Jan Barendse

Als jongen werd Jan Barendse al gegrepen door de exotische verhalen van missionarissen uit verre oorden. Als volwassene voelt ook hij de roeping en besluit zijn leven te wijden aan God. Het brengt hem tot diep in de jungles van de Amazone.

Jan Barendse wordt geboren als Johannes Adolf Maria Barendse, roepnaam Jan, in 1927 te Poeldijk. Jan komt uit een groot tuindersgezin, hij heeft zeven zussen en drie broers. Hij weet al vroeg dat hij missionaris wil worden. In zijn jeugd komen er bij hem thuis missionarissen langs, zij vertellen wonderverhalen over hun leven in verre landen over zee. De verhalen worden een beetje aangedikt, maar Jan wordt er door gegrepen. Hij is dan tien jaar oud.

Topstudent

Na het klein seminarie te hebben gevolgd, treed hij in 1948 toe tot de congregatie van de Missionarissen van het  Goddelijke Woord (S.V.D., Societas Verbi Divini). Tijdens zijn noviciaat verblijft hij in het missiehuis St. Lambertus te Helvoirt. Daar studeert hij filosofie en theologie en haalt hij hoge cijfers voor volkenkunde. 

De congregatie is in 1875 gesticht en met name gericht op de missionering. Het eerste missiehuis, St. Michael,  is gebouwd in Steyl bij Venlo. De paters werken overal ter wereld, onder andere in China, Nederlands Indië, Argentinië, Brazilië, Togo, Mozambique, maar ook in Australië en de Verenigde Staten. De opleiding van de religieuzen is volledig gericht op de missiearbeid. De congregatie stimuleert haar leden om antropologische, etnologische en taalkundige studies te verrichten en hierover te publiceren. Zo heeft de orde veel betekent voor de wetenschap van de missiologie. Momenteel telt de orde ongeveer 5000 leden. In 1889 is in Steyl het missiemuseum geopend, het is een van de eerste in zijn soort. Het museum, waar sinds 1931 niets meer is veranderd, bestaat nog steeds.

Naast Jan treedt ook zijn broer Piet toe tot de S.V.D., die in Duitsland en Brazilië werkt. Ook twee van zijn zussen, Jo (zuster Johannicia) en Jeanne (zuster Theomara) kiezen voor een religieus leven. Zij treden toe tot de vrouwelijke tak van de S.V.D.. Zuster Theomara werkt in Nederland en zuster Johannicia gaat op missie naar Ghana.

De wijde wereld in

Op 22 augustus 1954 wordt Jan Barendse, samen met drie van zijn klasgenoten, in de kapel van het missiehuis St. Lambertus te Helvoirt tot priester gewijd. Een jaar later krijgt Jan zijn missiebenoeming voor Brazilië. In Genua stapt hij aan boord van de Conte Grande en vertrekt naar Zuid-Amerika. Na een reis van ca. 12 dagen komt Jan op 21 september 1955 aan in Rio de Janeiro. Hier studeert hij eerst een jaar Portugees.

Missionering bestaat al sinds het begin van het Christendom. In eerste instantie bestaat het missiewerk uit het bekeren van de lokale bevolking tot het christelijk geloof. Dit bekeren gaat er niet altijd even zachtzinnig aan toe. De heidense gebruiken en rituelen worden met wortel en tak uitgeroeid wat vaak een verwoesting van de inheemse of lokale cultuur betekent. In de jaren zestig van de 20e eeuw verandert er veel in de katholieke kerk, o.a. naar aanleiding van het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965). Het accent verschuift naar ontwikkelingswerk, maar steeds vanuit een katholieke inspiratie. De kerk gaat bij het opbouwen van nieuwe geloofsgemeenschappen steeds meer de eigen cultuur, de gebruiken, van een volk betrekken, in elk geval die gebruiken die niet in strijd zijn met de katholieke moraal.

Een nieuw thuis

Tijdens de 37 jaar dat padre João in Brazilië werkt, is hij werkzaam in het plattelandspastoraat. Afkomstig uit een tuindersfamilie kiest hij er voor om onder de plattelandsbevolking te werken en leven. Padre João werkt op meerdere plaatsen in de staten São Paulo en Paraná en ook een tijd in het Amazone gebied. De eerste jaren reist hij per paard naar de verschillende kerken en kapellen die hij onder zijn hoede heeft .

Padre João is begaan met het lot van de plaatselijke bevolking, de indianen. Hij ziet dat de indianen onder slechte omstandigheden leven: geen onderwijs, geen sociale verzorging en geen enkele gezondheidsvoorziening. Hij ziet hoe indianen worden verdreven van de grond waar zij al generaties leven, omdat zij niet kunnen aantonen dat de grond hun bezit is. Hij probeert ze hierin te onderwijzen en te ondersteunen.

Padre João leert twee indianentalen: Guarani en KaiGang. Hij stelt de indianentalen op schrift en maakt er woordenboeken van. Ook vertaalt hij de Latijnse liturgie naar de inheemse talen. In 1985 wordt padre João opgenomen in de stam van de Guarani-indianen. Dit is een zeer uitzonderlijke gebeurtenis, zelden wordt een buitenstaander opgenomen in een indianenstam.

Padre João doet veel aan ontwikkelingshulp en werkt aan verschillende sociale projecten. Een van de projecten waar hij aan werkt is een vormingscentrum aan de rand van de stad Guarapuava. In 1986 koopt padre João grond aan om een cultureel centrum te bouwen. Het centrum dient als ontmoetingsplek en slaapgelegenheid voor de indianen, als centrum voor algemene vorming, verpleging, onderwijs, catechese, liturgie en zang. Het centrum dient ook om algemene vergaderingen te houden en de cultuur van de Guarani’s en de KaiGang te herontdekken en te bewaren. In 2001 wordt het centrum gewijd en officieel in gebruik genomen. Padre João maakt dit niet meer mee. Hij overlijdt op 22 april 1992 aan de gevolgen van longembolie. Hij is dan 64 jaar oud.

Bijnaam / pseudoniem:
Padre João
Functie / titel:
Missionaris
Geboorte- en sterfdatum:
15 oktober 1927 / 22 april 1992
Plaats geboorte:
Poeldijk
Plaats sterven:
Ponta Grossa, Brazilië
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
São Paulo, Paraná
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 3