Van Houten's Medicijn

In de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw was Van Houten hét merk als het ging om chocolade poeder. Deze en andere chocoladeproducten waren wereldwijd bekend en werden in vele landen verkocht. Waarschijnlijk veel minder bekend is Van Houten’s geschiedenis in de medische sector.

Machtig Van Houten
De fabriek en het hoofdkantoor van het grote bedrijf waren gevestigd in het kleine stadje Weesp. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de chocoladefabriek redelijk wat invloed had op de omgeving. Van Houten was de grootste en rijkste werkgever van de omgeving, een zeer groot gedeelte van de arbeiders werkte voor Van Houten.
Deze belangrijke positie zorgde er ook voor dat er altijd enkele Van Houten (en/of Van Mesdag) familieleden in de gemeenteraad van Weesp zaten. Zo zaten in 1896 drie van de vier Van Houten directeuren in de raad. Dit waren Casparus Johannes van Houten, Geert van Mesdag en Douwinus Johannes van Houten. Douwinus is ook lang wethouder van de stad geweest. Naast hun eigen posities zorgden de Van Houten’s dat ze altijd enkele ‘marionetten’ in de raad hadden, zodat ze meer invloed uit konden oefenen.
De gemeenteraad was verdeeld in de Zevenster, die kwam op voor de arbeiders en middenstand, en de Zeshoek. De laatste was de ‘spreekbuis’ van Van Houten. Aan het begin van de 19de eeuw was de invloed van Van Houten mogelijk vrij groot, later deze eeuw nam de invloed op de politiek snel af.

Sloten en een bedrijfsarts
Dit bleek in een conflict in de gemeenteraad. Het ging om de sloten in de arbeiderswijk. Volgens gemeenteraadslid en bedrijfsarts van Van Houten, J. Keyzer waren deze sloten de oorzaak van vele ziektegevallen in de wijk. Hij diende een voorstel in om de sloten te laten dempen. Van Houten was het hier om onbekende redenen niet mee eens en werkte Keyzer tegen. Het voorstel werd niet aangenomen door de gemeenteraad.
Om alsnog zijn gelijk te halen, stapte Keyzer naar de commissaris van de koningin. Toen de commissaris naar Weesp kwam werd hij van het treinstation gehaald door een koets van Van Houten die hem door heel Weesp bracht. Daarna werd hij zeer tevreden weer op het station afgezet. De sloten zouden niet gedempt worden.
Dat Van Houten het niet prettig vond om tegengewerkt te worden blijkt uit de acties die ze hierna ondernamen tegen hun bedrijfsarts. J. Keyzer werd ontslagen als arts door Van Houten en daarnaast ook uit de gemeenteraad gezet. Hiermee was het probleem ‘opgelost’.

Medicijnen
Kunnen we uit dit verhaal opmaken dat gezondheid van mensen Van Houten niet interesseerden? Als dit zo is, was de kijk van het bedrijf in 1930 compleet veranderd. Toen richtte Van Houten samen met Philips het bedrijf Philips-Van Houten op. Deze firma maakte vitamine-D chocoladepastilles, een goede combinatie van de kennis van beide bedrijven. Door het chocoladelaagje hoopten ze dat kinderen dit alternatief van levertraan lekker zouden vinden en het goed zou verkopen.
De Philips-Van Houten productie kwam op het Van Houten fabrieksterrein in Weesp. Ondanks dat Van Houten in 1935 uit de samenwerking stapte, bleef het dochterbedrijf bestaan in Weesp. Philips-Van Houten bestaat na vele fusies en naamsverandering nog steeds als vestiging van Abbott Laboratories.
Elf jaar later keerde Van Houten weer terug naar de farmaceutische sector. Dit blijkt uit een akte van overeenkomst tussen Van Houten en het Nederlandsch Instituut voor Volksvoeding.
De chocoladefabriek stelde een bedrag van maximaal 100.000 gulden beschikbaar voor onderzoek naar een geneesmiddel tegen tuberculose. Als dit geneesmiddel gevonden zou worden, zou Van Houten dit gaan produceren en verkopen. Het grootste gedeelte van de winst zou dan ook voor Van Houten zijn.
Was winst de enige reden voor Van Houten om deze stappen op de farmaceutische markt te zetten, of waren er nog andere oorzaken?

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1