SBB Keramiekschool (voormalige ambachtsschool)

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

In 1910 wordt de AMBACHTSSCHOOL voor Gouda en Omstreken opgericht. Begin jaren dertig ontwerpt de Haagse architect Jos Duijnstee een nieuwe behuizing voor de school met erfafscheiding en met bijbehorende conciergewoning in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid. De school verhuist in 1932 naar de Graaf Florisweg 64.

De tegeltableaus in het tochtportaal zijn in 1910-1935 en 1939-1940 vervaardigd door Goedewaagen en ontworpen door een toenmalige docent van de school, W. Hogervorst. Ook een deel van het glas-in-lood is van zijn hand. Dit glas-in-lood werd in 1932 door oud-leerlingen aangeboden.

N.B. Oorspronkelijk was boven de hoofdentree in getrokken ijzerwerk de naam 'Ambachtsschool' in Amsterdamse School-stijl aangebracht. Bij enkele vensters zijn de stalen kozijnen en ramen vervangen door aluminium of kunststof. Van de bescherming van rijkswege zijn tevens de vernieuwde tochtdeuren en verlaagde plafonds in het interieur uitgesloten.

In 1997 heeft een renovatie/verbouwing plaatsgevonden, waarbij onder meer de interne indeling licht is gewijzigd. Hierbij is onder meer het rechter hoekpaviljoen en de (achter)kopgevel van de rechtervleugel verbouwd.

Omschrijving

Het nagenoeg symmetrische schoolgebouw is vanuit een H-vormige plattegrond opgetrokken en bestaat uit drie bouwlagen onder samengestelde schilddaken met overstek. Parallel aan de Graaf Florisweg ligt het hoofdvolume met aan weerszijden de vooruitspringende hoekpaviljoens en aan de achterzijde twee langgerekte zijvleugels. Op deze wijze is een groot binnenterrein aan de achterzijde van het hoofdvolume ontstaan. Het voorplein wordt door een erfafscheiding met hek afgesloten.

De betonnen skeletbouw heeft bakstenen gevels, waarbij zowel het vrij hoge trasraam als de overige delen in Noors verband zijn gemetseld. De dakoverstekken zijn uitgevoerd met houten bakgoten. De boven de dakvoet uitgemetselde gevels zijn afgesloten met grèsranden.

De schilddaken zijn gedekt met rode, verbeterde Hollandse pannen met op de nok een aantal bakstenen schoorstenen; de langsschilden van het hoofdvolume en de vleugels worden aan de achterzijde (binnenterrein-zijde) doorsneden door langgerekte, lage dakkapellen. In de kapellen bevinden zich reeksen vensters met samengestelde kozijnen. De gevels worden geleed door reeksen rechtgesloten vensters bestaande uit langgerekte, horizontale gevelopeningen, waarin samengestelde stalen kozijnen met meerdelige stalen ramen geplaatst zijn; deze ramen liggen vrijwel vlak in het gevelvlak, in ondiepe negge. De gevelpuien worden doorsneden door de betonnen, hier niet ommetselde kolommen van de constructie. Alleen bij de vensters, die zich ter hoogte van het trasraam bevinden zijn de kolommen ommetseld. Vaste ramen worden gecombineerd met klepramen. Door de variatie in dikte van de stalen roeden wordt de horizontaliteit sterk benadrukt. De lekdorpels bestaan uit smalle, nauwelijks uitstekende grèstegels.

De nagenoeg symmetrische voorgevel op U-vormige plattegrond bestaat uit het langgerekte middendeel van het hoofdvolume en de twee vooruitspringende hoekpaviljoens. Het middendeel valt op zijn beurt uiteen in een deel met reeksen vensters en aan weerszijden daarvan verticale, risalerende delen, waarin zich de entree en de trappenhuizen bevinden; deze geveldelen zijn alle - in verschillende hoogten - boven de dakvoet uitgemetseld.

