Reeks ARBEIDERSWONINGEN met twee bouwlagen en platafgedekt van in oorsprong zesentachtig boven- en benedenwoningen, vier winkels en twee bergplaatsen en een bibliotheek, gebouwd in 1924-'27 naar ontwerp van J.J.P. Oud, met verwerking van de esthetische principes van "de Stijl" - terug te vinden in het streven naar heldere verhoudingen van strakke contouren en "ontmaterialisering" door toepassing van een witte bepleistering en grote glasvlakken - en van het functionalisme - door de nadruk op het collectieve bouwblok door middel van een, over de gehele gevellengte doorlopend, uitstekend balkon met stenen borstwering aan de van een gelijkvormige gevelindeling voorziene voorzijde, met tegelijkertijd aandacht voor de individuele woning door de aanleg van tuintjes aan de voorzijde - begrensd door rechthoekige bakstenen muurtjes - en aan de achterzijde - T-vormig in elkaar grijpend - alsook door de toepassing van zorgvuldig ontworpen plattegronden, en van eigen, eenmaal uitkragende, balkons en van rechthoekige erkers over beide verdiepingen aan de achterzijde.
De reeks wordt in het midden onderbroken aan de straatzijde ten behoeve van een teruggerooide poort waarin in oorsprong een bibliotheek en een woning waren ondergebracht; aan de zijden wordt de reeks telkens halfrond beëindigd waarbij op de beganegrond de winkels waren ingericht, voorzien van eveneens halfronde etalageruiten over vrijwel de volle hoogte en breedte van de gevel met overigens een stalen winkelpui, en waarbij het balkon van de verdieping om de hoek is omgezet.
De woningen zijn in baksteen opgetrokken waarbij oorspronkelijk een omlopende plint in gele baksteen in het zicht was gelaten (doch nu is grijsgepleisterd), en waarbij het overige, met uitzondering van enkele vlakken bij de erkers aan de achterzijde, geheel is witgepleisterd. Elke woning bevat indien beneden, vijf gekoppelde vensters in grijze stalen sponningen en een ingangsdeur terzijde - telkens gekoppeld met de volgende - en indien boven, vier vensters en een balkondeur van gelijke breedte in het midden van de voorzijde; drie vensters, een erker met zijvenster, deur en gekoppelde bovenlichten op beide verdiepingen aan de achterzijde; de bovenwoningen, waarvan de gevel aan de voorzijde iets naar achteren is geplaatst, worden bij het voorbalkon telkens door middel van een blauw hekwerk van elkaar gescheiden.
Het teruggerooide poortgebouw telt aan de voorzijde drie vensterassen en aan de achterzijde zeven, waarvan de vijf in het midden steeds twee gekoppelde vensters bevatten; te weerszijden van de rechthoekige, eveneens van vensters voorziene poort bevinden zich aan de voorzijde twee enkele ingangen en aan de achterzijde twee dubbele ingangen; ook de zijgevels bevatten vensterstroken.
Beide uiterste winkelwoningen van de bouwstrook bezitten een L-vormige uitbouw in vergelijkbare trant waarin de woningen zijn ondergebracht, met nog een lagere, kubusvormige aanbouw dienende tot werk/bergplaats en voorzien van dubbele stalen deuren.
Reeks arbeiderswoningen met winkels, werk/bergplaatsen en poortgebouw, eerste project van volkswoningbouw waarbij de principes van "de Stijl" zijn verwerkt, tezamen met functionalistische ideeen, waarvoor de strak doorgevoerde gelijke gevelindeling kenmerkend is, en met opvallend sterke horizontaliserende tendensen.
