De Nederlanders in de Slag bij Waterloo

Wie aan de slag bij Waterloo denkt, denkt in de eerste plaats aan Engelsen en Pruisen die definitief afrekenden met Napoleon. In het nationale bewustzijn in Nederland is de slag langzaamaan verdwenen, terwijl duizenden Nederlanders aan de zijde van de geallieerden meevochten en zelfs van doorslaggevende betekenis waren. Mede door de lange neutraliteit van de 19e en begin 20ste eeuw werden de Nederlandse strijdkrachten van 1815 als onbenullig beschouwd, ten onrechte, zoals in dit stuk zal blijken. 

Een formidabele strijdkracht

Reeds half maart 1815 mobiliseerde het toenmalige Verenigde Koninkrijk der Nederlanden een veldleger om het grondgebied te beschermen, nadat Napoleon ontsnapte van het eiland Elba. Het veldleger bestond uit 30.000 man, afkomstig uit  het huidige Nederland en België, maar werd ook versterkt door enkele duizenden manschappen uit het Hertogdom Nassau. Hoewel nog maar net opgericht in januari 1814 bestond de landmacht voor een aanzienlijk deel uit ervaren officieren en lagere rangen. Deze hadden  in Franse dienst de afgelopen twee decennia aan menige campagne  deelgenomen in onder andere Duitsland, Spanje en Rusland. Elk infanteriebataljon, cavalerie regiment of artilleriebatterij telde binnen haar gelederen wel zo’n 20 – 30% aan veteranen. Het Nederlandse veldleger in 1815 was daarmee een strijdkracht om rekening mee te houden, al vertellen veel buitenlandse historici over de veldslag bij Waterloo iets heel anders. De Nederlandse militairen schuwden het gevecht in die dagen echter niet. Voorbeeld doet volgen en mythes omtrent de Nederlanders dienen recht gezet te worden.

Generaal-Majoor Van Bijlandt houdt stand

Op de linkerflank van het Anglo-Geallieerde leger onder het commando van de Hertog van Wellington stond die morgen van 18 juni onder andere de infanteriebrigade van Generaal-Majoor Van Bijlandt opgesteld. Twee dagen daarvoor waren  deze troepen al door de mangel gehaald tijdens de slag bij Quatre Bras, waar ze desondanks twee uur lang tegen een overmacht stand wisten  te houden alvorens versterkingen arriveerden. Nu stonden de troepen op de ochtend van de 18 juni wederom in de voorste linie om een Franse aanval af te slaan, terwijl ze achter zich de twee infanteriebrigades weten van de Britse generaal Picton. Toen de Fransen zich in grote getale tegenover de Nederlanders  opstelden  en  ook nog een enorme hoeveelheid artillerie verzamelden , beter bekend  als de ‘grote batterij’, gaf  de Nederlandse generaal Perponcher de order aan Van Bijlandt om ook zijn troepen veilig achter de heuvelrug terug te trekken en de aanval af te wachten. Inderdaad, in weerwil van wat historici al bijna 200 jaar herhalen, was de brigade Bijlandt geen schietschijf voor de Franse artillerie. De manschappen wachtten het Franse artillerie bombardement rustig af door plat in het gras te gaan liggen, naar het voorbeeld  van hun Britse kameraden.

Toen Napoleon zijn eerste grote aanval opende met het gehele legerkorps van generaal D’Erlon, waren het inderdaad Bijlandt’s mannen die deze als eerste moesten opvangen. Eventjes ging het goed, voordat ze moesten wijken onder de druk. Maar waar algemeen de verontwaardigde ‘boooohs’ en ‘aaaahs’ van de Britse soldaten worden aangehaald door historici over de vlucht van de Nederlandse brigade, herstelde deze zich binnen enkele minuten en nam  deel aan de tegenaanval om de Fransen succesvol van de positie te verdrijven. De tol in manschappen en ook gewonde  officieren is hoog, waaronder Van Bijlandt zelf, maar de eerste aanval is afgeslagen en mannen van het 27e Jagers voerden zo’n 2000 Franse krijgsgevangenen nog het volgende uur af naar Brussel. De brigade vluchtte niet van het slagveld, maar bleef tot in de vroege avond deelnemen aan de slag.

