Natuurmuseum Nijmegen

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

Voormalige SYNAGOGE, gelegen aan de zuidzijde van de Gerard Noodtstraat en in-geklemd tussen enerzijds nieuwbouw en anderzijds een tegelijk met de synagoge gebouwd pand waarin zich schoollokalen en een bovenwoning bevonden. De synagoge werd in 1913 ontworpen door de bekende architect OSCAR LEEUW, die hier een geheel eigen vocabulaire gebruikte, geinspireerd op traditionele Oosterse architectuur. De nieuwbouw was bedoeld als vervanging voor de kleine achttiende eeuwse synagoge aan de Nonnenstraat. In de Tweede Wereldoorlog werd de synagoge van binnen voor een groot deel vernield. De kenmerkende, omlopende vrouwengalerij, de schilderingen en muurdecoraties van Leeuw werden toen vernietigd. In 1988 werd de synagoge intern verbouwd ten behoeve van de huisvesting van het Natuurhistorisch Museum. Hierbij werden de nog resterende oorspronkelijke interieuronderdelen gespaard. De synagoge ligt direct aan de straat en heeft een klein voorterrein waarop zich twee bakstenen MUURTJES bevinden met daartussen een ijzeren HEKWERK. De muurtjes zijn met hardstenen dekplaten afgedekt en begrensden oorspronkelijk het gehele voorterrein.

Omschrijving

Voormalige SYNAGOGE, gebouwd in 1913. De hoofdvorm van het gebouw is een rechthoekig onderkelderd bouwvolume met twee bouwlagen en een zadeldak waaronder zich de zolder bevindt. Het met rode Hollandse pannen belegd zadeldak is niet zichtbaar aan de straatzijde omdat het iets terug ligt en aan het oog wordt onttrokken door een centraal in de voorgevel aanwezige torenachtige uitbouw, bekroond met een koepel en geflankeerd door vier ronde torentjes. De gevels van het gebouw zijn in schoon metselwerk in kruisverband uitgevoerd en voor wat betreft de voorgevel rijk gedecoreerd en voorzien van hardstenen elementen. De linker zijgevel is gepleisterd. Tussen de voormalige synagoge en de belendende bebouwing bevindt zich een smalle steeg.

De VOORGEVEL van het gebouw heeft een symmetrisch en sterk verticaal karakter door een torenvormig risaliet in het midden. Hierin bevindt zich de entreepartij. De entreepartij bestaat uit een dubbele toegangsdeur, die via een aantal hardstenen stoeptreden te bereiken is. De deuren hebben nog het oorspronkelijke ijzeren beslag en bevinden zich in een kozijn met een halfrond bovenlicht dat door verticale roeden is gedeeld. Rond de entree bevindt zich een in hardsteen uitgevoerde -nu grijs geschilderde maar oorspronkelijk vermoedelijk meerkleurige- omlijsting waarin symbolische voorstellingen zijn uitgehakt. Aan weerszijden van de deuren bevinden zich gestileerde palmbomen en de bovenlichtomlijsting wordt benadrukt door in steen uitgespaard vlechtwerk. De ronde sluitsteen verbeeldt twee handen met een, symbolisch altijd brandende, fakkel. De horizontale geleding van de voorgevel wordt bepaald door een uitkragend dubbel baksteenfries met een waterlijst op de verdiepingscheiding en door een uitkragend drielaags baksteenfries met piramidale baksteenkantelen als gevelafsluiting aan de bovenzijde.

Aan weerszijden van het ingangsrisaliet bevinden zich op de begane grond twee toiletuitbouwtjes die op de hoeken zijn afgeschuind en ter hoogte van het kalf tussen de toegangsdeuren en het bovenlicht zijn afgesloten door geprofileerde baksteenlijsten en een kanteelachtige opbouw. In de uitbouwtjes, die zijn voorzien van een hoge hardstenen plint, bevinden zich aan elke zijde twee rechthoekige glas-in-loodraampjes. De hemelwaterafvoeren van deze uitbouwtjes, aan weerszijden van het risaliet, zijn oorspronkelijk. Boven elk van de uitbouwtjes zijn in het gevelvlak van de eerste bouwlaag drie rechthoekige glas-in-loodraampjes aanwezig. Vanaf de tweede bouwlaag is het middenrisaliet voorzien van afgeronde hoeken en een hardstenen 'basement' waarin de naam 'Natuurmuseum' is aangebracht. Oorspronkelijk stond hier een Hebreeuwse tekst. Het middenrisaliet is hoger dan de rest van het gebouw en heeft een torenachtige opbouw boven de gevelafsluiting. De afgeronde hoeken gaan over in gedeeltelijk rond gemetselde kleine hoektorentjes die een met zink beklede houten koepel op een trommel flankeren. De vier torentjes, die zijn voorzien van sleufvormige en door hardstenen onder-en bovendorpels begrensde lichtopeningen, hebben een met zink bekleed koepeltje. De trommel is voorzien van een omlopend baksteenfries in geprofileerde baksteen. Onder dit fries bevindt zich aan de voorzijde van het gebouw een hardstenen plaat in de vorm van de twee wetstafelen waarin de tien geboden zijn uitgehakt. In de trommel is aan elke zijde van het risaliet een deur aan-gebracht die toegang geeft tot een klein balkon.

