Graven van Maya’s laten stuiptrekkingen van machtige beschaving zien

De ontdekking van de graven van 47 Maya's, waaronder 30 kinderen, bevestigen de miserabele toestand waarin ooit zo ontwikkelde cultuur verkeerde aan het begin van de Spaanse aanwezigheid in Zuid- Amerika.

De stoffelijke resten laten duidelijk zien dee 47 Maya's, en dan vooral de kinderen, ernstig ondervoed waren en bloedarmoede hadden. “Het onderzoek wijst erop dat de sterftecijfers onder kinderen hoog waren, waarschijnlijk door slechte gezondheid en ondervoeding in een populatie die in de zestiende eeuw met enorme armoede te maken had,” aldus archeloog Sandra Elizalde. De armoede blijkt ook uit de zeer bescheiden offers die de kinderen in hun graf meekregen.

 Naast de resten van kinderen zijn de stoffelijke resten van nog zeventien andere mensen aangetroffen. Van enkele botten is al duidelijk dat het om volwassenen gaat, de rest is moeilijk te identificeren. Twee van de zeventien stoffelijke resten werden in urnen aangetroffen. De rest lag los in het graf en werd eveneens vergezeld door zeer eenvoudige offers.

De onderzoekers deden hun ontdekking in de Mexicaanse staat Quintana Roo, op het schiereiland Yucatan. Dat de Maya’s het juist hier zo zwaar hadden, is goed te verklaren. De Spanjaarden deden er zo’n twintig jaar over om de Maya’s in de her en der verspreide steden in dit gebied op de knieën te dwingen. Zodra dat gelukt was, vestigden de Spanjaarden zich in het westen. Het oostelijke deel (wat nu Quintana Roo is) leed daar enorm onder, omdat de handelsroutes met het westen hierdoor wegvielen. Het gebied verarmde. De graven laten de stuiptrekkingen van die ontwikkelingen zien. Niet lang daarna zouden de Maya’s het gebied verlaten.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0