De heroïek van de Prins van Oranje

Menig generaal is geprezen voor zijn daden en beslissingen tijdens de slag bij Waterloo, zij het Fransman, Brit of Pruis. Daarentegen is de Prins van Oranje, commandant van het 1e Legerkorps en op de dag van 18 juni in bevel van alle troepen in het centrum van de linie te Waterloo, wel het meest verguisd en ondergewaardeerd. Tot in lengte van dagen droegen historici hem na hoe hij zowel te Quatre Bras als op Waterloo een eenheid van het Britse leger ten onrechte voorwaarts stuurde, die vervolgens klop kregen van Franse kurassiers. Alsof er geen andere commandanten waren die geen vergelijkbare fouten maakten. Wat voor de prins destijds onder zijn intimi een geliefkoosde bijnaam was; ‘Slender Billy’, werd door historici  gebruikt om hem te ridiculiseren en door het slijk te halen. Zonder twijfel was hij met zijn 23 jaar jong om een legerkorps te commanderen, zelfs na zijn eerdere ervaringen in de staf van de Hertog van Wellington ten tijde van de oorlog in Spanje, maar even zoveel andere generatiegenoten in heel Europa maakten in die dagen snel promotie in de diverse legers.

De prins excelleerde al twee dagen hiervoor te Quatre Bras, door op eigen initiatief extra troepen aan te trekken voor de divisie van generaal Perponcher, die ondertussen zwaar werd aangevallen.  Nu tijdens de slag bij Waterloo nam hij wederom het initiatief. De gehele dag was hij overal  te vinden om de troepen een riem onder het hart te steken. Juist wanneer de Fransen na de verovering in het centrum van de hoeve La Haye Sainte een voet aan de grond kregen in het centrum van de linie van de Hertog Wellington, verordonneerde de prins op eigen initiatief een tegenaanval om de druk er af te halen. Terwijl hij het 1e Regiment Nassau voorwaarts leidde, raakte de prins gewond in de schouder en zakte van zijn paard Wexy. Enkele Hannoveriaanse soldaten namen hem in een deken en droeggen de prins naar een van de huisjes van het gehucht Mont St. Jean, waaruit een deur  werd gerukt om de gewonde prins verder te dragen. Soldaten en officieren in zijn nabijheid sprak hij toe in het volste vertrouwen dat de slag gewonnen zal worden. Vervolgens  werd hij verzorgd en later die avond naar Brussel gebracht. Hier verwerft de prins zijn status als Held van Waterloo.

Chassé versus de Oude Garde

Op de ochtend van 18 juni stond de infanteriedivisie van generaal Chassé nog opgesteld in en rondom het dorpje Braine l’Alleud (Eigenbrakel in het  Nederlands) op de uiterste rechterflank van de Anglo-Geallieerde linie. Toen  de veldslag begon,stuurde Wellington Chassé echter naar het centrum van zijn positie, toen duidelijk werd dat Napoleon geen omtrekkende manoeuvre zou maken. Tegen de avond nam de Franse druk in het centrum enorm toe, evenals het aantal gesneuvelde en gewonde soldaten onder de hier opgestelde Britse, Hannoveriaanse en Nassausche eenheden. Allereerst stuurde  Wellington  enkele van Chassé’s bataljons naar het centrum  om de linie te versterken, waarna de generaal zelf poolshoogte kkwam nemen.  Tot zijn ontzetting was de aanwezige artillerie vrijwel door haar munitie heen. Binnen enkele minuten liet hij zijn bereden batterij onder commando van kapitein Krahmer de Bichin aanrukken, die direct het vuur  op de inmiddels oprukkende Oude Garde opende. De inzet van de Oude Garde was een laatste wanhoopspoging van Napoleon om door te breken en een overwinning te forceren. Enkele Britse bataljons wisten de garde tijdelijk terug te dringen, maar verkeerden daarna in wanorde. Het vooruitziende oog van de ervaren Chassé had al de gehele brigade van kolonel Detmers  laten aanrukken en onder luide ‘hoera’s’ en met slaande trom rukte deze voorwaarts om de keizerlijke garde op dit punt van het slagveld terug te werpen. Iets verder rechts van generaal Chassé verordonneerde  Wellington hetzelfde: ‘Up Guards and at them!’

Ondertussen stormden de infanteristen van Chassé voorwaarts en week de garde voor hen, om uiteindelijk de plaat te poetsen. Ze heroverden de boomgaard van de La Haye Sainte hoeve, chargeerden met de bajonet  richting Franse kurassiers, passeerden de Franse artillerie en rukten met rasse schreden op over het slagveld. Bij het kleine gehuchtje van La Maison du Roi ontmoetten ze de Pruisische troepen die bij Plancenoit  zijn doorgebroken. De slag is gewonnen en in grote paniek vluchtten de Fransen troepen en hun keizer van het slagveld. De Nederlandse troepen sliepen die nacht in het open veld te midden van de verschrikkingen van de slag, de honderden gesneuvelden en het kermen van duizenden gewonden. Generaal Chassé kan tevreden zijn en is hooguit ontstemt als blijkt dat zijn persoonlijke kok de benen heeft genomen.

