Monseigneur Laurentius Schrijnenhuis, voormalige Univers.voor Theologie en Pasto

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

Voormalig RETRAITEHUIS in 1932 gebouwd naar een ontwerp van architect F.P.J. Peutz. De toegepaste bouwstijl is Nieuwe Bouwen. Het gebouw is markant gesitueerd op de Molenberg.

De na-oorlogse aanbouwen aan de achtergevel en de rechterzijgevel zijn uitgesloten van bescherming.

Omschrijving

Het gebouw bestaat uit een aantal bouwvolumes waarin de diverse functies van het voormalig retraitehuis waren ondergebracht.

Het gebouw kent een bijzondere constructie te weten staalskeletbouw met vliesgevels van zogenaamde steeltexgaas met cementpleisterwerk afgewerkt. De binnenmuren werden in baksteen opgetrokken. Deze constructie werd gekozen in overleg met de ingenieurs van de Oranje-Nassaumijnen. Dit als gevolg van de locatie van het retraitehuis op de breuklijn van twee mijnconcessies. De diverse bouwvolumes worden afgedekt met platte daken.

Het hoofdvolume telt vier bouwlagen en een souterrainverdieping. Hierin bevonden zich de slaap- en verblijfsruimten. Links van dit hoofdvolume een lager gebouw met onder andere de hal en de grote kapel en bisschopskamer. Rechts van het hoofdvolume een bouwmassa met daarin onder andere de zusterskapel.

HOOFDVOLUME met in de frontgevel in de souterrainverdieping kleine rechthoekige vensters. In de eerste bouwlaag vensters met grote kunststof kozijnen. In de tweede en derde bouwlaag een horizontale reeks rechthoekige stalen vensters. In de vierde bouwlaag een horizontale reeks kleine stalen vensters. Aan het rechterdeel frontgevel een licht vooruitspringend bouwdeel in een bouwlaag en souterrainverdieping. Entree onder een licht oplopende luifel. Luifel rust op twee stalen kolommen. Toegangstrap met stalen leuningen. Rechthoekige stalen vensters. Aan de rechterzijgevel van dit bouwdeel de verbinding naar de naoorlogse aanbouw.

In de linkerzijgevel van het hoofdvolume een hoog verticaal trappenhuisvenster en een drietal dubbele rechthoekige stalen vensters. LINKS VAN DIT HOOFDVOLUME TWEE LAGERE BOUWMASSA'S van verschillende hoogte. De voorste bouwmassa telt een bouwlaag en een souterrainverdieping. In de frontgevel de hoofdentree in een vooruitspringend gedeelte met hieraan een brede luifel rustend op vier stalen kolommen. Luifel aan de voorzijde iets oplopend. Dit bouwdeel met stalen en kunststof kozijnen. Souterraindeel loopt door tot onder de luifel. Keldergedeelte met deur, vensters en toegangstrap. In de linkerzijgevel van dit bouwdeel in de souterrainverdieping een grote stalen pui met vensters met kleine roedeverdeling. In de eerste bouwlaag een horizontale reeks van vijf rechthoekige vensters met stalen kozijnen.

Het tweede bouwvolume aan de linkerzijgevel van de hoofdmassa telt twee bouwlagen en een souterrainverdieping. In dit gedeelte bevindt zich in een vooruitspringend afgerond geveldeel de kapel. In de tweede bouwlaag van het kapelgedeelte een groot rond stalen venster. In het souterraingedeelte een kunststof pui en een rechthoekig stalen venster met roedevedeling. Links van het kapelgedeelte bevindt zich een bouwvolume in een bouwlaag waarin een sacristieruimte is ondergebracht. Op het platte dak van dit bouwdeel bevindt zich een markant torentje in beton, staal en glas en met een plat dak. Via dit torentje kan het dak van het bouwdeel met kapel worden bereikt.

HAAKS OP DE ACHTERGEVEL EEN BOUWVOLUME in een bouwlaag met souterrainverdieping. Aan dit bouwvolume bevindt zich een naoorlogse aanbouw.

