Schouwburg Kunstmin

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

Op initiatief van de Dordtse Vereeniging "Kunstmin" gebouwde SCHOUWBURG uit 1889, naar ontwerp van architect J. Verheul Dzn.(1860-1948) in de stijl van de Neo-Hollandse Renaissance, in 1938-1940 inwendig gewijzigd en uitgebreid naar ontwerp van architect Sybold van Ravesteijn (1889-1964). Van Ravesteijn bouwde aan de oostgevel een nieuwe entreepartij, en richtte de voormalige ingangspartij en foyer tot feestzaal (kleine zaal) in. Het interieur werd naar zijn ideëen verbouwd in een Organische bouwstijl met invloeden van de Barok. De schouwburgzaal (grote zaal) werd met een derde verkleind en zodoende geschikt gemaakt voor toneeluitvoeringen. De zaal werd rondom voorzien van een ruime foyer. De plastische ornamenten in de gangen en zalen werden vervaardigd door Johan Uiterwaal (1897-1972), terwijl de muurschilderingen in de gang van de hand van Agnes Canta zijn.

In 1975 werd de kleine zaal gesloopt en is naar ontwerp van architect Schamhart een multifunctionele ruimte met een kleine zaal, filmzaal, foyer en lift ingebouwd. In 1993-94 werden deze verbouwingen ongedaan gemaakt, toen de schouwburg werd uitgebreid door het bureau Rouw en de Kock. Hierbij is de entreepartij deels ingericht tot theatercafé, achter de entree een nieuwe, eenlaags filmzaal gebouwd en aan de achterzijde de toneeltoren uitgebreid. Het interieur werd zoveel mogelijk in de stijl van Van Ravesteijn ingericht. De schouwburg staat schuin ten opzichte van de St. Jorisweg en is enigszins teruggerooid zodat aan de voorzijde het troittoir overgaat in een plein dat aan de rechterzijde wordt geflankeerd met een plantsoenstrook.

Omschrijving

Het oorspronkelijke volume van de schouwburg heeft een rechthoekige plattegrond en is voornamelijk opgetrokken in schone, met speklagen doorsneden baksteen over twee bouwlagen met kaplaag onder een samengesteld dak. Het middendeel heeft een zadeldak en aan weerszijden lessenaarsdaken, het achterste deel van het zadeldak is hoger (de toneeltoren). De schouwburg heeft rechthoekige en boogvensters aan de bovenzijde voorzien van segmentbogen met gestucte hoek- en sluitstenen of met rondbogen van rode verblendsteen. De gevels zijn verlevendigd met gepleisterde banden, diamantknoppen, cordonlijsten, krulmotieven en gebeeldhouwde koppen.

De zeven-assige voorgevel heeft een hardstenen plint, een hardstenen cordonlijst die de onderdorpels van de vensters op de begane grond vormt, een brede, geprofileerde cordonlijst ter hoogte van de verdiepingsvloer en een brede, geprofileerde gootlijst. Op de hoeken uitgemetselde één-assige risalieten. De vensters op de begane grond zijn geplaatst onder segmentbogen met gestucte hoekstenen en diamantkopvormige sluitstenen en met metselwerk in de boogtrommels, de vensters op de verdieping staan in teruggemetselde rondboogvlakken met gestucte aanzet- en sluitstenen. De vensters hebben ijzeren kozijnen. De middenas heeft smalle dubbele deuren met twee zijlichten, die alle zijn geplaatst onder één segmentboog. Aan weerszijden van deze voormalige hoofdentree staan twee grote, rechthoekige vensters. De identieke hoekrisalieten hebben dubbele deuren met hardstenen traptreden. Op de verdieping in het midden een rondboogkozijn met twee zijramen en in de kap een grote dakkapel met klauwstukken met krulmotieven en twee smalle rondboogvensters geflankeerd door stenen vazen. Daarboven staat een vierkante gevelsteen met reliëf en een gebeeldhouwde kop, bekroond met een timpaan en een grote vaas met decoratieve piron. Aan weerszijden nog een kleine dakkapel met pironbekroning en tweedelig venster.

