Anna Roemersdr. Visscher

Anna Roemersdochter Visscher (Amsterdam, 1583) is de oudste dochter van graanhandelaar, verzekeraar en dichter Roemer Jansz. Visscher en de oudere zuster van Maria Tesselschade.

Roemers Visscher groeide op in een artistiek milieu. Zij en haar zusjes Geertrui en Maria Tesselschade kregen een brede opvoeding en werden geschoold in talen als Italiaans, Frans en Latijn. Zij leerden musiceren, glas graveren, borduren, tekenen, zingen en zwemmen in de Amstel waaraan het gezin een buitenhuis bezat. Haar vader hield in hun huis aan de Geldersekade literaire bijeenkomsten, waar onder andere de dichters Hooft, Vondel, Coornhert en Bredero bij aanwezig waren. Zo groeide Roemers Visscher op tussen de literatoren. Zij mocht hen rekenen tot haar vriendenkring.

Anna Roemers Visscher had zelf ook ambities op het literaire vlak en het maken van emblemen. In het in 1602 verschenen boek Cent emblèmes chrestiens van Georgette de Montenay maakte Roemers Visscher vertalingen van de onderschriften. In 1620 bezorgde ze een uitgave van Sinne-poppen, een bundel van haar vader, waarbij zij tweeregelige epigrammen toevoegde aan diens uitleg bij de emblemen. Haar debuut kwam enkele jaren eerder, in 1616, in Heinsius’ bundel Nederduytsche poemata. De hoogleraar was zeer van haar dichtkunst onder de indruk en schreef er enkele lofdichten over. Roemers Visscher reageerde hier – in een gedicht – spottend op. Ook dat gedicht werd gepubliceerd in Heinsius’ bundel.

Roemers Visser schreef een gedicht over de ontsnapping van haar vriend Hugo de Groot uit Slot Loevestein, dat De Groot zelf vertaalde naar het Latijn. Roemers Visscher speelde een belangrijke rol in Jacob Cats’ Silenus Alcibiadis (1618); niet alleen neemt Cats een door Anna gedicht lofdicht op het boek is door hem opgenomen in het voorwerk. Net als in zijn vorige boek, Maechden-plicht (1618) – dat Cats zelfs aan Roemers Visscher opdroeg – prijst hij haar met lof. Anna Roemers Visscher heeft zelf echter nooit haar werk gepubliceerd; de werken die er van haar hand zijn overgeleverd, zijn opgenomen in bundels van anderen. Alleen haar handgeschreven en prachtig gekalligrafeerde boekje Letter-juweel is bewaard gebleven. Haar zoon Romanus wil de gedichten van zijn moeder – na diens dood – en zijn tante Maria Tesselschade niet bundelen, aangezien hij de kwaliteit onvoldoende acht.

Anna Roemers Visscher huwde in 1624 met Dominicus Boot van Wesel. Zij vestigden zich in Wieringerwaard, waar Boot van Wesel was benoemd tot dijkgraaf en baljuw. Als gevolg van haar huwelijk stapte ze van de gereformeerde kerk over naar de katholieke kerk. Roemers Visscher beviel in 1625 in Alkmaar van Romanus en een jaar later in Den Haag van haar tweede zoon, Johannes. De beide zoons volgden een opleiding op de Jezuïetenschool te Brussel. In die tijd kwam Roemers Visser vaak in de Zuidelijke (katholieke) Nederlanden, dat toen, onder leiding van Spanje, in oorlog was met de Noordelijke Nederlanden. Roemers Visser hoopte dat de oorlog snel voorbij zou zijn. Na hun opleiding gingen beide zonen studeren in Leiden. Haar jongste zoon overleed daar in 1647. Romanus promoveerde en Anna verhuisde terug naar Alkmaar.

Anna overleed op 6 december 1651. Vijf dagen na haar dood werd zij bijgezet in de Grote of Sint Laurenskerk in Alkmaar. Haar levenspreuk was: Genoeg is mee. Wat het leven haar gaf, stemde haar tevreden.

In de negentiende eeuw zijn de – sterk moralistische – gedichten van Anna Roemers Visscher herontdekt.

 

Ter illustratie: Sonnet Aen de Zeeusche Poëten.

 

Ghy altijt lustich volck, dat met u gheest ghewoon
Te sweven zijt om hooch, en welcoom by de Gooden,
Die u alst feest-dach is op haer bancquet doen nooden
En boven aen het naest Iupiters wijste soon.

 

O lucksch teghen-deel! van die om wanckel loon
Vermuffen op 'tCantoir (een graf van sulcke dooden)
V eer ick in mijn hert, u vier ick, als de booden
Van de onsterflickheyt, belommert met haer croon.

Ick heb onlangs verstaen dat ghy met schrandre listen
In Zeelant u quartier begint te Alcumisten
Om gout te maken? Neen! Maer grooter Meester-stick
Neemt ghy-lie by der hant, 'tzijn wonderlicker curen
Cunt ghy u Nachtegael doen soetjens tureluren
Die in sijn moeders tael roept kick, borr kick, kick kick.

 

 

Functie / titel:
dichter
Geboorte- en sterfdatum:
5 december 1584 / 6 december 1652
Plaats geboorte:
Amsterdam
Plaats sterven:
Alkmaar
Sekse:
Vrouw
Woonplaatsen:
Amsterdam, Alkmaar, Wieringerwaard, Den Haag
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0