Kasteel Loenersloot

Horizontal tabs

Beschrijving

Omschrijving onderdeel 1

HOOFDHUIS van het complex historische buitenplaats Loenersloot. Het op een vrijwel vierkant kasteeleiland gelegen en in oorsprong uit de late 13de- en de 14de eeuw daterende kasteel Loenersloot, verkreeg zijn huidige uiterlijk door ingrijpende verbouwingen in de periode 1772-1777 en omstreeks 1900. Het deels onderkelderde kasteel heeft een nagenoeg U-vormige plattegrond en bestaat uit een cilindervormige woontoren die omgeven wordt door een organisch gegroeide woonbebouwing; de toren dateert waarschijnlijk uit de tweede helft van de 13de eeuw en werd omstreeks de eerste helft van de 14de eeuw aan de oostzijde uitgebreid met een onderkelderde zaalbouw met zadeldak. In de tweede helft van de 14de eeuw werd haaks op deze vleugel een niet onderkelderde woonlaag geplaatst en waarschijnlijk verrees eveneens in deze tijd aan de zuidzijde van de toren een ondiepe, onderkelderde en twee bouwlagen hoge vleugel. In de 16de eeuw vonden enkele verbouwingen aan het kasteel plaats, evenals in 1630 en in de periode 1648-1653. Welke veranderingen toen aan het huis plaats hebben gevonden is niet precies bekend. In 1766 kocht Hendrik Willem van Hoorn Loenersloot. Hij vond het gebouw ouderwets en bereidde een grootscheepse modernisering voor; de weermuur werd gesloopt, evenals het poortgebouw op de voorburcht, tevens werd de gracht rondom de voorburcht voor een deel gedempt. In 1771 ging hij failliet en zal de verbouwing van het kasteel nog niet tot uitvoer zijn gekomen. De volgende eigenaar van Loenersloot was mr Andries Jan Strick van Linschoten (1736-1806), in 1765 gehuwd met Catharina Geertruida Coenen van 's-Gravesloot. Vijf jaar lang, van 1772 tot 1777 liet Strick zijn nieuw verworven bezit ingrijpend verbouwen. Loenersloot moest een gerieflijk buitenhuis worden en verkreeg in deze periode grotendeels zijn huidige uiterlijk. Het werk werd aangenomen door de Utrechtse timmermansbaas Hendrik van Doornenburg en de metselaarsbaas Albert Maag. De kruisvensters werden verplaatst en vervangen door schuifvensters, de oostvleugel behield, met uitzondering van het vervangen van de topgevels door dakschilden, haar oude vorm. Het ingangsportaal werd gesloopt en vervangen door een nieuw voorhuis, dat aan de zijde van de binnenplaats werd voorzien van een frontgevel. Ingrijpend was ook de verandering van de aansluitende noordvleugel: de vleugel werd van een verdieping voorzien terwijl de gehele gevel aan de binnenplaats werd gesloopt en werd vervangen door een muur met een enigszins afwijkend verloop. Mogelijk heeft Van Hoorn dit nog uitgevoerd. Ook andere delen van het huis ondergingen ingrijpende veranderingen. Aan de zijde van de binnenplaats werd een nieuwe vestibule gebouwd. De keuken die zich tot die tijd in de zuidvleugel bevond werd verplaatst naar een aanbouw tegen de toren, zodat deze nabij de eetkamer in de oostvleugel kwam te liggen. Omstreeks 1900 wilde een nazaat van Strick van Linschoten, Paulus Hubert Andries Martini Buys (1835-1915) die zich omstreeks 1900 intensief met de geschiedenis van het kasteel heeft bezig gehouden, het exterieur een meer 'middeleeuws' uiterlijk geven. Het kasteel werd ontpleisterd, de gevels werden aan de bovenzijde voorzien van boogfriezen en de noordkant van de oostgevel werd voorzien van een trapgevel. De schuifvensters werden weer vervangen door de huidige houten kruiskozijnen en de toren werd voorzien van kantelen. De gevels van het kasteel zijn voorzien van een niet regelmatige venster- en deurindeling met ondermeer houten kruiskozijnen en meerruits schuifvensters onder licht getoogde strekken. De hoofdingang bevindt zich in de westgevel en bestaat uit een, boven een natuurstenen trap, buitenpands gelegen tochtportaal waarboven zich een groot en licht getoogd meerruits bovenlicht bevindt, aan weerszijden voorzien van een dichtgezet venster waarin een kleiner getoogd venster met roedenverdeling met luik, op de verdieping bevinden zich drie vensters, waarvan de middelste een getoogd kruisvenster is en de buitenste vensters zijn dichtgezet, waarna er kleinere vensters in werden geplaatst. Interieur; Het thans nog bewaard gebleven interieur dateert vrijwel geheel uit de periode 1772-1777. Zo werden ondermeer de schoorsteenmantels van eetkamer en een kamer op de verdieping gemaakt door de steenhouwer Hendrik Ogert. De Italiaanse stucadoor Francesco Peretti werd het stucwerk op de schoorstenen opgedragen. Hij maakte ook de stucplafonds in de zaal, de tussenkamer, de gang en in de traphal. Het snijwerk van de schoorsteen in de eetkamer en de snijstukken boven de deuren werden uitgevoerd door de Utrechtse beeldhouwer Arnoldus Koopman. Ook het nog bestaande interieur van de zaal en de eetkamer in de oostvleugel dateert uit de jaren 1772-1777 en is van de hand van de timmerman Hendrik van Doornenburg en Arnoldus Koopman. De bijzonder fraaie beschilderde behangsels werden geleverd door C. van Breezijn. De keuken heeft eveneens nog de inrichting uit 1773. Deze bestaat ondermeer uit een grote schouw, een aanrecht, een servieskast en een turfkist. De wanden zijn betegeld met witte tegels.

