Dirck Volckertszoon Coornhert

Dirck Volckertsz. Coornhert (Amsterdam 1522 - Gouda 1590) komt uit een welvarend en een cultureel en intellectueel gezin. Hij moet gedegen huisonderwijs gehad hebben en werd - toen hij zestien jaar was - in staat gesteld een educatieve reis naar Italië en Spanje te maken. In 1539 trouwde hij tegen de zin van zijn moeder (zijn vader was al eerder overleden) met de twaalf jaar oudere Cornelia Symonsdochter en zij vestigden zich in Haarlem. Coornhert beschikte over een groot tekentalent en hij verdiende aanvankelijk de kost als graveur en etser. Een paar jaar later verkreeg hij de functie van hofmeester van de edelman Reinier III van Brederode, die verblijf hield op Batestein bij Vianen. Hier kwam hij in aanraking met protestantse en antiroomse ideeën. Hier leerde hij ook het hofleven kennen en de omgang met leden van de Hollandse adel. Al na twee jaar keerde hij, na ruzie met zijn werkgever, terug naar Haarlem. Van 1543 tot 1567 blijft hij daar wonen. Hij werkte als graveur, bekwaamde zich als jurist, leerde Latijn en schreef poëzie en toneelstukken en vertaalde klassieke Latijnse werken in het Nederlands. Ook begon hij beschouwelijk werk op het terrein van de ethica te schrijven. Het bijzondere hiervan is, dat hij die in het Nederlands schreef, en niet, zoals gebruikelijk, in het Latijn.

In 1562 werd Coornhert tot stadssecretaris benoemd. De oplopende politieke spanningen maakten veelvuldige onderhandelingen tussen steden en de regering in Brussel nodig. Coornhert trad vaak op als onderhandelaar voor Haarlem. De tolerante Coornhert moest niets hebben van de steeds scherper wordende toon en de onverdraagzaamheid van de dogmatische calvinisten. De beeldenstorm van 1566 ging, mede door Coornherts toedoen, aan Haarlem voorbij. De tolerante houding van Coornhert jegens andersdenkenden maakte hem verdacht en hij voelde zich in 1567 genoodzaakt Haarlem te verlaten en naar Keulen te gaan. Enkele maanden later meende hij dat de kust weer veilig genoeg was, om terug te keren. Maar daarin vergiste hij zich. Hij werd gearresteerd en in Den Haag gevangen gezet. Vooral zijn vlucht naar Keulen vonden de rechters verdacht en werd gezien als bewijs van schuld aan het aanhangen van verkeerde sympathieën. Men verdacht hem zelfs van ketterij. Om onbekende redenen werd hij voorlopig vrijgelaten, op voorwaarde dat hij zich beschikbaar zou houden voor verder verhoor en onderzoek. Coornhert vluchtte echter weer naar Keulen en ging vandaar naar het tolerante Xanten, waar zijn vrouw zich bij hem voegde.

Op 1 september 1568 werd hij bij verstek veroordeeld tot verbanning en zijn bezittingen verbeurd verklaard. Hij zou tot in 1576 in Xanten blijven, ondanks een tijdelijke terugkeer naar Holland in 1572 toen hij, in dienst van de Prins van Oranje, secretaris werd van de Hollandse Statenvergadering. In deze functie onderzocht hij de klachten over het wangedrag van de geuzen. Hij uitte ongezouten kritiek op de methode van klachtenbehandeling, hetgeen de geuzenleider Lumey in het verkeerde keelgat schoot. Gevolg: in 1573 was Coornhert weer terug in Xanten, waar hij zijn oude beroep van graveur weer opvatte.

De Pacificatie van Gent in 1576 maakte het voor Coornhert mogelijk weer terug te keren naar Haarlem, waar hij weer notaris kon worden. Van de gemeente Haarlem kreeg hij een schadevergoeding wegens het leed dat hij geleden en de vervolgingen waaraan hij blootgestaan had. Hij bleef in woord en geschrift polemiseren en discussiëren. Hij genoot hierin grote vrijheid, omdat hij protectie genoot van de Prins en belangrijke Haarlemse regenten. Pogingen hem het zwijgen op te leggen mislukten. Maar na de moord op de Prins in 1584 leek het Coornhert toch verstandiger om zich elders te vestigen. Zijn vrouw was in hetzelfde jaar overleden. Hij probeerde zich aanvankelijk in Delft en Leiden te vestigen, maar deze pogingen mislukten. In arren moede ging hij naar Embden, waar hij tot 1588 verbleef. In dat jaar kreeg hij toestemming van het stadsbestuur van Gouda om zich in deze tolerante stad te vestigen. Ook in Gouda bleef hij schrijven en polemiseren. Maar op 18 oktober van het jaar 1590 sterft Coornhert in Gouda, waar hij in de St.-Janskerk begraven ligt. In zijn Goudse periode zijn veel van zijn werken gedrukt door de aldaar woonachtige drukker Jasper Tournay.

Functie / titel:
Schrijver, staatssecretaris
Geboorte- en sterfdatum:
30 november 1521 / 29 oktober 1590
Plaats geboorte:
Amsterdam
Plaats sterven:
Gouda
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Amsterdam, Haarlem, Gouda

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0