Joan Miró

Joan Miró wordt naast Picasso en Dali beschouwd als een van de grote drie van de Spaanse twintigste-eeuwse moderne kunst. In Parijs ontwikkelde hij onder invloed van de surrealistische schrijvers en schilders zijn stijl, de biomorfische schilderkunst. Die stijl heeft geen school gemaakt, maar is wel de voor Miro kenmerkende stijl geworden en gebleven.

Miró is bekend om zijn originele, ‘ideogrammatische’ vormenwereld. Op zijn doeken zie je een speelse en kleurrijke variatie van veelal organische vormen. De kleur blauw komt vaak voor en daarnaast de basiskleuren rood, zwart, groen en geel. De gekleurde vlakken, door zwarte lijnen omrand of doorsneden, zijn meestal helder geschetst.

Kindertekeningen

Miró’s onrealistische vormen, felle kleuren en lijnen lijken op kindertekeningen. Miró probeert door middel van deze vormen inderdaad terug te gaan naar de oorsprong van het tekenen. In zijn werk is er een aantal terugkerende thema's zoals hemellichamen en ladders. Veel afbeeldingen hebben ogen. Op deze manier probeert de schilder direct oogcontact te krijgen met degene die het bekijkt.

Miró signeert zijn werken, maar schildert niet alleen zijn naam. Zijn naam maakt altijd deel uit van een kunstwerkje. Soms zet hij de vier letters van zijn naam netjes naast elkaar, dan weer zet hij, zoals in het Chinese schrift, de letters onder elkaar en op weer andere werken gooit hij alles door elkaar of verstopt hij ze tussen andere letters.

Joan Miró was de zoon van een klokkenmaker, juwelier en goudsmid op 20 april 1893 in Montroig, in de buurt van Barcelona. Als kind tekende hij veel en vanaf zijn zevende volgde hij tekenlessen. Hij ging naar de handelsschool, om zijn ouders een plezier te doen, maar hij combineerde dat met kunstonderwijs aan de Kunstacademie La Longa, ook wel geschreven La Llotja, Escuelas de Bellas Artes Barcelona. Ook Picasso volgde deze opleiding.

Object in doos

Hij leerde objecten precies uit te beelden. Abstracte kunst werd door de academie afgewezen. Op zijn 17e, klaar met de opleiding, was hij even boekhouder, maar daar kreeg hij een zenuwinzinking van. Hij besloot zich alleen maar met kunst bezig te houden. Hij gaat studeren bij de kunstenaar Francisco Gali, die een eigen academie heeft.   

Hier krijgt hij de ruimte die hij in de Escuela de Bellas Artes niet kreeg. Gali liet zien dat natuurgetrouwe afbeelding niet het enige was. Hij plaatste een object in een dichte doos en de studenten moesten via een gat erin voelen wat het was. En vervolgens moesten ze het tekenen. Hij gaat hierop door en maakt tekeningen met zijn ogen dicht. En hij maakt zijn eerste olieverf schilderijen.

Hij bezoekt tentoonstellingen van de impressionisten, fauvisten en kubisten. Hij was nog niet helemaal tevreden met zijn eigen maaksels en ging zijn techniek verbeteren. Zijn gevoel voor kleur en vorm is er al. Hij schildert paradijselijke landschappen in een realistische stijl, maar gaat geleidelijk de diepte weglaten. Het worden volledig vlakke composities. Van het fauvisme neemt hij de felle kleuren over.      

Kubisme

Hij was graag bij zijn familie, op het platteland rond Montroig. Hij werd geïnspireerd door het Catalaanse boerenleven. Hij wilde het ‘Catalaanse gevoel’ tonen en er een impuls aan geven. Maar hij voelde zich ook verbonden met Mallorca, waar zijn moeder vandaan kwam. Naast landschappen, zie je in zijn werk van deze tijd het bijzondere licht en de volkskunst terug.

In 1918 heeft hij zijn eerste solo expositie. Met enkele vrienden richt hij de Agrupacio Courbet op, met het doel in te gaan tegen de Barcolenese conservatieve kunstwereld. Hij maakt een reisje naar Parijs, waar hij bevriend raakt met Picasso, die een ‘zelfportret’ cadeau krijgt. Twee jaar later verhuist hij naar Parijs en experimenteert er volop. Onder andere met het kubisme en DaDa.

Hij heeft veel contact met gelijkgestemde kunstenaars en schrijvers en put veel inspiratie uit poëzie. Hij verdient geen cent. Onder invloed van de Surrealisten ontwikkelt hij zijn bio-morfische schilderkunst. Hij nam lessen aan de Académie de la Grande Chaumière. Begin jaren twintig gaat hij hele kleine elementen kubistisch in elkaar zetten. Een voorbeeld is ‘De boerderij’, uit 1921/22.

