Station Enkhuizen

Horizontal tabs

Beschrijving

Omschrijving

KOPSTATION op een T-vormig grondplan, dat bestaat uit drie onderdelen die corresponderen met de drie aaneengesloten bouwvolume waaruit het deels onderkelderde kopstation is samengesteld. Van noord naar zuid hebben de bouwvolume respectievelijk een vrijwel vierkante, een vierkante en een rechthoekige plattegrond. Laatst genoemde bouwvolume staat haaks op de twee voornoemde bouwvolumen. Het zuidelijke bouwvolume en het middelste bouwvolume, waarin zich de stationshal bevindt, bestaan uit begane grond en kapverdieping en hebben een gezamenlijke uit afgeknotte schilddaken samengestelde kap met aan de voor- (O) en achterzijde (W) drie dakkapellen. Een van de dakkapellen aan de achterzijde heeft een met lood bedekt schilddak met piron, de overige dakkapellen hebben een pangedekt lessenaardak en met zink beklede zijden. Het noordelijk bouwvolume bestaat uit begane grond, verdieping en kapverdieping, onder een afgeknot schilddak met dakkapellen onder zadeldak en drie gemetselde schoorstenen in rode baksteen. De zadel-, de lessenaars- en de afgeknotte schilddaken, zijn bedekt met rode en zwarte Kruispannen in ruitpatroon.

Aan de gehele zuidzijde en links aan de achterzijde (W) heeft het station een overkapping. De overkapping aan de achterzijde bestaat uit een deels houten dak dat rust op ijzeren draagbalken en drie gietijzeren kolommen met korintisch kapiteel. De overkapping met zadeldak aan de zuidzijde heeft nog twee originele gietijzeren kolommen met ionisch kapiteel (de overige vier kolommen zijn kopieën) en een ijzeren trekstangconstructie.

Het muurwerk van het kopstation is opgetrokken in rode baksteen boven een natuurstenen plint, waarin ter decoratie speklagen in rode en grijze baksteen zijn aangebracht. De decoratie bestaat voorts onder meer uit ontlastingsbogen boven deuren en vensters, zandstenen aanzet- en sluitstenen in de ontlastingsbogen, metselmozaïek in rode en grijze baksteen in de spaarvelden van de ontlastingsbogen, vensters met natuurstenen onderdorpels, een vrijwel rondomgaand rondboogfries in twee soorten rode baksteen en zandsteen langs de houten kroonlijst, een fries ter hoogte van de verdiepingsvloer van het noordelijk bouwvolume in rode en grijze baksteen, twee natuurstenen cordonlijsten die voornoemd fries inkaderen, een zandstenen gevelsteen met het jaartal 1886 en zandstenen accenten aan de middenrisaliet van het centrale geveldeel aan de voorzijde (O), zandstenen lateien en onderdorpels in de vensteropeningen van de dakkapellen onder zadeldak van het noordelijk bouwvolume en in zandsteen uitgevoerde detaillering aan de basis van voornoemde dakkapellen.

De vensters op de begane grond van het kopstation hebben in oorsprong een venster met houten kruiskozijn en meerruitsroedenverdeling.

De L-vormige asymmetrische voorzijde (O) bestaat uit drie met de eerdergenoemde bouwvolumen corresponderende geveldelen. Het naar voren springende zuidelijk bouwvolume, links aan de voorzijde, heeft aan de oostzijde en aan de noordzijde één vensteras. Het centrale geveldeel met middenrisaliet heeft een breedte van drie vensterassen. De as in de middenrisaliet bevat een deuropening op de begane grond en heeft een trapgevel ter hoogte van de kapverdieping. De oostgevel van het noordelijk bouwvolume, rechts aan de voorzijde (O), heeft net als de noord- en westgevel van dit bouwvolume, een breedte van drie vensterassen. Alle vier de gevels van het noordelijk bouwvolume hebben een middenrisaliet die bekroond wordt met een licht uit de gevel naar voren komende dakkapel onder zadeldak. Aan weerszijden van deze dakkapellen bevindt zich een klein formaat houten dakkapel met dito luik en een loden dakbedekking met piron.

