Otto II van Gelre (1229-1271)

Graaf Otto II van Gelre was één van de succesvolste vorsten uit de Gelderse geschiedenis. Hij bracht welvaart en vrede in een tumultueuze periode vol Europese conflicten. Ruim veertig jaar was hij aan de macht. Hij werd ‘Stedenstichter’ genoemd maar ook 'de Lamme', 'de Hinkende' of Otto 'met de Paardenvoet' naar een blessure aan zijn been.

In 1229 volgde hij zijn vader Gerard V op. Hij was pas vijftien jaar oud. Hij trouwde in 1240 met Margarete van Kleef, de dochter van graaf Diederik V van Kleef en Mechtild van Dinslaken. Met haar kreeg hij twee dochters: Elisabeth en Margareta.

Het graafschap Gelre waarover Otto II regeerde was destijds verspreid over vier kwartieren: het Overkwartier langs de Maas bij Roermond, het Betuwekwartier tussen Lek en Waal, het Veluwekwartier met de Nederrijn en het graafschap Zutphen met de rivieren de IJssel en Berkel. Otto II maakte handig gebruik van de rivieren en de handelsroute tussen Antwerpen en Keulen door zijn grondgebied. Hij bood bescherming aan handelaren, maar hief ook tol. Met de opbrengsten kocht hij nieuw land aan. Diverse machthebbers leenden flinke sommen geld van hem,  onder wie Gerard van Sinzig, Gerlach van Budingen, de hertog van Brabant en Willem II van Holland.

Steden- en vredestichter

Otto II stimuleerde de economie door aan florerende dorpen en steden voorrechten en stadsrechten te verlenen. Maarliefst 29 steden verleende Otto II rechten. Vandaar de zoveelste bijnaam 'Stedenstichter'. Otto breidde zijn gebied flink uit onder andere in de Achterhoek, de Liemers, in het bisdom Utrecht en in Duitsland.

In deze roerige periode waarin paus en keizer in zowel Duitsland als in Italië tegenover elkaar stonden, stelde Otto II zich neutraal op. Hij bemiddelde bij geschillen tussen beide maar ook tussen vorsten in binnen en buitenland. Hij sloot vriendschap in 1244 met Koenraad van Hochstaden, aartsbisschop van Keulen. Gunstig omdat tussen 1225 tot 1238 de van oudsher goede relatie van Gelre met Keulen was bekoeld. Verder ging Otto II familiebanden aan met Gulik, Kleef en Brabant om zijn politieke belangen veilig te stellen. In 1245 werd Frederik II door de paus geëxcommuniceerd en afgezet. De paus vroeg Otto II om Rooms-koning te worden, maar deze wees dit aanbod wijselijk af. Om diplomatieke redenen schoof hij zijn jonge neef graaf Willem II van Holland naar voren. Willem II werd inderdaad na 1254 Rooms-koning toen de keizer en zijn opvolger overleden. Otto II steunde de jonge koning met een flinke lening om vaste voet in Duitsland te krijgen.

Edelste vorst

Samen met andere machthebbers herstelde Otto II vrede en veiligheid in de Rijstreek in Duitsland. Hoe ging dat? Toen neef en Rooms-koning Willem II gesneuveld was, brak daar een periode van anarchie uit. In de rijke koopsteden langs de Rijn maakten (roof)ridders en gewone rovers de Rijnstreek de rivieren en wegen onveilig. Samen met zwager graaf Willem IV van Gulik, zijn neef Diederik VI van Kleef, de bisschop van Utrecht, de gravin van Bergisches Land (Duitsland), de aartsbisschop van Keulen dwong hij vrede af. Kooplieden en reizigers konden nu betrekkelijk rustig reizen, door redelijke tollen en weggelden te betalen. Door een tijdgenoot wordt Otto II beschreven als 'de edelste vorst uit de Germaanse landen'.

Meer informatie en downloaden van de fietsroute Gelders Arcadië:

Bijnaam / pseudoniem:
De stedenstichter
Functie / titel:
Graaf
Sekse:
Man
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0