Kasteel Keukenhof

Horizontal tabs

Beschrijving

HOOFDGEBOUW (Kasteel Keukenhof). Het 17de-eeuwse, onderkelderde woonhuis is in 1861/62 naar ontwerp van de architect Elie Saraber tot een neogotisch kasteel verbouwd. Het neogotische karakter wordt bepaald door toevoegingen van allerlei soorten torens aan het oorspronkelijke rechthoekige bouwlichaam, dat aan het met gesmoorde Hollandse pannen gedekt schilddak en de vier gemetselde hoekschoorstenen nog duidelijk te herkennen is. De torens hebben verschillend gevormde spitsen, die allen met leien in maasdekking zijn bekleed en bekroond worden door een pinakel. Onder alle daklijsten loopt een rondboogfries. Tegen de oorspronkelijke 17de-eeuwse westgevel is een avant-corps gebouwd, bestaande uit drie torens met centraal de ingangspartij. In het midden bevindt zich de hoogste, vooruitspringende toren bekroond door een spits, in de vorm van een gebogen schilddak met aan de voorkant twee en aan de zijkanten één dakkapel onder een overstekend driehoekig schildje bekroond met pinakels. Deze toren wordt geflankeerd door twee kleinere torens, waarvan de rechter toren door een tentdak is bekroond en de linker spits gelijkvormig is aan de middelste spits. In de middelste toren bevindt zich de toegangsdeur gevat in een natuurstenen rustica-omlijsting met een gebogen fronton geflankeerd door een venster eveneens omlijst met blokwerk van natuursteen. Voor de deur een hardstenen bordes met aan weerszijden een gemetselde balustrade bekroond met natuurstenen vazen. In de eerste bouwlaag aan de zijkant van de toren is een venster met Frans balkon. De gevelindeling van het avant-corps bestaat uit kruisramen met ruitvormige roedentracering en luiken. Bij de verbouwing van 1923 hebben alleen de muren tussen de torens andere vensters gekregen tevens zijn de open veranda's en erkers verwijderd. Daarvoor in de plaats zijn aan de rechter kant meerruitsvensters en aan de linkerkant drie naast elkaar geplaatste lange rechthoekige ramen gekomen. De zuidgevel heeft centraal een vierkante torenuitbouw, gelegen op de oorspronkelijke middenas van het 17de-eeuwse huis. Aan weerszijden van deze uitbouw een vensteras, bestaande uit een meerruitsvenster met Frans balkon op de begane grond, een T-venster met luiken op de verdieping en een dakkapel. De uitbouw is op rechthoekige grondslag opgetrokken onder een ingesnoerde zeskantige naaldspits en op de hoeken twee ronde torens bekroond door een ronde naaldspits. De torenmuur is voorzien van één vensteras gevormd door dubbele tuindeuren met zij- en bovenlichten voorzien van een ruitvormige roedenverdeling, daarboven dubbele meerruitsdeuren aan een balkon met een geschulpte rand en een ijzeren balustrade rustend op consoles, en op de derde verdieping een dubbel boograam met luiken. In de hoektorens zijn twee boven elkaar geplaatste boogvensters met luiken aangebracht. De gevels aan de noord- en aan de oostzijde zijn vijf vensterassen breed en twee bouwlagen hoog. Op de noordoosthoek staat een ronde toren met rondboog ramen voorzien van luiken onder een ronde naaldspits. Links naast de toren (oostgevel) is een rechthoekige, verdiepingloze uitbouw (bijkeuken) voorzien van kleine rondboogvensters net onder de daklijst. De uitbouw heeft een dakterras waarlangs een balustrade. Een dubbele balkondeur op de verdieping geeft toegang tot het terras. De overige vier assen worden ingevuld door 19de-eeuwse kruisvensters met glas-in-lood en halve luiken. In de tweede as is een deur met bovenlicht. Op de gevel is een zonnewijzer bevestigt met daarop geschilderd de woorden 'EX inderen' [Exinde ren(ovatum) bet. daarna vernieuwd hetgeen vroeger verminkt was]. In het dakschild is een dakkapel met meerruits venster waarboven een klokje. De lijstgevel aan de noordkant wordt in het midden onderbroken door een tuitgevel onder een met pannen gedekt zadeldak. De vensteras wordt gevormd door een dubbele glazen deur, daarboven een fenêtre à terre gevat in een omlijsting van natuursteen, een venster met staande middenstijl en in de nok een oeil de boeuf. De twee vensterassen aan weerszijden bestaan op de begane grond uit meerruitsvensters en op de verdieping uit fenêtres à terres met Frans balkon . Direct naast het huis aan de noordwest kant staat 'de olifant', een zwaar vervallen ornament uit baksteen en cement met vier steunberen. Wellicht deed het dienst als pergola cum veranda. Vanaf deze veranda zijn uitzichten op de rijweg en op een verschiet. In het INTERIEUR is de 17de-eeuwse indeling van het huis grotendeels bewaard gebleven, bestaande uit een lange middenas (oost-west) met kamers aan weerszijden; deels 17de-eeuwse aankleding namelijk de houten cassetteplafonds, de wandbespanning en in de Grote Salon een gemarmerde houten schoorsteen waarop de initialen HVH en JG - Hendrik van Hoven en Johanna Groenhout - zijn aangebracht. De 18de eeuw bracht de paneeldeuren en bijpassende lambriseringen met zich mee; evenals de rijk gedecoreerde schouwpartijen, driedelig opgebouwd uit haardplaats, spiegel en schilderstuk, onder andere van Van Beyeren en Benjamin Cuyp; in de eetkamer bevindt zich een Rococo schouw uit 1772 van Dirk van der Aa; in de Grote Zaal is een plafondschildering uit 1843 van Joh. Stortenbeker en in de Rode Salon een grisaille schildering (grauwtjes) in de stijl van Jacob de Wit uit 1850; de torenkamer, de zgn. antieke kamer, is ingericht als Chinese pronkkamer met veel porselein en goudleer behang, het laatste is waarschijnlijk van elders afkomstig; van belang is ook de keuken met zijn grote fornuis onder de schoorsteen, de pomp- en regenwaterbakken en wandkasten, alles behorend tot de oorspronkelijke 18de-eeuwse inrichting