De ronde vorm van de trommel is in het risaliet ook zichtbaar op de tweede bouwlaag, waar in een rechthoekig gevelvlak een enorm gekromd glas-in-loodraam is aangebracht. De glasstroken worden verticaal gescheiden door in baksteen uitgevoerde montanten met hardstenen kapitelen, een hardstenen fries en een latei in het gevelvlak. Aan elke zijde van het risaliet bevindt zich in het gevelvlak van het hoofdvolume een gekoppeld driedelig glas-in-loodraam met in baksteen uitgevoerde montants en in hardsteen uitgevoerde kapitelen, dorpels en lateien. Boven elk van de lateien bevinden zich in het metselwerk zes sleufvormige blindnissen.

De ZIJGEVELS van het gebouw zijn niet goed zichtbaar en blind. De linker zijgevel is geheel gepleisterd en (waar zichtbaar) voorzien van in het pleisterwerk aangebrachte schijnvoegen. De rechter zijgevel is ongepleisterd. In het metselwerk zijn eenvoudige muurankers aangebracht.

De in metselwerk opgetrokken ACHTERGEVEL heeft op de begane grond een centraal geplaatst aanbouwtje met een zadeldak, belegd met rode Hollandse pannen. De geveltop hiervan is gepleisterd. Tegen dit aanbouwtje is (vermoedelijk later) een platte aanbouw geplaatst. Op de verdieping bevindt zich een grote rondboogvormige spaarnis waarin vier rondboogvormige lancetramen met glas-in-lood zijn aangebracht. De spaarnis wordt aan elke zijde geflankeerd door drie smalle, hoge, glas-in-loodramen. Ter plaatse van de zolder bevindt zich een rond raam met een kruisvormige roedenverdeling.

Het INTERIEUR is in de oorlog voor een deel vernield. De op oude foto's nog zichtbare vrouwengalerij en de muurdecoraties zijn in die tijd verdwenen. Ook de ramen in de achtergevel zijn in de oorlog vermoedelijk beschadigd geweest en vervangen. Oorspronkelijk bevonden zich in deze gevel meer ramen. Hoewel het gebouw momenteel in gebruik is als natuurmuseum en daartoe is ingericht, is de RUIMTELIJKE STRUCTUUR van het gebouw herkenbaar gebleven. Hoewel er in de oorspronkelijk open ruimte nu een museumvloer ligt, is vanaf deze bouwlaag de oorpronkelijke vorm van het (ton)gewelf met ribben en casetten nog waar te nemen. De oorspronkelijke veelkleurigheid is echter verdwenen. Aan de noordzijde, de ingangszijde, is de indeling nog oorspronkelijk en bevinden zich rechts nog het smalle trappenhuis naar onder meer de vrouwengalerij en naar de nog aanwezige kantoortjes op de diverse bouwlagen. Ook bevinden zich hier nog een drietal grote rondboogvormige glas-in-loodramen, waarachter zich oorspronkelijk de kerkruimte bevond. Nu is direct achter deze ramen de in 1988 aangebrachte trappartij van het museum aanwezig.

Als afscheiding van het voorterrein dienen twee bakstenen MUURTJES met daartussen een ijzeren HEKWERK. De muurtjes zijn met hardstenen dekplaten afgedekt.

Waardering

SYNAGOGE uit 1913, ontworpen en gebouwd door Oscar Leeuw, met muurtjes en hekwerk.

- Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een in de vroege twintigste eeuw gebouwde synagoge, waarvan de architectuur door de sterk op de symboliek gerichte vormgeving duidelijk verwijst naar de Oosterse architectuur en het jodendom. Het gebouw heeft door deze uitzonderlijke vormentaal een zekere zeldzaamheidswaarde. De synagoge, die een belangrijke en unieke plaats inneemt binnen het oeuvre van de vooral in Nijmegen werkzame architect Oscar Leeuw, valt op door het expressieve gebruik van baksteen en de combinatie ervan met de hardstenen elementen in de voorgevel. De ruimtelijke indeling en delen van het interieur zijn bewaard gebleven, waarbij vooral de diverse gebrandschilderde ramen een opvallende plaats innemen.

- Van stedenbouwkundige waarde als oorspronkelijk onderdeel van de zuidelijke straatwand van de Gerard Noodtstraat. Het gebouw heeft op deze plaats, door de bijzondere vormgeving met de centraal geplaatste torenachtige opbouw, een zeer markante en beeldbepalende uitstraling.

- Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uiting in de geschiedenis van de Joodse cultuur in Nederland en als herinnering aan een bloeiende Joodse gemeenschap van Nijmegen.

Adres

Gerard Noodtstraat 121
6511 ST Nijmegen

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0