel en Leo Verboon.   

Albert Vogel

De band tussen de galerie en het Louis Couperus Museum wordt in eerste instantie gevormd door de figuur van Albert Vogel, voordrachtskunstenaar, biograaf van Couperus en galeriehouder. Maar wat Louis Couperus en de ZERO-kunstenaars ook onderling verbindt is het feit dat het werk van de schrijver in zijn tijd eveneens als avantgardistisch gold.

Het is nu moeilijk voor te stellen dat de boeken van Louis Couperus omstreeks 1900 even zedeloos werden gevonden als de erotische kunst van Yayoi Kusama in 1965. “Sommige zijner boeken behoren tot de pornografische lectuur”, schreef bijvoorbeeld pater A.B.H. Gielen S.J. in 1917.   

Zo is er een onverwachte lijn in de historie van Javastraat 17. Zowel galerie als museum hebben onderdak geboden aan avantgardisten, elk op hun eigen terrein. De tentoonstelling en de begeleidende publicatie besteedt aandacht aan beide aspecten. De voorkamer is gewijd aan Louis Couperus, met de nadruk op De boeken der kleine zielen. In de achterkamer van het museum wordt de bezoeker meegenomen naar de roerige jaren zestig van de vorige eeuw.

Foto: taart ter gelegenheid van het tienjarig bestaan.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0