Museum Speelklok

Horizontal tabs

Beschrijving

Rondleidingen Ieder uur vinden rondleidingen plaats, op verzoek ook in het Engels. Je hoort dan een groot aantal instrumenten live spelen: het repertoire varieert van Weense wals en tango tot smartlap en house. Kinderen Kinderen kunnen hun eigen speeldoosmuziek componeren, programmeren en afspelen op de 'plingplong'. Met regelmaat vinden in het museum speciale concerten, tentoonstellingen en theatervoorstellingen plaats. Onder de titel MuziekFabriek organiseert het museum regelmatig activiteiten voor acht- tot vijftienjarigen waarbij zelf muziek maken centraal staat (www.muziekfabriek.nl). De collectie Automatisch spelende muziekinstrumenten De collectie van  Museum Speelklok bestaat uit automatisch spelende muziekinstrumenten. Dat zijn muziekinstrumenten met een eigen karakteristieke klankbron, die bespeeld wordt door middel van een muziekprogramma. De vroegste collectiestukken dateren uit de vijftiende eeuw. Hoewel meer dan duizend jaar geleden bepaalde vormen van mechanische muziek voorkwamen in het Nabije en Verre Oosten, laat men de geschiedenis van de mechanische muziek doorgaans beginnen in de Middeleeuwen met de komst van het torencarillon: de Zingende Torens van de Lage Landen. Hierbij worden de klokken bespeeld door middel van een geprogrammeerde speeltrommel. Speelklokken Een speelklok is een uurwerk dat muziek maakt. De bellenspeelklok functioneert als een huiskamercarillon: evenals in de toren klinkt een melodie voordat de hele en halve uren geslagen worden en is de melodie in de vorm van pinnen op een speeltrommel gestoken. Vooral in de achttiende eeuw bloeide de productie van bellenspeelklokken, met Nederland als centrum. Speeldozen In 1796 krijgt de Geneefse uurwerkmaker Antoine Favre het patent op zijn uitvinding van 'het carillon zonder hamers en bellen'. Het muziekprogramma (pinnetjes op een cilinder) brengt een reeks metalen tanden in trilling. Tot het einde van de negentiende eeuw werden met name in de Zwitserse Jura honderdduizenden cilinderspeeldozen geproduceerd. In 1885 krijgt de Engelsman Ellis Parr patent op een nieuw soort speeldoos, waarin de speelkam nu niet door een muziekcilinder maar door een metalen plaat wordt bespeeld. In de speelplaat was een muziekprogramma van omgebogen lipjes gestanst. De platenspeeldoos werd rond 1900 als massaproduct voornamelijk in fabrieken in Leipzig en (later) Amerika geproduceerd. Pianola' en orchestrions Tot het einde van de achttiende eeuw zijn automatische snaarinstrumenten zeldzaam; daarna komt in het Duitse Zwarte Woud een tamelijk grote productie van 'Harfenuhren' op gang. Met de opkomst van de fortepiano aan het begin van de negentiende eeuw ontstaat ook de geautomatiseerde versie, de cilinderpiano. Een eeuw later vindt die cilinderpiano zijn weg naar het café (tingeltangel) en de straat. De grote doorbraak van geautomatiseerde snaarinstrumenten kwam echter omstreeks 1900 het de pneumatisch bespeelde piano, die later als 'pianola' (een merknaam)  bekend werd. Het systeem was gebaseerd op het creëren van een vacuüm door een elektromotor of pedalen waarna gaatjes in een papieren rol de melodie bepaalden. Orchestrions kunnen het beste worden omschreven als automatisch spelende orkesten voor gebruik in openbare gelegenheden. Rond 1880 bestonden in Duitsland al tal van bloeiende orchestrionfabrieken. Mede als gevolg van de economische crisis en de opkomst van de grammofoon gaat de orchestrionindustrie in Duitsland rond 1930 ten onder. Draaiorgels In de zestiende eeuw begon in Europa de productie van automatische salonorgels, zeer kostbare instrumenten, vaak bedoeld als geschenk voor vorsten. In de achttiende eeuw wordt het instrument meer gangbaar. Voor zover bekend is het eerste type straatdraaiorgel het 'organo portatile', een klein cilinderorgel dat met de hand werd gedraaid. Het is een duidelijke voorloper van het negentiende-eeuwse buikorgel, een groter en zwaarder orgel dat de orgelman met een leren riem om zijn nek voor zijn buik droeg. Revolutionair was de introductie van het orgelboek in 1892 door Anselmo Gavioli. De zigzag gevouwen kartonnen boeken waren aanzienlijk goedkoper, makkelijker te maken en qua muzikale omvang minder beperkt dan de cilinder. Talrijke orgelfabrikanten  in o.a. Frankrijk, België en Duitsland begonnen met de productie van boekorgels. Uiteindelijk werd Nederland het straatorgelland bij uitstek. De locatie: De Buurkerk Museum Speelklok  is gevestigd in de  middeleeuwse Buurkerk, op een steenworp afstand van de Domtoren. De Buur(= burger)kerk dateert in haar huidige gotische vorm voornamelijk uit de vijftiende eeuw en is de oudste en belangrijkste van de Utrechtse parochiekerken. Rondleidingen De meeste bezoekers volgen tijdens een bezoek aan  Museum Speelklok een rondleiding. Tijdens de rondleidingen (die op ieder heel uur van start gaan, ongeveer een uur duren en niet verplicht zijn!) worden de museuminstrumenten in chronologische volgorde live gepresenteerd. De rondleid(st)er vertelt het verhaal van de geschiedenis van de mechanische muziek aan de hand van collectiestukken, die vervolgens worden gespeeld. De rondleiding begint bij  het torencarillon, voert vervolgens langs speelklokken, speeldozen, pianola's en orchestrions  uiteindelijk naar de straat-, kermis- en dansorgels. Speciale activiteiten en arrangementen Met regelmaat  vinden in het museum speciale tentoonstellingen, concerten en theatervoorstellingen plaats. Het museum beschikt o.a. over een museumcafé, een educatieve ruimte en een videozaal. In de museumwinkel zijn o.a. speeldozen, cd's, catalogi en naslagwerken te vinden. Voor grotere groepen gelden gereduceerde entreeprijzen. Voor kinderverjaardagen biedt het museum een speciaal programma. Voor het vieren van jubilea en huwelijksfeesten, het besluiten van een congres of beurs, de ontvangst van (buitenlandse) relaties of als decor van een personeelsavond vormt het museum ook in de avonduren een feestelijke en stijlvolle locatie.

Adres

Steenweg 6
3511 JP Utrecht

Telefoonnummer

030-2312789

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0