R.K. Hildegardiskerk

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

Rooms-katholieke KERK, onderdeel van het kerkcomplex St. Hildegardiskerk. De kerk is twee fasen gebouwd: tussen 1890-1892 werden koor, transept alsmede een travee van het schip voltooid naar ontwerp van E.J. Margry. In 1905 werden de overige vier traveeën voltooid.

N.B. De torenspits op de viering van de kerk is verwijderd, evenals het hekwerk rondom de kerk. Het smeedijzeren kruis en de koperen weerhaan zijn van de fronttorenspits gewaaid. Aan het interieur, dat grotendeels de oorspronkelijke stijl heeft behouden, hebben in de loop van de jaren enige aanpassingen plaatsgevonden. Na de Tweede Wereldoorlog werd de doopkapel aan de noordzijde van de kerk als Mariakapel ingericht. In 1965 werd het priesterkoor aangepast volgens het Tweede Vaticaans Concilie. In 1985-86 werd de Hildegardiskapel verbouwd tot dag- en doopkapel. In 1913 werd het harmonium bij de zangtribune vervangen door een orgel, speciaal voor de kerk gebouwd door de firma Maarschalkerweerd & Zoon te Utrecht. Het instrument heeft twee manualen en een vrij pedaal en is gebouwd volgens het mechanische stelsel met een electrische windaanvoer. Dit instrument is niet van rijkswege beschermenswaardig.

Omschrijving

Driebeukige kruisbasiliek met een monumentale voorkerk met fronttoren. De gehele kerk is boven een natuurstenen plint opgetrokken in rode baksteen met natuurstenen sluitstenen, daklijsten, vensteromlijstingen, archivolten, blokken en decoraties. De kerk heeft een ondiepe kelder met gemetselde troggewelven. De verschillende zadel-, lessenaars en puntdaken zijn bedekt met leien. De gevels zijn voorzien van gemetselde steunberen, lisenen en cordonlijsten. De deuren en de vensters zijn van hout. De spitsboogvensters hebben bakstenen venstertraceringen in rayonnante stijl. Het kruis van de kerk wordt gevormd door een schip van vijf traveeën voor het transept en twee traveeën ten oosten daarvan, waar de kerk vijf beuken breed is en wordt afgesloten door een vijfzijdig presbyterium. Op de begane grond bevindt zich hier een arcade van blinde rondbogen. De meest linker boog verleent toegang tot de sacristie. Daarboven per gevelzijde vier gekoppelde spitsboogvormige blindvensters en daarboven alleen op de drie middelste zijden een hoog driepasboogvenster met glas-in-lood. In het westelijke deel van het middenschip een ruime tribune, die oorspronkelijk plaats bood aan ruim 900 zitplaatsen. In het uiteinde van het transept bevinden zich aan weerszijden twee biechtstoelen achter geprofileerde donkere houten deuren. In het exterieur trekt het westfront het meest de aandacht. Hier bevindt zich de voorkerk met een achthoekige fronttoren geflankeerd door twee traptorentjes. Centraal aan de voet van de fronttoren bevindt zich de hoofdingang, gevormd door een portaal met puntgevel en zadeldak. Tegen de spitsboogvormige dagkanten bevinden zich schalken met eenvoudige kapitelen. Hierbinnen een brede dubbele houten deur met diamantblok-vormige cassetten, waarboven een spitsboogvenster met rayonnante tracering en glas-in-lood. De ingang wordt geflankeerd door steunberen. De randen van de puntgevel zijn afgezet met natuursteen en lopen in de punt door in een natuurstenen timpaan met een geabstraheerd engelfiguur, bekroond met een natuurstenen kruis. Op de 'schouders' van de gevel bevinden zich eenvoudige natuurstenen kruisbloemen. In het gevelvlak boven het ingangsportaal bevindt zich een groot spitsboogvenster met centraal in de rayonnante tracering een roosvenster met glas-in-lood. Hierboven wordt de gevel afgesloten door een timpaanvormig front met blindnissen in gotische trant en in het midden bekroond door een trapgeveltje met tussen twee lisenen een klein blind rondlicht. De fronttoren heeft in de klokkenverdieping boogvormige galmgaten en een natuurstenen balustrade. De acht zijden van de eveneens achthoekige torenspits wordt aan de basis bekroond door een 'kraag' van acht puntgeveltjes, voorzien van kruisbloemen op de punt. De torenspits werd oorspronkelijk bekroond door een koperen kruis met haantje. De traptorentjes zijn alleen aan de bovenzijde rond en zijn vlak onder de dakrand voorzien van een tandlijst. De puntdaken van de torentjes worden bekroond met koperen pijnappels. In het bovenste ronde deel van de torentjes bevinden zich drie samengestelde drielichtvensters. Daaronder, in de achthoekige onderbouw, bevindt zich alleen in het voorste gevelvlak een smal spitsboogvenster. De eerste traveeën van de zijbeuken zijn aan weerszijden van de toren hoger opgetrokken en van schilddaken voorzien. De westgevels van deze uitbouwen zijn aan de bovenzijde voorzien een strook bestaande uit zes rondboogvensters. Aan de uiteinden van deze gevels bevindt zich een steunbeer. De noord- en zuidgevel is voorzien van een hoog spitsboogvenster met glas-in-lood doorlopend in een dakkapel. Tussen dit hoger opgetrokken beukdeel en het transept bevinden zich vijf steunberen onder een lessenaarsdak met een klein dakkappel voorzien van een puntdak. Aan de westzijde, in de hoek die het zuidelijke dwarsschip maakt met het middenschip, bevindt zich een toegangspoort van natuursteen met een timpaanvormig front en een dubbele geprofileerde houten deur met smeedijzeren sierbeslag. Aan deze kant, tussen de oostzijde van het dwarschip en de westzijde van de pastorie, bevindt zich een rechthoekige devotiekapel ter ere van de H.Hildegard. Deze was oorspronkelijk toegankelijk via een eigen ingang aan de Verbraakstraat.