De verdieping heeft aan weerszijden van de middenas twee grote, rechthoekige vensters en in beide hoekrisalieten een rondboogvenster met een bovendorpel van rode verblendsteen en aan weerszijden een rechthoekige nis. Boven de nissen en in het rondboogvlak een rondgemetseld motief met gestucte diamantknoppen. In de kap op beide hoeken een dakkapel met tweedelig rondboogvenster, kleine klauwstukken met krulmotieven en een kroonlijst. De dakkapel heeft een schilddak bekroond met decoratieve piron.

De rechter zijgevel (oostzijde) heeft links een vier-assig, hoger opgaand geveldeel en ter plaatse van de voormalige negentiende eeuwse veranda, een eenlaagse aanbouw van staal en glas, waarin de huidige hoofd- en een zijentree en tenslotte de aangebouwde filmzaal. Het eerste deel heeft op de begane grond twee rondboogvensters met aan weerszijden een groot venster onder segmentboog. De verdieping heeft hier twee vierkante vensters met aan weerszijden een rondboogvenster, geplaatst in een teruggemetseld rondboogvlak. De gevelverlevendiging is gelijk aan die van de voorgevel.

De aanbouw uit 1938-1940 beslaat een halve cirkel waarvan het middelst deel is verhoogd met raamstroken met ijzeren kozijnen. Het geheel heeft een plat dak met mastiekdekking. De aanbouw heeft een gemetseld trasraam waarop grote vierkante ramen rusten, geplaatst in ijzeren kozijnen. De hoofdentree heeft een royaal natuurstenen bordes met twee traptreden. Boven het gehele bordes een luifel met afgeronde hoeken die steunt op ijzeren kolommen, die zijn bekleed met brons. De slanke kolommen staan in grote ronde betonnen basementen met een marmeren dekplaat. De entree heeft zes naar voren geschoven, dubbele stalen deuren met aan weerszijden twee ramen met ijzeren roeden in de vorm van een staande ellips met twee ringen. Achter de deuren een glazen tochtportaal en nog een reeks van vier dubbele deuren. De zij-entree heeft drie dubbele deuren en een kleine luifel. Het eveneens natuurstenen bordes heeft twee traptreden en op beide hoeken een betonnen basement met een grote bal. De zolder heeft nog diverse korfboogramen met aan de binnenzijde een steekvenster met geprofileerd lijstwerk.

In de gemetselde zijgevel bevinden zich op de verdieping nog een reeks van drie ijzeren rondboogvensters met decoratieve roedenverdeling en drie vensters met houten schuifkozijnen, geplaatst onder segmentbogen. Geheel rechts heeft de verdieping vier dubbele deuren met bovenlichten onder segmentbogen.

De linker zijgevel heeft op de verdieping een gelijke gevelindeling. De begane grond heeft diverse dichtgemetselde vensters. In het achterste deel zijn vier tweedelige souterrainvensters en op de begane grond twee smalle en drie dubbele vensters met kruisramen geplaatst. Geheel links dubbele deuren.

De achtergevel heeft halverwege twee kleine vierruits vensters en bovenin drie kleine, tweedelige vensters, alle met houten kozijnen onder hanenkammen en met hardstenen onderdorpels.

Het interieur wordt gekenmerkt door golvende lambrizeringen en trappen van geaderd wit marmer, kersenhouten deuren en wanden en verchroomd hang- en sluitwerk. Qua vorm overheerst het golvend lijnenspel dat terug komt in de rondboogvormige deuren, gebogen traptreden en vide-openingen, afgeronde hoeken en in de speelse, stalen trapbalustrades. De glasdeuren hebben gegolfde raamomlijstingen. Op diverse plaatsen witte melkglazen lampen met afbeeldingen van vogeltjes en met krulmotieven omgeven sierlijk stucwerk met zeepaardmotieven. Vanaf de entree bieden vier dubbele glasdeuren toegang tot de foyer. De wanden van de foyer zijn betegeld met diagonaal geplaatste houten tegels tot aan de gestucte plafonds. Aan weerszijden van de grote zaal leiden gebogen marmeren trappen naar boven. De dubbele rondboogdeuren naar de zaal zijn voorzien van enkele marmeren treden, de hoeken van het stucwerk worden met houtwerk beschermd. Langs de zijwanden garderobes met ijzeren kapstokken en een stucplafond met vissen en zeemeerminnen. In de wanden zijn diverse nissen aangebracht waarin gipsen beelden staan. Bij de hoofdentree liggen marmeren vloerplaten, in het restaurant een parketvloer. Op diverse plaatsen in de aanbouw heeft het stucplafond reliëfstukken met balletbenen, schelpmotieven en gemaskerde figuren omgeven met golvende, sliertige lijnen.

