De Koninklijke Stallen aan de Hogewal maken deel uit van een gebouwencomplex in het centrum van Den Haag. Hiertoe behoren ook Paleis Noordeinde en de Paleistuin.
Ten tijde van de Graven en Stadhouders stonden de paarden van de machthebbers op het Buitenhof. Toen Nederland na de Franse overheersing een onafhankelijk Koninkrijk werd werden de paarden verplaatst naar stallen achter het Pagehuis op het Lange Voorhout.
In 1878 werden nieuwe Stallen gebouwd binnen de Singelgracht op de hoek van de Hoge- en de Prinsessewal. Hier bevond zich een ander stuk grond van de Koninklijke familie: de tuinen van het Oude Hof / Paleis Noordeinde. De nieuwe Koninklijke Stallen zijn in 1879 opgeleverd.
Gouden Koets
Hier staan de paarden van de Koninklijke familie en – sinds 1898 - de Gouden Koets. Op de derde dinsdag van September vertrekt de koets dan ook vanaf deze locatie. Één van de paarden in de stallen is zeer bijzonder. Dat is het paard van Koning Willem II. In de slag bij Waterloo, waar de Prins van Oranje gewond raakte, sneuvelde zijn paard, Wexy. Het is opgezet en staat nu, bijna 200 jaar later, in een klein museum.
De Gouden Koets is een geschenk geweest van de Amsterdamse bevolking aan koningin Wilhelmina, toen zij op 18-jarige leeftijd de troon besteeg. De Gouden Koets is van hout en met een laag bladgoud bedekt. De voorstellingen op de koets hebben tal van allegorische symbolen. De Gouden Koets wordt slechts één keer per jaar gebruikt; op Prinsjesdag.
Verder bevinden zich in de Koninklijke Stallen de vele rijtuigen van het Koninklijk Huis. De Koninklijke Stallen staan op de Monumentenlijst en zijn niet toegankelijk voor het publiek.
Achter de Koninklijke Stallen ligt de Paleistuin. Deze is dagelijks tussen zonsopkomst en zonsondergang vrij toegankelijk voor het publiek.