Het middendeel van de voorgevel heeft drie vensterreeksen geplaatst tussen vertikale betonnen kolommen. De vensters op de eerste bouwlaag bestaan uit twee horizontale reeksen gevelopeningen, die doorsneden worden door een doorlopende, uitkragende, betonnen lijst: boven de lijst bestaan de vensters uit tien tweedelige ramen en onder de lijst uit driedelige ramen. Deze laatste ramen bestaan uit twee kleine delen aan weerszijden van een langgerekte grote ruit in het midden. Onder de lijst zijn de betonnen kolommen ommetseld en maken zo deel uit van het donkere trasraam. De tweede en de derde bouwlaag hebben vensters met vijftien tweedelige ramen - en geheel links negen. Links en rechts van dit middendeel bevindt zich een samel geveldeel onder een lager geplaatste uitkragende daklijst met in iedere bouwlaag verticaal geplaatste vensters met vaste ramen met een klappend deel. In de hogere verticale, risalerende delen bevinden zich langgerekte, smalle gevelopeningen, waarin stalen kozijnen met glas-in-lood geplaatst zijn. Rechts is het verticale accent het sterkst, omdat hier de hoofdentree geplaatst is en bovendien een hoge, zelfstandige traptoren (met uurwerk) is opgetrokken. Deze traptoren bestaat uit diverse inspringende onderdelen, die zelfstandig afgesloten worden met grèsranden en betonnen dekplaten. Bovendien bevindt zich decoratief getrokken ijzerwerk langs de gevels van de toren, dat in stijl herinnert aan de Amsterdamse School.

De entreepartij wordt overluifeld door een fors betonnen overstek, dat op betonnen consoles rust. De bakstenen stoep bestaat uit drie treden en wordt geflankeerd door een trapsgewijs aflopend muurtje. De deur is niet origineel.

De lagere, vooruitspringende hoekpaviljoens zijn nagenoeg symmetrisch. In de kopgevels, die afgesloten worden met een overstek, bevinden zich reeksen van drie vensters. In de eerste laag bestaan de vensters uit drie ramen (in het trasraam) onder een doorlopende lijst en daarboven drie samengestelde ramen, die doorsneden worden door de betonnen constructie. In de bovenste laag zijn de vensters smaller. De deur in het rechter paviljoen is niet origineel (aangebracht ter plekke van een venster). De binnengevels aan het schoolplein zijn boven de dakvoet opgetrokken. Er bevinden zich drie reeksen vensters, waarvan de onderste reeks onder een doorlopende lijst. De binnengevel van het linker paviljoen is recent voorzien van dubbele deuren.

De rechterzijgevel van het schoolgebouw bestaat van links naar rechts uit het hoekpaviljoen, het middendeel waarin een entree geplaatst is, en de ten opzichte van het middendeel iets inspringende, langgerekte zijvleugel. De gevel van het hoekpaviljoen is geleed zoals de binnengevel (aan het schoolplein). Het middendeel bestaat uit een risaliet van drie traveeën onder een dwarsgeplaatst schilddak; de middenas van de risaliet doorsnijdt het dak. Op de begane grond bevindt zich een entree aan een bakstenen stoep van twee treden met daarlangs een bakstenen muur en ter hoogte van de entree twee haaks geplaatste muurtjes; de entree met vensters is geplaatst onder een betonnen luifel, die over de gehele breedte van de risaliet doorloopt. Links daarvan is een dubbele deur geplaatst. In de oksel van de risaliet en de achtervleugel is een uitbouw van één laag met een plat dak gerealiseerd. Hierin zijn onder en boven een lijst vier vensters gerealiseerd. Het dak is afgewerkt met grèsranden. De gevel van de achtervleugel bevat langgerekte reeksen vensters, die afgewisseld worden door enkele verticale assen. Er is een - over vrijwel de gehele lengte doorlopend - dakoverstek. Van het middendeel tot de tweede as is de gevel geleed als de voorgevel; de gevel van de eerste as is lager opgetrokken. In de tweede as bevindt zich op de begane grond een dubbele deur. Vanaf de tweede as bestaan de vensters op iedere bouwlaag uit identieke reeksen gevelpuien. Een derde as - net als de eerste lager opgetrokken - sluit de gevel af.