Het zaaloppervlak van de grote zaal loopt taps toe in de richting van het toneel. Aan weerszijden van het podium wit gepleisterde wanddelen met twee loges die zijn geplaatst op twee niveau's. De uitbollende logebalustrades zijn gedecoreerd met reliëfs van engeltjes, schapekoppen, schelpen en Venusfiguren. De zaalwanden hebben een mahoniehouten lambrizering met een golvende bovenrand. De bovenzijde is afgezet met een gedraaid koord. Langs alle wanden een koperen plint. De wanden zijn betegeld met poreuze, gebakken tegels die overhoeks zijn gezet met brede kraalvormige witte voegen. Zeven bij zeven tegels vormen een vierkant met op de hoeken witte gipstegels met reliëfornamenten.

In beide zijwanden bevinden zich twee ingangen en achter in de zaal een achteringang. De zich bij het podium bevindende entrees bestaan uit rechtgesloten dubbele deuren onder een houten plafonnetje. Langs de bovenzijde ligt een gebeeldhouwde Venus in een schelp omgeven door een golvend lijnenspel in reliëf. De verder naar achter staande dubbele deuren zijn rondboogvormig en geheel in de houten lambrizering opgenomen. De deur in de achterwand heeft een gipsen latei met golfmotieven.

Tegen het naar achter oplopende plafond is een decoratief lijnenspel van stucprofiel aangebracht dat op bepaalde punten is verrijkt met reliëfstukken. Bij een langgerekt, ovaal galmgat zijn harp en trompet aangebracht, bij de twee kleinere galmgaten een dolfijn met spelend kind en golvende lijnen. Het plafonddeel voor het podium is gestuct en voorzien van koperen sterren waarin de lampen zijn geplaatst. De rest van het plafond is grofkorrelig gestuct en grijsgroen van kleur. Diverse bolle lampen waarvan de geprofileerde omlijstingen onderling zijn verbonden. Achter in de zaal bevindt zich een balkon over de gehele zaalbreedte. Het balkon wordt ondersteund door twee kolommen met Ionisch kapiteel. De bol gewelfde borstwering heeft op beide hoeken een Venusfiguur en in het midden een groot stucwerk van een godenfiguur met hert en allerlei muziekinstrumenten. De onderzijde van het balkon is grofkorrelig gestuct en grijsgroen van kleur. Ook hier koperen sterren met daarin de lampen. In de zaal staan nog de originele stoelen met verchroomd buiswerk en armleggers van bronskleurig bespoten hout. De stoffering is vernieuwd.

Waardering

De schouwburg is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de stedenbouwkundige waarde.

- De schouwburg is van cultuurhistorisch belang als een representatief voorbeeld van een negentiende-eeuwse schouwburg die in de jaren dertig op zorgvuldige wijze is aangepast aan de eisen van de tijd, met een grote betekenis binnen het culturele leven van Dordrecht.

- De schouwburg is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteiten van de ontwerpen van Verheul en van Van Ravesteijn, vanwege de bijzondere detaillering en de materiaaltoepassing en vanwege de plaats die het gebouw inneemt in de oeuvres van deze architecten. Het interieur heeft daarbij zeldzaamheidswaarde als een van de weinige, goed bewaard gebleven ontwerpen van Van Ravesteijn

- De schouwburg heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de prominente situering in de negentiende eeuwse-schil van Dordrecht.

- De schouwburg is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de ruime mate van gaafheid van in- en exterieur.

Adres

Sint Jorisweg 76
3311 PL Dordrecht

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0