Frederik II van Pruisen

Op 24 januari 1712 werd Frederik van Pruisen geboren als vierde van de veertien kinderen van koning Frederik Wilhelm I van Pruisen en Sophia Dorothea van Hannover in de dynastie van Hohenzollern. Zijn oudere broers, Frederik Lodewijk en Frederik Willem, stierven in hun babytijd, zodat Frederik als oudste zoon werd beschouwd.

Jonge jaren
De jonge prins was erg zachtaardig en hield van kunst. Zijn vader, wiens bijnaam ‘de soldatenkoning’ luidt, strafte hem daar openlijk voor, zowel fysiek als geestelijk. Frederik Wilhelm stelde strenge eisen aan de opvoeding en opleiding van zijn zoon. Hij wilde dat zijn zoon een militaire opleiding zou volgen. Frederik daarentegen voelde meer voor literatuur en muziek. Hij hield van lezen, tekenen en musiceren. De kroonprins  was een verlicht denker: hij correspondeerde met de Franse filosoof Voltaire. Een correspondentie waar zijn vader fel op tegen was. Te meer nog omdat de correspondentie in het Frans was: een taal die Frederik perfect beheerste in tegenstelling tot het Duits. Frederik huurde zelfs iemand in als hij in het Duits moest communiceren. Voltaire zou geregeld bij Frederik op bezoek komen. De twee verloren echter het contact in de jaren zestig van de achttiende eeuw. Voltaire schreef over Frederik:

's Morgens is hij een groot koning,
na de maaltijd een groot schrijver,
de hele dag een menselijk filosoof
en 's avonds een voortreffelijk gastheer

In 1730 kwam de botsing tussen vader en zoon tot een hoogtepunt. Frederik had, samen met zijn vriend Katte, het plan opgevat om te vluchten naar Engeland. Het plan mislukte. De koning liet zijn zoon gevangen zetten en Katte onthoofden.

Huwelijk
Met zijn instemming tot een huwelijk met Elisabeth Christine van Braunschweig-Bevern stemde Frederik zijn vader mild. Het kwam zelfs min of meer tot een verzoening. In 1733 werd het huwelijk voltrokken, maar al snel bleek het een foute keuze: het pasgetrouwde stel was niet gelukkig. Het echtpaar bleef kinderloos.

Muziek
Vanaf 1736 woonde Frederik met Elisabeth op Slot Rheinsberg, waar hij zijn leven kon wijden aan kunst en cultuur. In 1738 nam hij Carl Philipp Emanuel aan, de zoon van Bach, als musicus, die twee jaar later muziekleraar en klavecinist zou worden aan het hof in Berlijn, wanneer Frederik de troon zou bestijgen. In het jaar dat hij koning werd, werd voor Frederik de opera Under den Linden gesticht door Carl Heinrich Graun en Johann Adolf Hasse. Die eerste had sinds 1935 de leiding over de muziek aan het hof van de Pruisen en was een broer van Johann Gottlieb Graun, die al sinds 1732 in dienst was van Frederik als componist van instrumentale muziek. In 1741 benoemde Frederik zijn fluitleraar Johannes Joachim Quantz, die hem vanaf 1728 les gaf in fluitspelen tot hofcomponist.

Koning
In 1740 werd Frederik koning van Pruisen na het overlijden van zijn vader. Hij was een hervormde vorst en voerde veel positieve wijzigingen door. Zo schafte hij het folteren af. Hij stelde zich tolerant op ten opzichte van religieuze minderheden. Toch veranderde Frederik niet alles na de dood van zijn vader: hij hield vast aan de hiërarchische structuren die zijn vader had aangebracht in het binnenlandse beleid.

De regeerperiode van Frederik verliep niet zonder slag of stoot: al direct in 1740 brak de Schlesische oorlog uit, waaraan Frederik zelf deelnam als militair. Deze oorlog zou vijf jaar duren. In de Zevenjarige Oorlog, tussen 1756 en 1763, was het kantje boord voor Frederik en zijn uitgedunde troepen. Zij stevenden af op een nederlaag in 1759, maar het lot was hen gunstig gezind. Frederik wenste echter dat hij dood was en overwoog ten tijde van de gevechten te vluchten.

Bijnaam
Hoewel Frederik niet groot qua postuur was, eerder klein, kreeg hij de bijnaam ‘de Grote’ vanwege zijn optreden in de Zevenjarige Oorlog. Zijn discipline moet groot geweest zijn; ondanks de strenge en bestraffende manier van opvoeden, waarbij hij zijn liefde voor kunst en cultuur wegcijferde, liet hij zich niet klein krijgen door zijn intimiderende vader. Met diplomatie, bestuurlijke en (militaire) kennis en vaardigheden wist Frederik handig te onderhandelen in conflicten en zo het Pruisisch grondgebied te beschermen.

Overlijden
Op latere leeftijd zorgde Frederik ervoor dat er honderden scholen werden gebouwd en dat de rechtspraak verder werd uitgebreid. Zelf was de koning een eenzame man geworden, die liever in de buurt van honden was, dan van mensen. Hij stierf op 17 augustus 1786 in zijn stoel op het slot Sanssouci in Potsdam. Pas vijf jaar later ging zijn laatste wens in vervulling: begraven worden in de tuin van het slot. Aangezien Frederik kinderloos was gestorven, werd hij opgevolgd door zijn neef, Frederik Wilhelm II.

Overlevering
Van de poëzie die door Frederik is geschreven, is een deel overgeleverd. De poëzie stamt uit verschillende fases van zijn leven. Frederik schreef daarnaast ook filosofische essays en brieven. Hella S. Haasse werpt een literaire blik op deze brieven en het leven aan het hof in het tweede deel van haar roman Mevrouw Bentinck: de groten der aarde.

Naast het geschreven woord is er ook beeld en architectuur van de hand van Frederik overgeleverd. Frederik leverde zelf een bijdrage aan de bouw en verbouwingen van Slot Charlottenburg, Slot Sanssouci, Slot Rheinsberg en het Neue Palais in Potsdom door bouwtekeningen te maken. Alle gebouwen werden opgetrokken in Rococo-stijl

Aardappel
Een andere verdienste van Frederik is de invoering van de aardappel als voedsel voor het volk. Op 24 maart 1756 beval hij dat de aardappelplant overal gepland moest worden en dat iedere burger bekend moest worden met het consumeren van dit voedsel. Later, in 1774 wilde Frederik de aardappel verplicht stellen, maar dit werkte averechts. Niet veel later verbood hij het de gewone burgerij om de aardappels te eten en werd de aardappel een ‘koninklijke lekkernij’. Dat hielp, want binnen een mum van tijd aten alle onderdanen aardappels.

Negatief in het nieuws
De nazi’s gebruikten het beeld van Frederik – een Pruisisch-Duitse militaire agressor – als propaganda voor hun regime. Met de viering van de driehonderdste geboortedag van Frederik, in 2012, is zijn naam echter in ere hersteld.

Bijnaam / pseudoniem:
Frederik de Grote
Functie / titel:
Koning, vorst, kroonprins, kunstenaar
Geboorte- en sterfdatum:
24 januari 1712 / 17 augustus 1786
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Pruisen, Berlijn, Potsdam

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0