Pieterskerk Leiden

Horizontal tabs

Beschrijving

"Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der Hemelen" zei Jezus volgens het Evangelie van Mattheus tegen de Heilige Sint-Pieter. Sint-Pieter, ofwel Petrus, is in het Nieuwe Testament een van de 12 descipelen van Jezus. In de kunst wordt hij regelmatig afgebeeld en is hij te herkennen aan een grote, grijze baard en een bos sleutels in zijn hand. De bos sleutels die toegang zouden geven tot de Hemel. Petrus is de beschermheilige van Leiden en aan hem heeft Leiden het stadswapen en de bijnaam 'sleutelstad' te danken. 

Wanneer de bouw van de Pieterskerk precies begonnen is, is voor niemand duidelijk. Wel is bekend dat de bouw startte in de 12e eeuw. In de kerk, die er toen heel anders uitzag dan nu, werden meerdere altaren geplaatst. Er waren ook allerlei kapellen voor verschillende heiligen, rijke families en gilden. In 1121 werd een van de kapellen in de Kerk gewijd aan Petrus en apostel Paulus. 

In de 13e eeuw veranderde er veel in Leiden. De stad kreeg stadsrechten in 1266. Stadsrechten waren bijzonder privileges die aan een stad werden toegediend. Een stad kreeg hierdoor het recht om tol te heffen en stadsmuren te bouwen, maar het meest belangrijke was het recht op eigen rechtspraak. De kapel die was gewijd aan Petrus, werd gebruikt om graaf Floris V te dopen. Toen Floris zijn hof verhuisde, besloot hij de kapel waar hij was gedoopt als parorchiekerk te gebruiken. 

Toen de Leidse bevolking sterk begon te groeien werd de kerk rond 1300 vervangen door een groter gebouw. Dit gebouw kreeg vijftig jaar later een indrukwekkende toren die men 'Coningh der Zee' noemde. De toren die 110 meter hoog was werd namelijk op zee door schippers gebruikt als oriëntatiepunt. De uitbreiding van de kerk zette door: in 1314 kwam er een houten kapel, gewijd aan St. Pancras, een van de IJsheiligen. Al snel werd de kapel echter vervangen door eenvoudig stenen kerkje. In 1366 werd de Hooglandse Kerk verheven tot kapittelkerk en begon men met de bouw van een gotische kruiskerk op dezelfde plaats. Rond 1475 was het hoogkoor voltooid, rond 1500 gevolgd door het even hoge transept en de zijbeuken. Deze tonen de gotiek in haar hoogtijdagen: hoog oprijzend, ijl met veel maaswerk. Door de grote glazen ramen kon het licht vrijelijk de kerk binnenstromen.

Hoewel de verbouwing tot dan toe voorspoedig verliep, lag er rampspoed op de loer. In 1512 stortte de toren in. Aan de voltooiing van een nieuw schip, dat men net zo hoog wilde optrekken als het koor en transept kwam men niet meer toe. In 1540 was het geld op, op 25 augustus 1566 woedde in Leiden de Beeldenstorm en daarna volgde de Reformatie, die soberheid predikte. Het schip en de toren hebben daarom nog de oorspronkelijke, 14de eeuwse afmetingen.

Ook in de 19e eeuw kwam er ongeluk op de hoek kijken. De Leidse buskruitkramp van 12 januari 1807 vond plaats. Een schip dat van Haarlem naar Delft ging had 37 000 Hollandse ponden (dat wil zeggen 17 760 kg) aan buskruit aan boord. Het ontplofte midden in Leiden in het Steenschuur in het verlengde van het Rapenburg. Bij de ramp vielen 151 doden en ruim 2000 gewonden. Circa 220 woningen werden compleet verwoest of werden onbewoonbaar verklaard. Zelfs in de verste wijken in Leiden waren ramen kapot of werden dakpannen van het dak afgeblazen. Ook de Pieterskerk werd getroffen, het  Van Hagerbeer orgel werd zeer zwaar beschadigd en de ramen werden uit de kerk geblazen. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Pieterskerk nog steeds gebruikt als kerk. Er was echter wel sprake van een tweescheiding in het bestuur van de Kerk. Een van de dominees was lid van de NSB terwijl de koster het verzet juist steunde. De kerk werd gebruikt om onderduikers op te vangen en ook als trainingsbasis voor verzetsgroepen. 

In 1971 verliest de Pieterskerk zijn religieuze functie. In 1975 wordt het beheer overgedragen aan een stichting en sindsdien wordt de kerk gebruikt als locatie voor evenementen, zowel zakelijke als culturele. Gelukkig raken de culturele activiteiten af en toe nog de oorspronkelijke functie van de kerk. Zo wordt de dankdienst voor 3 oktober (het Leids ontzet) hier gehouden en zijn er concerten, zoals de Matthäus Passion. De zakelijke activiteiten zijn vooral congressen, beurzen, lezingen en diners. Het geld dat hier wordt verdiend wordt gebruikt om het monument te onderhouden. Ook wordt het monument gebruikt als tentamenzaal voor studenten van de Universiteit Leiden en zijn er ook tv-programma's opgenomen zoals 'Collegetour' met Mark Rutte. 

Na de buskruitramp in 1807 gebeurt er een hele lange tijd niets met de Kerk. In 2000 wordt besloten de kerk te restaureren. Tien jaar lang is er gewerkt aan een grondig herstel van het monument. Het hout in de kappen werd vervangen, het natuursteen werd hersteld en het lei in de daken is vernieuwd. Ook zijn er toen aanpassingen gemaakt die het gebruik van het monument verbeteren. Er is vloerverwarming en er zijn isolerende voorzetramen voor de oorspronkelijke glas- en loodramen geplaatst. Al deze aanpassingen hebben ervoor gezorgd dat de Pieterskerk in Leiden een van de best uitgeruste middeleeuwse gebouwen van Europa is. 

Ondanks de rijke en soms ongelukkig geschiedenis van het monument, is de kerk niet meer weg te denken uit het historisch centrum van Leiden. De verschillende evenementen zoals feesten, congressen, diners maar ook rondleidingen door de kerk hebben ervoor gezorgd dat het verleden precies in het heden past. Als bezoeker is het een unieke locatie waar geschiedenis tot leven komt. 

 

 

 

Adres

Pieterskerkhof 1a
2311SP Leiden

Openingstijden

Dagelijks geopend van 11-18.

Telefoonnummer

071-5124319

Facilities

  •  
  •  
  •  

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1