Louis Lehmann

De KB heeft een mooie serie, Dichter op het scherm. Met – op dit moment - 53 dichters. Vanaf vandaag elke week een van die dichters op Ifthenisnow. We beginnen met Louis Lehmann (1920 – 2012).

Louis Theodorus Lehmann was een originele dichter met in zijn werk veel verscheidenheid, burleske humor en een met ironie gemengde romantiek. Nog maar achttien jaar oud debuteerde hij in de almanak In Aanbouw, in 1939 uitgegeven door K. Lekkerkerker. Een jaar later publiceerden diverse tijdschriften gedichten van zijn hand. Menno ter Braak en Simon Vestdijk waren laaiend enthousiast.

Daarnaast werkte hij de Tweede Wereldoorlog onder meer mee aan het surrealistische en dadaïstische tijdschrift De Schone Zakdoek. In 1964 won hij de Jan Campertprijs voor Who’s who in Whatland. In zijn latere poëzie geeft hij blijk van meer nuchterheid. Zijn verhalend proza heeft soms een toon van ontgoocheld idealisme.

Veelzijdig man

Lehmann was een veelzijdig man: wetenschapper (jurist en scheepsarcheoloog), dichter, romancier, essayist, recensent en vertaler. Zo vertaalde Lehmann de omstreden debuutroman The ginger man (De rosse bietser) van J.P. Donleavy en was hij jarenlang voor de VPRO DJ op 747 FM.

In zijn schrijversloopbaan gebruikte Lehmann  diverse pseudoniemen zoals S. Colmar, Georges Ferre (voor het motto in zijn debuutbundel Subjectieve rapportage), Kemal Isamïli en Martin Holme (voor de vertaling van Perzische kwatrijnen vanuit het Frans in het Engels), Urenkel Klecksel en M.  Schoriës (voor zijn bijdragen in Avenue).  Hij publiceerde van 1966 tot 1996 geen enkele dichtbundel en verbood opname van zijn gedichten in bloemlezingen. In die tijd publiceerde hij een studie over galeischepen en hij promoveerde op zijn 75ste in de archeologie op een studie naar de opvatting in de Renaissance en Barok over triremen, Griekse en Romeinse oorlogsschepen die door roeiers worden voortbewogen.

Ruigoordtrofee

Lehmann schreef over architectuur, zeegeschiedenis, steden, mythen, de liefde en de tango, maar ook over maatschappelijke problemen. Hij trad op als dichter in Carré, maar ook in Ruigoord, de culturele vrijhaven in Amsterdam. Daar verwierf hij in 2004 de Ruigoordtrofee.

In april 2007 verscheen in de Zeeuwse Slibreeks het boekje 'Louis Lehmann als ‘homo universalis', ingeleid en samengesteld door dichteres Ilse Starkenburg. Dit boek geeft een overzicht van de veelzijdigheid van Louis Lehmann, die behalve als dichter ook (internationaal) naam heeft gemaakt als scheepsarcheoloog. In 1995 promoveerde hij op een onderzoek naar de geschiedenis van de scheepsarcheologie. Slibreeks no. 120 bevat unieke composities van Lehmann en tekeningen nog van voor de oorlog.

Rap

Lehmann trad veel op. Groot succes had hij op de Nacht van de Poëzie in 1997 met een rapgedicht. Door de luidspreker kwamen ritmische geluiden die hij thuis had ingezongen. ‘Daar deinde het lenige dichterslijf op, terwijl hij allen meekreeg met de stokregel 'Maak het maar, maak het maar, maak het maar bebabbelbaar', een woordvondst waar rap-koning Def P. jaloers op kan zijn. (Arjan Peters in het Algemeen Dagblad)

 

Het belang van de economie

De vrije marktwerking
heeft zo haar beperking.
Ze kan twee zaken bereiken:
Het zonder erbarmen
verarmen der armen
en het verrijken der rijken.

 

Uit het krokodillengedicht, fragment

'Ik Zilla en Kornochel jij,'
sprak zij. 'Wil jij dan wel met mij

spelen in heel veel helder water,
vanaf vandaag en heel lang later?'

Een kwartslag draaide hij zijn kop.
Zijn linker mondhoek krulde op.

Verheugd sprak toen de handelaar:
'U trof meteen de juiste snaar:

Op 't zijwaarts kijken moet men letten
't is krokodillen-etiquette.

Hij toont dat hij niet bijten zal.'

 

 

Functie / titel:
schrijver
Geboorte- en sterfdatum:
19 augustus 1920 / 23 december 2012
Sekse:
Man
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0