Lodewijk Napoleon

Lodewijk Bonaparte (1778 –1846) was de jongere broer van keizer Napoleon I en de vader van de latere Franse keizer Napoleon III. Van 1806 tot 1810 parachuteerde Napoleon hem als koning in Holland, waar hij zich redelijk geliefd maakte. Zijn invloed op wetgeving en bestuursorganisatie wordt nog steeds gevoeld.

De jonge Lodewijk werd na de dood van zijn vader in 1785  opgevoed door zijn oudere broer. Hij  streed met hem mee in Italië en Egypte, en schopte het tot brigadegeneraal. Toen er na de dood van stadhouder Willem V een machtsvacuüm ontstond in de strategisch zo belangrijke Bataafse Republiek, zag Napoleon zijn kans schoon. Een Hollandse delegatie werd in Parijs ontboden en zo onder druk gezet dat ze op 5 juni 1806 officieel ‘verzocht’ om Lodewijk te benoemen tot Koning van Holland.

Niet ringeloren  

Gek genoeg accepteerden de burgers de buitenlandse vazal zonder morren, misschien omdat op papier de zelfstandigheid bewaard bleef. Maar ook in de praktijk bleek Holland niet al te strak aan de lijband van Frankrijk hoeven te lopen, vreemd genoeg dankzij de zetbaas zelf. Lodewijk liet zich door zijn broer namelijk niet ringeloren: hij weigerde de Franse Code Civil onverkort over te nemen maar zorgde voor een beter op het oude Germaanse recht afgestemde wetgeving. Hiernaast negeerde hij eenvoudigweg het bevel van Napoleon de dienstplicht in te voeren. Maar liefst 200.000 soldaten dacht de keizer te kunnen rekruteren voor zijn manschapverslindende oorlogen… op een bevolking van twee miljoen. Lodewijk vond dat onverantwoord.

Dat viel goed bij de burgerij. Evenals de betrokkenheid die hij toonde toen Holland in korte tijd getroffen werd door de ene ramp na de andere. In Leiden ontplofte een kruitschip, waardoor een hele woonwijk werd weggevaagd met een klap die tot in Den Haag te horen was. In Brabant en De Betuwe vonden grote overstromingen plaats. Lodewijk Napoleon was steeds onmiddellijk ter plaatse, gaf geld en regelde medische verzorging en opvang. Hij groef zelfs eigenhandig mee naar slachtoffers, of hielp met het plaatsen van zandzakken. Dit ondanks zijn reuma, die hem de bijnaam Lodewijk de Lamme had opgeleverd, maar die alras werd omgesmeed in Lodewijk de Goede.

Rijksmuseum  

Lodewijk ergerde zich aan de achterstelling van joden en katholieken. Hij nam doelbewust joden op in zijn ambtenarenapparaat en dwong de protestanten enkele kerken terug te geven aan de katholieken, waaronder de Sint-Janskathedraal in Den Bosch. Lodewijk was een groot liefhebber van cultuur en wetenschappen. Hij liet daarom verschillende instituten oprichten die nu nog steeds in aangepaste vorm bestaan, zoals het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, de Koninklijke Bibliotheek en het Rijksmuseum. Zelf bezocht hij graag het Teylers museum te Haarlem. Ook stimuleerde hij de vrije kunsten door verschillende openbare kunsttentoonstellingen te organiseren.

Toch hadden zijn onderdanen niet louter lof voor Lodewijk. Zijn hang naar luxe en monarchale uitstraling vielen slecht bij de Hollanders. Ook de kostbare verhuizingen van Lodewijk en de opknapbeurten die hij zijn diverse paleizen gaf stuitten op kritiek. Omdat hij het zeeklimaat in Den Haag slecht voor zijn gezondheid vond, besloot hij in 1807 naar Utrecht te verhuizen, waar hij veel geld spendeerde aan het bewoonbaar maken van een reeks panden aan en bij de Drift, die tot koninklijk paleis werden omgevormd. Hierbij liet hij overigens zijn Nederlandse gevoel weer spreken: hij decoreerde zijn paleizen hoofdzakelijk met gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis.

Paleis op de Dam   

Lang woonde Lodewijk er niet, want reeds enkele maanden later verhuisde hij weer naar het Amsterdamse Paleis op de Dam, waar hij het Waaggebouw liet afbreken omdat het zijn uitzicht bedierf. In het paleis liet hij een kapel inrichten. Een aantal zilveren voorwerpen liet hij bij zijn vertrek achter. Ze waren te zien in de schatkamer van de Kathedrale Basiliek Sint-Bavo in Haarlem.

In Amsterdam kon hij niet wennen en daarom bracht hij bij voorkeur zijn tijd door op zijn lommerrijke buitenplaats in Haarlem (Landhuis Welgelegen, nu Paviljoen Welgelegen), en in Soestdijk of Amelisweerd.  Nederland dankt aan Lodewijk het empiremeubilair in het Paleis op de Dam en het behoud van Het Loo, dat door hem werd gerestaureerd.
In het voorjaar van 1809 ondernam Lodewijk een inspectiereis door de departementen Brabant en Zeeland. Tijdens deze reis werden de dorpen Tilburg, Oosterhout en Roosendaal tot stad verheven. De reis voerde in het voorjaar van 1809 langs Grave, via Eindhoven, 's-Hertogenbosch, Heusden, Waalwijk, Oosterhout, Tilburg, Steenbergen naar Bergen op Zoom.

Bom

Grote broer Napoleon ergerde zich steeds meer aan de eigenzinnige Lodewijk. De bom barstte toen de Engelsen in 1809 het eiland Walcheren veroverden door de bezetting van het fort Bath. Hoewel Lodewijk het fort al snel terug in handen wist te krijgen, verweet Napoleon hem militair zwak optreden. Volgens hem had Lodewijk nooit mogen weigeren de dienstplicht in te voeren. Hij riep hem terug naar Parijs, waar Lodewijk na maandenlang geruzie moest slikken dat het Koninkrijk Holland ten zuiden van de grote rivieren werd ingelijfd bij Frankrijk. Teleurgesteld keerde Lodewijk in 1810 terug naar Holland, maar toen Napoleon in datzelfde jaar ´waarnemingstroepen´ stuurde naar het westen van Holland begreep hij dat de onafhankelijkheid niet langer te redden viel. Hij trad af, vluchtte naar Wenen, waarna Nederlan vervolgens  deel van het Franse keizerrijk werd tot de capitulatie van Napoleon in 1813
.

Bijnaam / pseudoniem:
Konijn van Olland, de Lamme Koning, Lodewijk de Goede
Functie / titel:
koning van Holland
Plaats geboorte:
Ajaccio
Plaats sterven:
Livorno
Sekse:
Man

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0