Jan Adriaensz. Leeghwater

Jan Adriaanszoon Leeghwater is wellicht de beroemdste inwoner van De Rijp geweest. Leeghwater werd geboren in 1575 als Jan Adriaanszoon als zoon van Adriaen Symonszoon en een vrouw wiens naam onbekend is gebleven.  De Rijp lag destijds op kwetsbaar eiland van veen, te midden van grote meren. Leeghwater was een molenbouwer, waterbouwdeskundige en ingenieur.

Leeghwater was de uitvinder van de bovenkruier. Een bovenkruier is een type molen waarin het kruiwerk om de wieken op de wind te zetten zich bovenin de molenkap bevindt. Deze molen kan met de kop in de wind worden gedraaid. Leeghwater bouwde deze molen voor het eerst in 1605. Zijn buitenwerkplaats was op een centrale plaats in De Rijp, namelijk voor het Raadhuis/De Waag. In de gevel van dit gebouw staan de letters ‘J.A.L.W.’ gegraveerd.

Droogmalen
Leeghwater kreeg het oppertoezicht over de droogmalen van de Beemster, de Purmer, De Heerhugowaard, de Wormer, de Schermer en de Starnmeer, dat plaatsvond tussen 1607 en 1630. Doordat de Beemster punten kende met een diepgang van vier meter, moest er een nieuw systeem worden bedacht om de het gebied droog te leggen. Leeghwater bedacht de ‘molenviergang’: Vier molens trapsgewijs op rij, met een meter hoogteverschil. Het water werd zo steeds een meter hoger gemalen naar de volgende molen, die het water weer een meter hoger maalde, tot aan de bovenste molen, die het water aan de andere kant van de dijk de Ringvaart in liet stromen. Bij deze drooglegging (1612) was Leeghwater verantwoordelijk voor het maken en stellen van de drieënveertig molens. Tijdens de bedijking van de Starnmeer maakte Leeghwater de berekeningen en de kaarten.

In 1629 speelde Leeghwater een rol bij de belegering van Den Bosch. Het gebied rond de vesting werd drooggelegd, door zowel windmolens als molens die werden aangedreven door paardenkracht.
Ook in Frankrijk heeft Leeghwater zijn steentje bijgedragen aan het droogmalen van moerassen, onder andere, Bordeaux (1628) en Metz (1630). Drie jaar later was hij in Sleeswijk Holstein betrokken bij het afsluiten van het Bootschotter Tief.

Klokken
Leeghwater hielp bij het plaatsen van nieuwe uurwerken en carillons in de Amsterdamse Zuider- en Westertoren. Hij schijnt zelf beweerd te hebben dat hij deze klokken zelf gegoten heeft, maar André Lehr beweerd dat dit niet waar is: Leeghwater heeft deze klokken óf overgenomen uit andere kerken óf laten gieten door andere klokkengieters. Ook beweert Lehr dat Leeghwater’s uurwerken van slechte kwaliteit waren: deze moesten namelijk al na dertig jaar worden vervangen.

Hij vond wel een ander soort klok uit, de duikersklok. Deze demonstreerde hij in 1605 aan prins Maurits in de hofvijver in Den Haag. Met de duikersklok kon Leeghwater een lange tijd onder water blijven. Prins Maurits was diep onder de indruk en verleende Leeghwater octrooi op zijn uitvinding.

De bijnaam van Leeghwater luidde Laag Water. Daar komt waarschijnlijk ook zijn achternaam Leeghwater vandaan, als verbastering. Leeghwater zelf schreef zijn naam overigens zonder ‘h’. In oude stukken wordt Leeghwater echter ook met Leechwater aangeduid.

Leeghwater stierf in 1650 boven zijn werktafel in Amsterdam. Naar het schijnt is Leeghwater twee keer getrouwd geweest. De eerste keer was vermoedelijk in 1595. Met deze echtgenote kreeg hij drie zoons: Symon, Adriaan en Jan. Met zijn tweede echtgenote, waarschijnlijk Aaltje Willemsdochter, trouwde hij op 6 september 1643 in de Noorderkerk in Amsterdam. Het is onbekend of er kinderen voort zijn gekomen uit dit huwelijk.

Haarlemmermeer
Ruim tweehonderd jaar – in 1852 – werd het Haarlemmermeer drooggelegd. Daarvoor had Leeghwater tijdens zijn leven al gepleit. Hij zag in dat het Haarlemmermeer snel groeide en een gevaar was. Hij publiceerde hierover zelfs een boek Haarlemmermeer-boek, in 1641. In dat boek beschreef Leeghwater zijn plannen: hij dacht het meer te kunnen droogmalen met honderdzestig molens. Het droogleggen zou zo’n vier miljoen gulden gaan kosten. Hoewel het plan van Leeghwater destijds niet werd uitgevoerd, werd zijn boek een enorm succes: het werd maar liefst dertien keer herdrukt. Bij de uiteindelijke drooglegging werd er een gemaal naar Leeghwater genoemd, het Leeghwatergemaal. Dit gemaal staat aan de zuidkant van het Haarlemmermeer bij het dorpje Buitenkaag en is nog in gebruik.

In Een klein Chronykje beschreef Leeghwater de geschiedenis van Graft en De Rijp. Dit boekje is later aangevuld met een verslag van de grote brand in het dorp in 1654 door de predikant Schabaelje.

In Middenbeemster staat voor het Heerenhuis een borstbeeld van Lee

Bijnaam / pseudoniem:
Laag Water
Functie / titel:
molenbouwer, waterbouwkundige, ingenieur
Geboorte- en sterfdatum:
4 december 1575
Plaats geboorte:
de Rijp
Plaats sterven:
Amsterdam
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
De Rijp, Amsterdam
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0