Het interieur van de kerk heeft gepleisterde pijlers en muurvelden, die oorspronkelijk met sjablonen waren beschilderd. De spitsbogen, de geringde schalken en vensteromlijstingen zijn uitgevoerd in schoon metselwerk. Het middenschip is gedekt met een houten tongewelf in Tudorboogvorm met geprofileerde houten trekbalken, waarvan de op schinkels en gordingen gedragen beschieting eenvoudig is gepolychromeerd. In het oostelijk uiteinde van het middenschip, boven het presbyterium, bevindt zich een fresco met een afbeelding van de H.Hildegard die een blinde jongen geneest, omringd door witte lelies. In het westelijk uiteinde bevindt zich de orgeltribune, achter een lage balustrade van blindnissen. De koorpartij en de zijbeuken zijn overkluisd met gemetselde kruisgewelven. De wanden van het schip zijn opgebouwd uit drie zones. De eerste zone bestaat uit scheibogen op natuurstenen zuilen. De triforiumzone daarboven heeft drie spitsboognissen per travee. De derde zone wordt gevormd door de lichtbeuk. In de muren van de zijbeuken van het schip zijn op koperen platen de kruiswegstaties geschilderd door de kunstenaar H.Bogaerts uit Boxtel. Op de zijpanelen van de staties, behalve de laatste twee, zijn figuren afgebeeld uit het Oude en het Nieuwe Testament. In de achtste statie, rechts achterin de kerk, is links van het hoofd van Christus de beeltenis van pastoor C.A. Hammer, de eerste pastoor van de kerk, afgebeeld. In de twintiger jaren zijn door de Bossche kunstschilder Frans Kops voor in de kerk, boven de beide zij-ingangen, twee schilderingen aangebracht met respectievelijk rechts een voorstelling van Christus optredend in de tempel en links de Ruiter op het Witte Ros uit het Boek van de Openbaringen. In de kerk is nog de originele polychrome tegelvloer met acanthusmotieven bewaard gebleven en bevinden zich nog gedeeltelijk de oorspronkelijke kerkbanken. De huidige Mariakapel aan de noord-westelijke zijde van de kerk, bestaat uit een wit gepleisterde vijfhoekige absis met, centraal in het middelste gevelvlak, een blindnis met een houten beeld van Maria en Kind door de kunstenaar Sprenger. De flankerende rondboogvensters bevatten gekleurd glas-in-lood. De Hildegardiskapel heeft aan de oostzijde een nis met drie hoge spitsboogvensters voorzien van eenvoudig glas-in-lood. Het wit marmeren altaar met aan het 'voeteneinde' een eveneens wit marmeren sculptuur van St. Hildegardis op haar sterfbed. Het beeld is sober gedecoreerd met Jugendstil bloemmotieven en werd begin deze eeuw geschonken door de Rotterdamse familie Jamin. De rijk met pinakels gedecoreerde eikenhouten preekstoel (1868, Roermonds atelier) met voorstellingen van de vier evangelisten is afkomstig uit de gesloopte St. Eusebiuskerk te Arnhem.

Waardering

Rooms-katholieke kerk St. Hildegardis met goed bewaard gebleven interieur van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt, alsook van belang vanwege stedebouwkundige waarde. De kerk neemt bovendien een belangrijke positie in binnen het oeuvre van de architecten E.J. Margry en J.M. Snickers.

De R.K. St.-Hildegardiskerk (Hildegardisstraat 50, Oude Noorden) is een driebeukige kruisbasiliek met vijfbeukig koor. De toren is voorzien van hoektorentjes en een achtzijdige lantaarn met naaldspits. Deze neogotische kerk kwam in twee fasen tot stand. In 1891-'92 verrezen koor en transept naar plannen van E.J. Margry en na diens overlijden voltooiden A.A.J. Margry en J.M. Snickers de kerk in 1904-'05 met het schip en de toren. De kerk is in 1985-'86 gerestaureerd, de toren in 1988. Tot de inventaris behoren kruiswegstaties (circa 1905, H. Bogaerts), een Maarschalkerweerd-orgel (1913) en een uit de kleine Eusebiuskerk te Arnhem afkomstige preekstoel (1867, J. Oor; geplaatst 1990). Bij de kerk horen een pastorie (Hammerstraat 20; circa 1900, A.A.J. Margry), de R.K. St.-Jansschool voor jongens en het St.-Joseph Patronaatshuis (Hammerstraat 15; circa 1910) en een klooster met meisjesschool (Hammerstraat 61-89; circa 1920).

Adres

Hildegardisstraat 50
3036 NX Rotterdam

Openingstijden

Website

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0