Collages

Zijn realistische periode is definitief voorbij. Vreemde wezens duiken op, die hij, naar verluidt, zag tijdens hongerhallucinaties. Hij onderhoudt nauwe contacten met André Breton en andere surrealisten en ondertekent het Surrealistisch Manifest. In zijn werk zien we kleurrijke geometrische vormen en figuren die lijken te zweven. Het schilderij kreeg vorm tijdens het schilderen zelf, geheel volgens de gedachten van het surrealisme. 

In 1925 neemt hij deel aan de eerste tentoonstelling van de Surrealisten. In 1926 ontwerpt hij, met Max Ernst de decors en kostuums voor de Ballets Russes van Diaghilev. In 1928 bezocht hij Nederland en was daar erg onder de indruk van Vermeer. Hij ging hem naschilderen, op een abstracte manier.

In 1929 trouwt hij met Pilar Juncosa en twee jaar later wordt dochter Maria Dolores geboren. In de jaren dertig experimenteert hij verder en maakt hij collages met papier, hout, schuurpapier en koper. In  1930 exposeert hij in Brussel, Parijs en Amerika.  Nadat in 1932 Barcelona meer autonomie heeft gekregen, gaat hij terug.  

Normandië

Uit zijn collages ontstaan grote schilderijen met afgeronde, elkaar doordringende vormen in rood, zwart en wit. Hij werkte op ‘automatische inspiratie’ en zette hiervoor speelgoed, machineonderdelen en andere voorwerpen op een rijen wachtte tot dit ideeën in zijn hoofd zou opleveren. 

In de Spaanse Burgeroorlog (1936) maakt hij van pijn verwrongen, mosterachtige figuren in donkere kleuren, de ‘peintures sauvages’. Hij neemt allerlei materialen in zijn schilderijen op. Hij gaat terug naar Parijs en blijft daar tot 1940 en schrijft daar gedichten en proza. Hij had geen ruimte om te schilderen.

In 1937 ontwerpt hij de muurschilderingen voor het Spaanse paviljoen op de wereldtentoonstelling van Parijs. Ook maakte hij affiches voor de republiek Spanje. In 1940 verhuist hij naar Normandië, waar hij onder de indruk is van de dramatische rotspartijen langs de kustlijn en de prachtige horizon. Hij begint met zijn Constellation series.

Droomatelier

Als hij de Duitsers Frankrijk ziet binnenvallen, vlucht hij naar Spanje. Tijdens de oorlog werkt hij wegens materiaalschaarste vooral op papier. In 1942 – hij woont nu weer in zijn geboortehuis – maakt hij zijn 50 Barcelona litho’s die aansluiten op het donkere werk van de jaren dertig. Daarnaast maakt hij gouaches in heldere kleuren.   

In 1944 maakt hij met Josep Llorens Artigas zijn eerste keramische object. Al spoedig volgen bronssculpturen en terracota sculpturen. Na de oorlog wil hij zijn kunst commercialiseren, zodat hij een droomatelier kan laten bouwen. Hij houdt zich dan bezig met grafiek, keramiek, sculptuur en fingerpainting. 

In 1947 gaat hij voor de eerste keer naar Amerika waar hij grote opodrachten voor hotels en universiteiten uitvoert. In de jaren vijftig is hij, vooral door zijn litho’s bekend bij een breed publiek. Hij wint een prijs voor grafische kunst op de Biënnale van Venetië. Met Llorens Artigas maakt hij twee keramische muren in het UNESCO gebouw in Parijs.

Joan Miró Museum

In 1956 verhuist hij naar zijn droomatelier op Palma de Mallorca. Hij houdt zich bezig met keramiek en beeldhouwwerken. Het is een humoristische mengeling van objecten en kleuren. De stad Barcelona stelt in 1968 het ‘Miró -jaar’ in. Architect Josep Lluis Sert, een oude vriend van Miró, krijgt de opdracht een Miro-museum te tekenen dat in 1976 wordt geopend als Fundació Joan Miró Museum

Als hij in 1973 80 wordt, ontvangt hij talrijke eerbewijzen. Hij doet nog vele grote opdrachten, onder in Madrid, Chicago en Ludwigshafen. In de winter van 1983, hij is dan 90, verslechtert zijn gezondheid. Op 25 december overlijdt hij. Hij wordt begraven in Barcelona. Zijn werk is in diverse musea over de hele wereld te zien.

In Nederland inspireerde hij diverse kunstenaars zoals Constant, Piet Ouborg, Anton Rooskens, Theo Wolvecamp en Jan Nieuwenhuijs.

https://bit.ly/24IsHD2                                                                        

Functie / titel:
schilder/beeldhouwer
Geboorte- en sterfdatum:
20 april 1893 / 25 december 1983
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Barcelona, Parijs, Normandië, Barcelona, Palma de Mallorca, Barcelona

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0