Den Haag – Museum Bredius

Horizontal tabs

Beschrijving

Een feest der herkenning: dat was het bezoek dat ik aan Museum Bredius bracht. In vroeger tijden bewoonden mijn grootouders het museum, dat toen nog gevestigd was ineen statig herenhuis aan de Prinsegracht.

Mijn opa, Anton Bourgonje, was er inwonend conciërge en verzorgde rondleidingen. Het grootste deel van mijn jeugd – in de vijftiger jaren – heb ik in dat museum doorgebracht, letterlijk opgegroeid tussen de Rembrandts en andere meesterschilders uit de 17e en 18e eeuw.

Ruim tien jaar geleden werd de collectie van Bredius in een niet minder fraai pand aan de Lange Vijverberg ondergebracht. De reden daarvoor was een bezuinigingsactie van de gemeente Den Haag, waardoor het – gemeentelijke – museum aan de Prinsegracht in 1985 moest worden gesloten.

Rust

Vlak daarna is het Bredius Genootschap opgericht met als doel de collectie weer voor het publiek toegankelijk te maken. Dankzij de inzet van dat genootschap werden sponsors gevonden waardor het 18e eeuwse pand aan de Lange Vijverberg kon worden aangekocht. Na een grondige restauratie, vond in november 1990 de opening plaats van het nieuwe museum Bredius.

Maar ondanks de andere locatie, ademt het museum nog steeds dezelfde sfeer van weleer. Rust, ja, dat is het woord dat het eerst opkomt, want het museum heeft nooit drommen bezoekers getrokken, vroeger niet en nu nog niet. Een kort verblijf in dat museum is dan ook een verademing in het huidige hectische tijdsgewricht.

IJsvermaak buiten de stadswal

Iets over de grondlegger van het museum, Abraham Bredius (1855-1946), een hartstochtelijk verzamelaar van kunst. Zijn specialiteit was Nederlandse schilderijen, met name uit de 17e eeuw. Een groot aantal hangt nu in het naar hem genoemde museum: schilderijen van grootheden zoals de al genoemde Rembrandt, Jan Steen, Van Goyen, Seghers en vele anderen.

Allemaal stukken die op enigerlei wijze afwijken van het reguliere werk van deze grootmeesters en hun gebruikelijke thema’s. Een flink deel van de schilderijen heeft Bredius geëerfd van zijn grootvader. Naast een grote collectie Chinees porselein, bezat deze een aantal 17e eeuwse schilderijen, waaronder IJsvermaak buiten de stadswal van Aert van der Neer, Musicerend gezelschap van Santacker en De familie De Goyer en de schilder van Adriaen van Ostade.

Dit vormde de basis van de collectie van de jonge Bredius. Naderhand heeft hij die sterk uitgebreid met gesigneerde werken, ook van minder bekende meesters.

Rusland

Bredius stond bekend als een beminnelijk en gedreven man, eigenzinnig, met een verfijnde smaak en een scherpe kijk op kunst. In de loop van zijn leven heeft de man een enorme kennis vergaard op het gebied van de 17e eeuwse schilderkunst. Hij las veel en reisde stad en land af om musea te bezoeken, waaronder die in Rusland.

Het zal dan ook niet toevallig geweest zijn dat hij eerst tot onderdirecteur van het Nederlands Museum voor Geschiedenis en Kunst (de huidige afdeling Nederlandse geschiedenis van het Rijksmuseum) is benoemd en naderhand, in 1889, tot directeur van het Mauritshuis. Zes jaar later kocht hij het huis aan de Prinsegracht 6 en ging er met zijn bediende, Willem Goudkamp, wonen.

In 1922 vertrok hij om fiscale redenen naar Monaco. Het pand aan de Prinsegracht verkocht hij aan de gemeente Den Haag en hij gaf tevens zijn collectie in bruikleen met de belofte dat hij deze aan de gemeente zou legateren. Na zijn dood in 1946 werd de gemeente Den Haag de nieuwe eigenaar van de collectie.

Bredius werd gedreven door het ideaal de kunst voor Nederland te behouden. Andere musea waaronder het Rijksmuseum, het Dordrechts museum, het Haags gemeentemuseum en het Frans Halsmuseum hebben zeer geprofiteerd van zijn gulheid.

Strenge man met brilletje

Terug naar het museum. Wanneer men na binnenkomst het eerste links gelegen vertrek betreedt, wordt de bezoeker geconfronteerd met een al wat oudere, vrij streng uitziende heer met een brilletje op: dat is niemand minder dan Bredius zelf, geportretteerd door Antoon van Welie. Vervolgens gaat de weg langs een groot aantal schilderijen, die een ding gemeen hebben: allemaal 17e en 18e eeuwse meesterwerken. De collectie omvat ruim 225 schilderijen en enkele tientallen tekeningen en etsen, die niet allemaal zijn tentoongesteld.

Het aardige van het drie verdiepingen tellende museum is dat je op je gemak bij elk schilderij kunt blijven stilstaan, er als het ware in kunt opgaan, iets wat in de grotere – en drukkere – musea niet lukt. Ook omdat veel van de schilderijen een beeld geven van hoe het dagelijkse leven in de 17e eeuw was, lijkt het wel of je heel even in een ander tijdperk bent beland. De combinatie van stilte en de geur van oudheid dragen daar zeer toe bij.

Kang Shi

De inrichting van het museum heeft iets huiselijks; dat komt vooral ook door de aankleding van de vertrekken met tapijten, meubels, zilver, kristal en porselein. De collectie Hollands en Engels zilver bestaat uit ruim 150 stuks, waarvan zo’n 70 miniaturen. De meer dan 100 stukken porselien zijn voornamelijk Chinees Kang Shi, verder wat Meissen en andere Duitse stukken.

Dat de Bredius-collectie van een voortreffelijke kwaliteit is, zal iedere kunstliefhebber beamen. Een van de opvallendste museumstukken – dat mij nog van vroeger is bijgebleven – is De sater en de boer van Jan Steen. Het is tevens het schilderij dat Bredius bij de verkoop van het pand aan de Prinsegracht aan de gemeente Den Haag schonk.

Verder natuurlijk de Rembrandts en ander werk van tientallen minder bekende meesters uit de 17e en 18e eeuw. Kunstliefhebbers, en zeker de ware Rembrandtliefhebbers, moeten zich niet de kans laten ontgaan om dit kleine – maar zeer fijne – museum te gaan bezoeken.

De Cultuurbarbaar, jaargang 9, nr. 4, september 1999

 

Adres

gravenha

Openingstijden

dinsdag t/m zondag 12.00-17.00 uur

Telefoonnummer

070-3620729

Facilities

  •  
  •  
  •  

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0