Waardering

HOOFDGEBOUW (De Keukenhof) van algemeen belang:

- vanwege het in oorsprong gaaf bewaard gebleven 17de-eeuwse huis, dat in de 19de-eeuw door de architect Elie Saraber in neogotische stijl is verbouwd;

- als representatief en vrij zeldzaam voorbeeld van een bouwwerk uit het oeuvre van de architect Saraber;

- vanwege de vrijwel intact gebleven 17de-eeuwse ruimte-indeling;

- vanwege de 18de-eeuwse aankleding van het interieur en de schilderingen uit het midden van de 19de-eeuw;

- vanwege de kenmerkende ligging binnen de tuin- en parkaanleg;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.

Keukenhof (Keukenhof 1). Deze buitenplaats werd in de 17de eeuw gesticht door Adriaen Maartensz Block, die in 1641 een onderkelderd classicistisch buitenhuis liet optrekken. Naar plannen van E. Saraber werd dit huis in 1861-'63 voor C.A.A. baron van Pallandt getransformeerd in een neogotisch kasteel door de toevoeging van ronde hoektorens met verschillend gevormde spitsen. Aan de westzijde verrees een avant-corps (voorbouw) bestaande uit een vierkante middentoren waarin de omlijste ingangspartij geflankeerd wordt door kleinere vierkante torens. In het park staat de in 1643 in opdracht van Adriaen Maartensz Block gebouwde U-vormige boerderij (Keukenhof 5) met kelder en opkamer. Uit de 18de eeuw dateert het washuis. Het Zwitsers speelhuis uit 1850 (eerste steen) heeft spitsboogvensters en een ruim overkragend rieten schilddak met gesneden windveren. Binnen bevinden zich imitaties van Romeins mozaïekwerk en verder Oudhollandse tegeltableaus en schouwen. In 1857 leverde Saraber het ontwerp voor het koetshuis (Keukenhof 2-6). Het 19de-eeuwse eendenhuis heeft een rieten dak met houten duiventil. In de gepleisterde gevels zijn sintels en slakken verwerkt. Het sparrenhuisje is een houten tuinprieel uit circa 1900 (gerestaureerd 1997).

Adres

Keukenhof 1
2161 AN Lisse

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0