Het bouwvolume haaks op de achtergevel heeft in de souterrainverdieping stalen deuren en vensters met roedeverdeling. In de eerste bouwlaag een horizontale reeks rechthoekige stalen vensters.

In de achtergevel een entree met brede oplopende toegangstrap met stalen leuningen en onder een beton luifel rustend op zes stalen kolommen.

In het middendeel van achtergevel een uitbouw in een bouwlaag met souterrainverdieping. Dit is de voormalige veranda thans als kantine-ruimte in gebruik. In de souterraingevel stalen kozijnen met roedeverdeling. In de eerste bouwlaag rechthoekige kunststof kozijnen. In het linkerdeel van de achtergevel twee bouwvolumes.

In het meest hoge bouwvolume bevindt zich de ZUSTERSKAPEL. In dit geveldeel drie ronde stalen vensters. De lagere uitbouw telt een bouwlaag en een souterrainverdieping. In de souterrainverdieping een galerij rustend op een zestal beton kolommen. Een gedeelte van de voormalige serre in de souterrainverdieping is dichtgezet. In deze souterrainverdieping enkele stalen deuren en vensterkozijnen. In de eerste bouwlaag een horizontale reeks stalen vensters met hiertussen een loggia met stalen balustrade.

In de rechterzijgevel van de zusterskapel een rond stalen venster. In de souterrainverdieping rechthoekige vensters met stalen kozijnen.

Structuur van het INTERIEUR grotendeels in tact hetgeen blijkt uit de situering van trappenhuizen, gangen en kamers. Authentieke trappenhuizen met trappen met houten handlijsten. Rond de grote kapel waren oorspronkelijk een aantal kamers ingericht voor de bisschop, onder andere een spreekkamer en zitkamer. Interieuronderdelen zijn met name in de jaren zestig in beperkt mate aangepast. In de grote kapel een altaar en glas-in-lood vensters van omstreeks 1965.

Het retraitehuis werd voorzien van een ingenieus systeem voor afvoer van hemelwater en hergebruik hiervan. Aan de achterzijde van het gebouw bevindt zich een vijver met waterreservoir van waaruit het opgevangen hemelwater weer kon worden opgepompt.

Waardering

Het voormalig retraitehuis is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele, geestelijke en typologische ontwikkeling. Het gebouw bezit architectuurhistorische waarde vanwege haar bijzonder belang voor de geschiedenis van de architectuur, als voorbeeld van een ontwerp in de stijl van het Nieuwe Bouwen binnen het oeuvre van architect F.P.J. Peutz en wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. Ensemblewaarde ontleent de school aan de bijzondere situering op de Molenberg en daarmee van belang voor het aanzien van dit deel van Heerlen. Het gebouw is tenslotte van algemeen belang wegens de hoge mate van architectonische gaafheid van het exterieur en interieur en de architectuurhistorische, typologische en functionele zeldzaamheid.

Het voorm. broederhuis ‘Molenberg’ (Kerkraderweg 9), nu ‘Joseph Wresinski Huis - Vierde Wereld Beweging’, werd gebouwd in 1921 in traditionalistische stijl met expressionistische elementen naar ontwerp van F.P.J. Peutz. Opvallend zijn de natuurstenen pilasters boven de ingang. Peutz ontwierp ook de gelijktijdig gebouwde Broederschool (Kerkraderweg 7) en de uitbreiding met kapel achter het Broederhuis uit 1923. Het voorm. retraitehuis (Oliemolenstraat 60) , in 1932 gebouwd in functionalistische stijl naar plannen van F.P.J. Peutz, is een meerlaags pand bestaande uit een staalskelet opgevuld met vliesgevels van steeltexgaas en cementpleisterwerk. De binnenmuren zijn van baksteen. Sedert 1968 is het zogeheten Mgr. Schrijnenhuis onderkomen geweest voor de hogeschool (nu universiteit) voor Theologie en Pastoraat. In 2001 heeft een algehele restauratie en renovatie plaatsgevonden.

Adres

Oliemolenstraat 60
6416 CB Heerlen

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0