Hendrik van Veldeke

Hendrik van Veldeke was een van de eerst dichters in de Nederlandse taal. Hij componeerde dichtwerken en liederen voor lokale vorsten en heren en groeide uit tot een beroemd en invloedrijk dichter.

In gods namen ende in sijnen vreden
Soe beghennen wij deser reden

Hendrik kwam uit een lage adelijke familie uit de buurt van het Belgische Hasselt. Hij genoot een goede opleiding want hij sprak naast zijn lokale dialect ook Frans, Duits en Latijn. Het is zelfs mogelijk dat Hendrik als jongeman opgeleid werd tot geestelijke. Veel is namelijk niet bekend over zijn leven. Wel zijn enkele van zijn werken bewaard gebleven, waardoor we een idee kunnen krijgen van zijn carrière en zijn leefwereld.

Biopic

Der edel sinte Seruaes,
Die gode lieff is ende was,
Dat hi en at noch en dranck
Als hij die misse sanck
Werdelike, als heme wale ghetam.

Het eerste grote werk van Hendrik dat we kennen is een levengeschiedenis van St. Servaas, die hij schreef in opdracht van de Hessel, koster van het Servaaskapittel, en Agnes van Metz, gravin van Loon. De priesters van de St. Servaaskerk deden er alles aan om pelgrims naar het graf van St. Servaas in Maastricht te lokken, en Hendrik's talenten kwamen daarbij goed van pas. In het eerste deel wordt het leven van St. Servaas beschreven, hoe hij uit Tongeren had moeten vluchten als bisschop omdat de zondige bevolking hem weg wilde hebben. Servaas leerde ondertussen dat God de Tongenaren wilde straffen voor hun slechte daad, door de Hunnen op hen af te sturen. Ondanks de smeekbeden van Servaas lukte het hem niet de straf af te weren, wel zorgde hij er voor dat alle zijn voormalige parochianen naar de hemel gaan. In het tweede deel worden de wonderen van Servaas na zijn dood beschreven.

Zijn tweede en grootste werk is de Eneasroman, een variatie op het verhaal van de Trojaanse held Aeneas zoals dat werd gedicht door de Romeinse dichter Vergilius. Het is de eerste hoofse roman in een Germaanse taal. Onmogelijke liefde, ridderlijkheid en het leven aan het hof spelen de hoofdrol, naar Frans voorbeeld. Zijn vergelijking van de uitbundigheid van de bruiloft van de held Aeneas met de hofdag van Frederik Barbarossa in Mainz in 1184, zou een teken kunnen zijn dat Hendrik onderdeel was van de keizerlijke entourage.

Hendrik liet de gravin van Kleeff als één van de eerste zijn nieuwe werk lezen rond 1175. Het werk was grotendeels af maar het zou nog jaren duren tot het "gepubliceerd" kon worden. Dankzij een onoplettende (of omgekochte) hofdame werd het manuscript gestolen. Toen Hendrik in 1184 in aanraking kwam met de paltsgraaf van Thüringen, legde die hem het oude manuscript weer voor met de vraag het af te maken. De identiteit van de dief, en de aard van zijn relatie met de gravin, de hofdame en de paltsgraaf is nog steeds onduidelijk.

Liefdesliedjes

Der scone somer geit ons ane
Des is vele manech vogel blide
Want sie vrouwen sich te stride
Den sconnen tilt vele wale te entfane.

Hendrik dichtte over meer dan alleen Maastrichtse heiligen Trojaanse helden. Van zijn hand zijn ook een stuk of dertig minneliederen bekend. Dat waren gedichten over de liefde die gezongen werden, of muzikaal begeleid. Uit deze gedichten komt een nieuw wereldbeeld naar voren, waar naast liefde voor God ook over liefde tussen mannen en vrouwen gezongen mag worden. Hendrik's minneliederen blinken vooral uit in hun humor en ironie. Hij zingt over mooie vrouwen en ongelukkige liefde. Daaruit put hij steeds uit de natuur als inspiratiebron. Bijzonder, want voor veel Middeleeuwers was de natuur een duistere en onheilspellende plek.

Hendrik schreef in het Maaslands, zijn lokale dialect. De Vereniging Veldeke, die zich in Nederlands en Belgisch Limburg inzet voor behoud van lokale dialecten, is met die reden dan ook naar de dichter vernoemd. Toch is in het Nederlandse taalgebied de invloed van de dichter altijd erg beperkt gebleven. Hartmann von Aue, Gottfried von Straßburg en Wolfram von Eschenbach, de drie belangrijkste schrijvers uit de Duitse Middeleeuwen, waren wel verzot op Hendrik. Ze prezen zijn dichtkunsten, zagen Hendrik als hun grote voorbeeld en lieten zich beïnvloeden door zijn stijl. Zo heeft Hendrik zich niet alleen een plekje verworven in de Nederlandse, maar ook in de Duitse literatuurgeschiedenis.

Wanneer Hendrik precies gestorven is, is onbekend. Het moet ergens voor de afronding van het werk Parzival zijn geweest, tussen 1205 en 1210. Daarin klaagde Von Eschenbach, heel terecht, dat Hendrik veel te vroeg gestorven was.

Functie / titel:
dichter, geestelijke (?)
Plaats geboorte:
Veldeke
Plaats sterven:
?
Sekse:
Man
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0