Epiloog

Na de slag is de oorlog nog niet gedaan en vanaf 19 juni rukte het Nederlandse veldleger samen met de andere Geallieerde troepen op en viel Frankrijk binnen. Een deel marcheerde via Péronne op naar Parijs, waar begin juli de overgave werd getekend door de provisionele Franse regering. Napoleon had inmiddels al op 22 juni voor de tweede en ditmaal definitieve maal zijn aftreden bekend gemaakt. Een ander deel van het Nederlandse veldleger blijft achter in Noord-Frankrijk om diverse versterkte steden te belegeren, te weten Condé, Valenciennes en Le Quesnoy. Uiteindelijk bleef het veldleger nog tot eind november, begin december in Frankrijk om daarna terug te keren naar de depots en garnizoenen in het eigen koninkrijk. De Nederlanders namen verder geen aandeel in de militaire bezetting van Frankrijk, die nog tot 1818 voortduurde. Na de Tweede Vrede van Parijs ontving Nederland, onder andere, diverse gestolen kunstschatten terug en werd het grondgebied uitgebreid met Bouillon en een grote grenswijziging ten zuiden van Charleroi.

Historiografie

Ontelbare boeken zijn er over Waterloo verschenen. Voor ieder wat wils, van eenvoudige brochures tot diep doorwrochte studies. Elke natie die heeft deelgenomen kent zijn bekende kronikeurs en verzamelaars van ooggetuigen verslagen, zoals voor Groot-Brittannië William Siborne. In Nederland mogen we op datzelfde niveau twee personen erkennen voor hun zelfde inzet, namelijk Ernst van Löben Sels en Wopke Eekhoff. Beiden verzamelden respectievelijk in de jaren veertig en zestig van de 19e eeuw de ooggetuigenverslagen van nog levende Nederlandse veteranen en verwerkten die in hun publicaties van de veldslag en campagne van 1815. Hun werk vormde nog in het begin van de 20e eeuw de basis voor de grote historische werken ‘Prins Frederik en zijn tijd’ en ‘La campagne aux Pays-Bas de 1815’ van de militaire historici De Bas en T’Serclaes de Wommersom. Hun werken waren vooruitstrevend, maar tegelijkertijd zeer reactief tegen de in het buitenland gepubliceerde geschiedschrijving, waarin het aandeel van het Nederlandse veldleger onderbelicht werd of zelfs op denigrerende wijze werd weggezet.

Zelfs heden ten dage is er maar weinig plaats voor het Nederlandse aandeel in de (inter)nationale historiografie over de slag bij Waterloo. Op zich is dat niet geheel vreemd, want het is deels begrijpelijk dat buitenlandse historici de Nederlandse taal niet altijd machtig zijn om onderzoek te plegen. Bovendien heeft er lange tijd ook in Nederland de opinie geheerst onder historici dat er nog maar weinig origineel archiefmateriaal aanwezig zou zijn geweest over deze periode, nadat tweemaal in 1944 en 1945 een bombardement plaatsvond in Den Haag en een deel van de bescheiden van de Sectie Militaire Krijgsgeschiedenis van het Ministerie van Oorlog in brand opging. Gelukkig blijkt echter dat hier slechts kopieën waren opgeslagen en dat reeds voor 1940 alle officiële bescheiden van het veldleger elders waren opgeslagen in archieven. Daarnaast heeft actief onderzoek de afgelopen tien tot vijftien jaar nog veel meer materiaal uit die dagen van 1815 boven tafel gehaald, waarmee men zeker kan stellen dat hier in Nederland een enorme schat aan documenten beschikbaar is voor hernieuwd onderzoek naar en erkenning van deze periode uit onze geschiedenis. Iets wat in het licht van de aanstaande viering van 200 jaar koninkrijk zeker toepasselijk is.

Onderstaande bronnen geven een overzicht van moderne publicaties en recent onderzoek als wel van oudere uitgaves.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0

Reacties

De drie 19e eeuwse boeken kan men overigens online vinden via Google Books!
Wie overigens geïnteresseerd is in mijn eigen publicaties vermeld in de bibliografie, kan een kijkje nemen op: http://1815fieldarmy.nl/