Het Tropenmuseum (Amsterdam)

Horizontal tabs

Beschrijving

Van eeuwenoude Inca beeldjes tot moderne Afrikaanse films: in het Tropenmuseum komt de hele wereld aan bod. Dat lag heel anders toen de voorloper van het museum in 1871 voor het eerst de deuren opende. Van etalage voor de Nederlandse koloniën naar een verantwoorde kijk op het leven in de Derde Wereld.

Een van de vaders van het Tropenmuseum was Frederik van Eeden, secretaris van de Maatschappij ter Bevordering van de Nijverheid. De maatschappij had als doel om de nijverheid in Nederland te bevorderen en daarmee het grote armoedeprobleem op te lossen. Nederlandse handwerklieden hadden inspiratie nodig, zo dacht Van Eeden. De beste plek om die te vinden, was in de exotische motieven uit Nederlands Indië.

Van Eeden en zijn collega's besloten een groot aantal kunstvoorwerpen uit de kolonie op te kopen en die in Nederland tentoon te stellen. Het Koloniaal Museum opende in 1871 zijn deuren. De collectie werd ondergebracht in Paviljoen Welgelegen, in Haarlem. Na enkele decennia aankopen doen stond het museum in 1910 tot de nok toe vol.

Nieuw gebouw

Het was duidelijk dat de collectie in een nieuw gebouw gehuisvest moest worden. Begin 20e eeuw werd besloten een speciaal nieuw pand voor het Koloniaal Museum te bouwen, op de Oosterbegraafplaats in Amsterdam. In hetzelfde pand zou ook een onderzoeksinstituut worden gevestigd, het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Het ontwerp voor het gebouw was van Johannes Jacobus van Nieukerken. De architect overleed voordat de bouw in 1915 aanving. Gelukkig konden zijn zoons, Marie Adrianus en Johan, het van hem overnemen.

Johannes van Nieukerken ontwierp een zogenaamd neo-renaissancistisch gebouw. Hij liet zich, zoals de naam al aangeeft, inspireren door de gebouwen van de Nederlandse renaissance. Het interieur van het museum bestond uit een enorme monumentale hal met daaromheen expositieruimten. Het nieuw gebouw moest de macht en glorie van Nederland en zijn koloniën uitstralen. Een speciale Commissie voor de Symboliek dokterde alle decoraties uit. Die moesten verwijzen naar handel, nijverheid, wetenschap, de koloniën en grote Nederlanders.

De bouw vorderde maar erg moeizaam. Vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was het voor de bouwers moeilijk om aan materialen te komen. Pas acht jaar na het einde van de oorlog was het gebouw af. Op feestelijke wijze opende koningin Wilhelmina het gebouw op 9 oktober 1926.

Identiteitscrisis

Enkele decennia lang deed het Koloniaal Museum dienst als etalage voor alles wat Nederlands Indië te bieden hadden. Maar vanaf halverwege de 20e eeuw kwam het Koloniaal Museum in een identiteitscrisis terecht. Indonesië verklaarde zich na de Tweede Wereldoorlog onafhankelijk. Pas na enkele jaren van kostbare oorlog tegen de Indonesische vrijheidsstrijders gaf Nederland zich gewonnen. Indonesië was niet langer een Nederlandse kolonie.

Daarmee was het Koloniaal Museum was in een klap zijn bestaanrecht kwijt. Het museum werd omgevormd tot het Tropenmuseum, dat zich niet alleen op Nederlands Indië zou richten, maar op alle tropenstreken. Daarvoor werden nieuwe stukken aangekocht, en oude geruild met andere musea. Met die nieuwe stukken kwam ook een nieuw doel: wetenschappelijk verantwoorde voorlichting over het leven in de Derde Wereld.

Adres

Linnaeusstraat 2
1092 CK Amsterdam

Openingstijden

Het Tropenmuseum is dagelijks geopend van 10.00 - 17.00 uur.

Op 24 en 31 december is het museum geopend van 10.00 - 15.00 uur.
Het museum is gesloten op 1 januari, 30 april, 5 mei en 25 december.

Telefoonnummer

(020)-568 8200

Facilities

  •  
  •  
  •  
  •  

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0