Waardering

HOOFDHUIS (Kasteel Loenersloot) behorende tot de historische buitenplaats Loenersloot is van algemeen belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de architectonische vormgeving;

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en het interieur;

- vanwege de nagenoeg oorspronkelijke plattegrond en indeling van de binnenruimten, waardoor het gebouw als zodanig een karakteristiek en zeldzaam voorbeeld is van een in oorsprong uit de late 13de- en de 14de eeuw daterende kasteel, dat zijn huidige karakter door verbouwingen in de periode 1772-1777 en omstreeks 1900 kreeg;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats;

- vanwege de kenmerkende ligging binnen de laat-18de-eeuwse parkaanleg in (vroege) landschapsstijl, gecreëerd binnen een formele 17de-eeuwse structuur.

Kasteel Loenersloot (Rijksstraatweg 211) is een imposant bouwwerk, omgeven door een brede slotgracht, die in open verbinding met de Angstel staat. Het kasteel is in aanleg 13de-eeuws. Uit die tijd dateert mogelijk de ronde bakstenen donjon die boven het geheel uitsteekt. Oorspronkelijk werd deze door een veelhoekige ringmuur omgeven, maar die sloopte men toen het kasteel werd uitgebreid met woonruimten aan de oost- en zuidzijde. Aan de vorm van de ringmuur herinnert op de zuidwesthoek nog de kademuur met balustrade en siervazen, die het in 1767 gesloopte laatste deel van de ringmuur vervangt. In de eerste helft van de 14de eeuw verrees aan de oostzijde een onderkelderde vleugel, die op de begane grond bestaat uit een grote rechthoekige zaal met een aansluitende, kleinere vierkante ruimte. In de tweede helft van de 14de eeuw volgden de lange noordvleugel en de kleine, onderkelderde zuidvleugel. In de 16de en de eerste helft van de 17de eeuw vonden nog enkele verbouwingen plaats, maar het kasteel werd echt ingrijpend gewijzigd tussen 1767 en 1777. Een versterkt poortgebouw, dat men via een valbrug bereikte, werd in 1767 afgebroken. Verder trok men een deel van de oude binnenplaats bij het kasteel om als hal te dienen. Het interieur dateert vrijwel volledig uit de periode 1772-'77. Vermeldenswaard zijn het trappenhuis, de zaal en de eetkamer met stucplafonds van Peretti en de wandbespanningen van C. van Breezijn. Bij herstelwerkzaamheden aan het eind van de vorige eeuw heeft men het kasteel weer een middeleeuws karakter willen geven. De gevels ontdeed men van hun pleisterwerk en de 18de-eeuwse vensters maakten plaats voor kruisvensters. Brede kantelen vervingen de 18de-eeuwse balustrade op de donjon. Ook delen van de ingangsgevel, de uitgekraagde bakstenen friezen onder de dakrand, de trapgevel aan de noordkant en de dakkapellen zijn laat-19de-eeuws.

Adres

Rijksstraatweg 211
3634 AL Loenersloot

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0