Constantijn Huygens

Constantijn Huygens was een man van vele talenten. Bij de meeste Nederlanders zal hij bekend staan om zijn dichtwerk, maar daarnaast diende hij drie prinsen van Oranje, was hij een geslaagd componist, bespeelde hij meerdere instrumenten en stond hij in contact met enkele van de grootste namen van zijn tijd.

Constantijn werd geboren aan de Nobelstraat in Den Haag als zoon van Christiaan Huygens, de secretaris van de Raad van State, en Suzanna Hoefnagel, de dochter van een Antwerpse schilder. Constantijn en zijn broer Maurits kregen al vanaf jonge leeftijd muziekonderwijs. Hij leerde noten lezen en de viola da gamba te bespelen, de zeventiende eeuwse voorloper van de moderne viool. Naast muziek genoot de jonge Constantijn een zeer brede opleiding. Er was natuurlijk veel aandacht voor talen, wat hem later als diplomaat goed van pas zou komen. Ook leerde Constantijn wiskunde, paardrijden, schermen en tekenen.

Op eigen benen

Samen met zijn broer Maurits studeerde Constantijn in 1617 Rechten aan de Universiteit Leiden. Nadat hij zijn studie had afgerond, kwam hij terecht in de kring rondom sir Dudley Carlton, de Engelse gezant in de Republiek. Samen met hem vertrok Constantijn enige tijd naar Engeland, waar hij de taal leerde en voor niemand minder dan koning James I een luitconcert gaf.

Constantijn wachtten grote avonturen toen hij in 1620 als secretaris ging werken voor de diplomaat François van Aerssen. Deze ging voor onderhandelingen naar Venetië en Constantijn reisde in zijn entourage mee. In Venetië keek de jonge Constantijn zijn ogen uit op de bouwwerken van Andrea Palladio, een zeer invloedrijk Italiaans architect. Ook woonde hij een concert bij van Claudio Monteverdi, een net zo invloedrijke Italiaanse componist en ontmoette hij Antonio Priulli, de Doge van Venetië. Een jaar later trok Constantijn wederom als secretaris naar Engeland, om daar te werken voor de Nederlandse gezanten. Daar viel hem een hele bijzondere eer ten deel: koning James I sloeg hem tot ridder.

 In zijn jonge jaren als diplomaat leerde Constantijn voor het eerst de dichters P.C. Hooft en Anna Visscher kennen. In zijn vrije tijd schreef Constantijn zelf ook. Als jongeman publiceerde hij een boek met karakterschetsen, een aantal satires en een lofzang op zijn woonplaats Den Haag.

On top of the world

Diplomaat, dichter en reiziger: Constantijn was hard op weg een naam voor zichzelf te maken als gecultiveerd man. Stadhouder Frederik Hendrik vroeg hem om zijn secretaris te worden, waarmee Constantijns carrière nieuwe hoogte bereikte. Hij leerde in 1626 Suzanna van Baerle kennen en werd smoorverliefd op haar. Met zijn sonnetten probeerde Constantijn haar hart te veroveren, en met succes: op 6 april 1627 trad het stel in het huwelijksbootje. Ze kregen samen vijf kinderen, onder wie Christiaan Huygens, die uit zou groeien tot een belangrijk natuurkundige.

Promotie volgde in 1630, toen de Oranjes hem benoemden tot raad en rekenmeester. Hij kreeg een mooi stuk grond toegewezen bij het Binnenhof (aan het huidige Plein), waar Constantijn een riant onderkomen liet bouwen voor zijn familie. Hij trad in contact met een hele reeks aan grote namen; van zijn oude vriend P.C. Hooft en andere leden van de Muiderkring tot Rembrandt van Rijn en zelfs de Franse filosoof René Descartes. Een paar jaar later volgde zijn benoeming tot Ridder in de Ordre de Saint Michael, door de Franse koning Lodewijk XIII. Naast zijn drukke baan besteedde Constantijn veel tijd aan het componeren van muziek en het schrijven van gedichten. Met vier gezonde kinderen, een liefhebbende vrouw en een vijfde dochter op komst leek het leven Constantijn toe te lachen.

Tragedie

Maar in 1637 sloeg het noodlot toe. Vrouw Suzanna stierf tijdens de geboorte van haar dochter. Constantijn was buiten zichzelf van verdriet. Pas na vele maanden kon hij zijn verdriet onder woorden brengen in het gedicht Op de dood van Sterre, zoals hij zijn vrouw liefkozend noemde. Het vormde het slotstuk voor zijn onvoltooide bundel Dagh-werck, dat zijn leven met Suzanna had moeten verbeelden. Vijf jaar later werd Constantijn weer diep getroffen toen zijn broer Maurits overleed.

Buiten zijn persoonlijke tragedies ging het werk gewoon door. Constantijn bleef sterk betrokken bij het reilen en zeilen van de Republiek en bovenal de stadhouders, ook onder de opvolgers van Frederik Hendrik. Constantijn bleef daarnaast dichten en componeren en waagde zich voor het eerst aan epigrammen, korte en spitsvondige gedichten vol woordgrappen.  In 1647 publiceerde hij zijn eerste collectie muziekstukken onder de titel Pathodia sacra et profana; elf jaar later verscheen een grote bundel met al zijn Nederlandstalige gedichten: Koren-bloemen.

Wanneer Willem II plotseling aan de pokken overlijdt in 1651, treedt Nederland het Eerste Stadhouderloze Tijdperk in en is er ook voor Constantijn opeens een stuk minder werk. Hij richtte zich steeds meer op het beheren van de goederen en bezittingen van de Oranjes, waarvoor hij veel moest reizen. Tussen 1661 en 1665 verbleef Constantijn aan het hof van de Lodewijk XIV om te onderhandelen over het prinsdom Orange in Frankrijk, één van de bezittingen van de Oranje familie. Ondertussen waren zijn kinderen langzaamaan volwassen geworden en sloegen ze ieder hun eigen weg in. Zoon Christiaan wijdde zich aan de wetenschap, dochter Suzanna trouwde en baarde al snel haar eerste kind. Met zoon Phillips liep het slechter af: hij overleed na een kort ziektebed.

Oude dag

Een tweede druk van Koren-bloemen, met nieuwe gedichten, verscheen tijdens het rampjaar 1672. Franse, Engelse en Duitse troepen trokken de Republiek binnen, met catastrofale gevolgen van dien. Tijdens de oproer kwam Willem III als stadhouder aan de macht. Omdat Constantijn altijd loyaal was gebleven aan de Oranjes, konden zijn zonen Lodewijk en Constantijn nu rekenen op bestuurlijke posities onder het nieuwe regime.

Zelfs op zijn oude dag wilde Constantijn niets weten van pensioen, of 'het rustiger aan doen'. Op zijn 88e maakte hij nog een inspectiereis voor de Oranjes. Zijn laatste jaren besteedde Constantijn steeds meer met het schrijven van muziek, maar de dichtkunst gaf hij nooit op. Constantijn stierf op 90-jarige leeftijd op 28 maart 1687. Zijn lichaam werd begraven in de Grote Kerk in Den Haag.

 

Functie / titel:
dichter, geleerde, staatsman, diplomaat, componist
Geboorte- en sterfdatum:
4 september 1596 / 28 maart 1687
Plaats geboorte:
Den Haag
Plaats sterven:
Den Haag
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Den Haag

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0