De achtergevel van het hoofdvolume heeft een middenrisaleert. Aan weerszijden van deze risaliet bevinden zich op iedere verdieping reeksen horizontale vensters. De horizontale vensterstrips in de risaliet zijn ongeveer de helft van de standaard vensterhoogte en bevatten reeksen van vier tweedelige ramen.

De binnengevel van de rechterzijvleugel valt eveneens in drie delen uiteen. Rechts van het hoger opgetrokken externe trappenhuis bevindt zich een gevel zonder hoogteverschillen - met een doorlopend overstek. De gevelgeleding komt in grote lijnen overeen met de achtergevel. Er bevinden zich twee dubbele deuren. Een verticale as doorbreekt de horizontaliteit en bevat op de verdiepingen smalle vensters met enkele ramen. Links is een deel van de gevelpui vernieuwd met kunststofkozijnen en een nieuwe deur, die niet betrokken zijn bij de bescherming. Deze gevel is op de kop verlaagd. In deze laatste travee bevinden zich vensters met meerdelige ramen. De binnengevel van de linkerzijvleugel bestaat wederom uit drie onderdelen. Het eerste deel is een voortzetting van de gevelgeleding van de achtergevel van het hoofdvolume. Vervolgens is er een terugliggende, grotendeels blinde gevel met op de eerste bouwlaag een uitbouw (in de lijn van de bestaande gevel). Net boven deze uitbouw is een horizontale gevelopening met een reeks van respectievelijk drie en vier ramen geplaatst. De uitbouw heeft een plat dak en een reeks van vier vensters. Het derde deel van de vleugel bestaat uit een twee bouwlagen hoog gymnastieklokaal. Het schilddak heeft een overstek. De bakstenen gevel op de eerste laag is aan weerszijden van de reeksen met vensters opgetrokken tot onder de goot. De vijf vensters op de tweede bouwlaag zijn geplaatst in betonnen gevels. In de eerste laag bevinden zich drie dubbele deuren, die voorzien zijn van drie ruiten met horizontale roeden.

Het INTERIEUR van de school heeft de oorspronkelijke indeling grotendeels behouden. Het interieur bestaat uit een begane grond, twee verdiepingen en een zolder. De indeling van het hoofdgebouw op de begane grond is gewijzigd. Hier bevindt zich onder meer de directeurskamer, die met een houten lambrizering is uitgevoerd. Op de verdiepingen bevinden zich telkens drie lokalen. De zijvleugels hebben aan de binnenterreinzijde lange, doorgaande gangen waarlangs de lokalen liggen. De hal is voorzien van betegelde lambrizering, tegeltableaus en schilderingen (de laatste vanaf 1944 aangebracht). In de hal bevindt zich een halfronde, houten portiersloge. In het sobere trappenhuis valt met name het glas-in-lood in de traplichten op. Het glas verbeeldt de verschillende ambachten waarvoor de school opleidt.

Het plein voor de school wordt afgesloten door een ERFAFSCHEIDING bestaande uit een smeedijzeren hek tussen bakstenen pijlers en staande op een bakstenen plint. Het ijzeren entreehek met dubbele draaivleugels is geplaatst tussen twee hoger opgemetselde pijlers bekroond door een smeedijzeren lantaarn. Tussen de school en de woning bevindt zich eveneens een ijzeren hek met dubbele draaivleugels.

Waardering

De ambachtsschool met bijbehorend interieur en interieur is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde.

De school is van cultuurhistorisch belang als uitdrukking van een functie en een type school.

De school is van architectuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van een bouwstijl en -tijd en vanwege de hoofdvorm, de detaillering en het materiaalgebruik.

De school heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de markante ligging - als vrijstaand complex - langs de Graaf Florisweg, de ruimtelijke relatie met de overige complexen aan deze weg en de ruimtelijk-functionele en visuele relatie van de school met de woning.

De school is nagenoeg gaaf in hoofdvorm, detaillering, materiaalgebruik en interieur.

Adres

Graaf Florisweg 64
2805 AM Gouda

Openingstijden

Website

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0