De centrale vensteras in het middenrisaliet aan de oostzijde heeft op de begane grond een dubbele houten paneeldeur met bovenlicht, op de verdieping een venster en op de kapverdieping een schuifvenster. De vensterasssen aan weerszijden hebben beide op zowel de begane grond als de verdieping een venster. De centrale as in het middenrisaliet aan de noordzijde heeft een deuropening op de begane grond, een venster op de verdieping en een klok op de kapverdieping. De assen aan weerszijden hebben beide op zowel de begane grond als de verdieping een venster. De centrale as in het middenrisaliet aan de westzijde bevat nog een deuropening op de begane grond en een venster met vierruitsroedenverdeling op de kapverdieping. De as ter linkerzijde heeft op zowel begane grond als verdieping een venster. De as ter rechterzijde heeft op de begane grond een deuropening en een venster op de verdieping. Het middenrisaliet aan de zuidzijde heeft een venster op de kapverdieping. Alle voornoemde vensters op de verdieping van het noordelijk bouwvolume zijn houten schuifvensters met een zesruitsroedenverdeling. De L-vormige asymmetrische achterzijde (W) is evenals de voorzijde (O) opgebouwd uit drie met de bouwvolumen corresponderende geveldelen. Links bevindt zich de voornoemde westzijde van het noordelijk bouwvolume met rechts daarvan het centrale geveldeel. Het centrale geveldeel heeft een breedte van vier vensterassen. De buitenste assen bevatten een deuropening. Het naar voren springende zuidelijk bouwvolume, rechts aan de achterzijde, heeft aan de noordzijde een breedte van vijf vensterassen. De meest linkse as bevat een deuropening, de overige assen hebben met houten luiken afgesloten éénlichtsvensters met klein formaat spaarveld en onlastingsboog, zonder zandstenen aanzet- en sluitstenen. Aan de westzijde heeft het zuidelijk bouwvolume twee vensterassen. De zuidzijde van het zuidelijk bouwvolume heeft een breedte van elf vensterassen. De tweede, de vierde, de zesde, de negende en de tiende as bevatten een deuropening.

Het interieur van de wachtkamer eerste klasse, in het zuidelijk bouwvolume, bevat een haard met hardstenen schouw en blauw-witte geglazuurde tegels. Op de schoorsteenmantel boven de haard prijkt het wapen van Enkhuizen. De wachtkamer heeft een houten cassettenplafond met vier, op consoles geschraagde, houten balken.

Het muurwerk aan de achter- (W), linker- (Z) en rechterwand (N) binnen in de stationshal is opgebouwd uit rode baksteen boven een plint bestaande uit witte tegels met een zwarte bovenrand en een natuurstenen voeting. De decoratie van de stationshal bestaat onder meer uit een speklaag met rode en gele geglazuurde baksteen, een floraalmotief in de spaarvelden van de ontlastingsbogen boven de twee deuropeningen in de linker- en rechterwand en langs het plafond heeft de achterwand een tegelfries dat terugkeert tussen de deuropeningen van de linker- en rechterwand.

Drie van de vier deuropeningen die de linker- en rechterzijde tezamen tellen hebben een houten paneeldeur met daarboven een natuurstenen cartouche. Alleen de paneeldeur aan de rechterzijde van de linkerwand en aan de linkerzijde van de rechterwand hebben ijzeren harnassen en glaspanelen. Rechts in de achterwand heeft de stationshal een deuropening onder ontlastingsboog. Het plafond heeft door zandstenen consoles geschraagde houten balken.

Waardering

Het Kopstation is van algemeen belang als historisch-functioneel onderdeel van het beschreven complex (zie complexwaardering).

Het station (Stationsplein 1-2) , een fors kopstation van de spoorlijn naar Zaandam, werd in 1885-'86 gebouwd in neorenaissance-stijl, mogelijk naar ontwerp van M.A. van Wadenoyen. Het tweelaagse stationsgebouw met dakerkers bevat dienstwoningen (verdieping) en in het achterliggende T-vormige eenlaagspand bevindt zich de stationshal. Om de overstap op de stoomboot naar Stavoren te vergemakkelijken, eindigen de sporen tegen de zuidgevel aan de waterzijde. Uit dezelfde tijd dateert de goederenloods (Stationsplein 3) met ver overstekend zadeldak.

Adres

Stationsplein 2
1601 EN Enkhuizen

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0