Den Haag en de Slavernij

Onlangs deed ik mee aan een boottocht en wandeling door Den Haag die in het teken stond van Slavernij. Slavernij in Den Haag? Dat was toch meer iets van de West-Indische Compagnie (WIC), Amsterdam en Middelburg? Daar wilde ik wel het fijne van weten.

Het was een lekker weertje afgelopen zaterdag. Bij de aanlegplek van Ooievaart op de Bierkade maak ik kennis met enkele andere intekenaars, onder andere een journalist van de Amigoe, de krant van Curaçao. Een lunch is inbegrepen in het pakket. In restaurant Werelds, Bierkade 16a, krijgen we lekkere Caribische hapjes: Griti Bana Soep (Surinaams), Johnny Cakes (Bovenwindse eilanden),  Pan Bati (Aruba) en Pastechi (Curacao).

Wereldkaart

Er hangt een geschilderde wereldkaart aan de muur in de kleuren blauw, groen en bruin. Valika Smeulders, onze gids, begint voor de wereldkaart haar verhaal. ‘Ik ben al jaren bezig met slaven en slavernij. Tot nu toe was het voornamelijk een economisch verhaal. Wat mij interesseert: wat betekende het voor de mensen zelf, voor degenen de slaaf gemaakt werden?

Met het Haags Historisch Museum, City Mondial en de Ooievaart heb ik deze trip opgezet. Vandaag is de eerste keer. Op de kaart zie je hoe veel omvattend de slavernij was. Europa op wereldschaal is relatief klein. De slavernij ging over vele werelddelen, van Europa en Azië ( Maleisië , India) tot en met de Amerika’s en de Caraïben.

Columbus ontdekte in 1492 Amerika en, nadat zich de eerste kolonisten zich daar gevestigd hadden, was er de behoefte aan arbeidskrachten. De zeevarende naties, Portugal, Spanje, Engeland en Nederland gingen die ophalen in Afrika en brachten ze naar de Amerika’s,  om ze daar te werk te stellen. 12 miljoen mensen zijn van Afrika naar de Amerika’s gebracht, 5% daarvan op Nederlandse schepen, 250 jaar lang.’

De Bocht van Guinee

‘De samenlevingen in Zuid-Amerika zijn gestoeld op het idee dat zwarte mensen voor niets moesten werken en blanke mensen de baas van die zwarte mensen waren. Mijn ouders komen uit Suriname, ze vertrokken op gegeven moment naar Curaçao en daar ben ik opgegroeid. Ikzelf had een voorouder die meer dan 200 slaven had en een overgrootvader kwam uit China.

In 1863 schafte Nederland de slavernij af. Daarmee was het fenomeen echter niet verdwenen. Via kerken en scholen werd de boodschap verspreid dat zwarte en blanke mensen niet gelijk aan elkaar waren. Dat heeft lang doorgewerkt. Pas in 1990 stelde de UNESCO dat daar een eind aan moest komen onder het motto ‘Breaking the silence’. Onze boot- en wandeltocht van vandaag past daarin.'

We lopen naar buiten naar de brug links. We zien Koos, onze gids op de boot. ‘Hoe heet het hier?’ vraagt Valika.’De Bocht van Guinee’. ‘Inderdaad. Die naam kwam van de zeelui, ze voeren hier door de vaart langs het Zieken Den Haag binnen. Ook in Groningen en Middelburg heb je een Bocht van Guinee en dat zijn ook straten met een bocht erin.

De eerste associatie van Nederland en slavernij zal inderdaad niet Den Haag zijn, maar Amsterdam, want daar zat het kantoor van de WIC, de West-Indische Compagnie.’

Afschaffing slavernij, 1863

‘In Den Haag zat het bestuur, ook de voorloper van de Hoge Raad, toen op het Binnenhof. Van belang omdat mensen uit de koloniën soms rechtszaken daar aanspanden. In Den Haag staat ook het Mauritshuis, gebouwd door Johan Maurits van Nassau Siegen. Deze Johan Maurits begon grootschalig mensen uit Afrika naar Brazilië te brengen.

Nederland had daar territorium afgepakt van de Portugezen, ook in Afrika, aan de Goudkust was dat gebeurd met Fort Elmina. In Brazilië werden suikerplantages aangelegd.’ Ondertussen heeft onze boot al een stukje afgelegd, we bevinden ons bij Uilebomen.     

‘In 1863 schafte Nederland de slavernij af, ook onder druk van Engeland die dat al veel eerder gedaan had, in 1834.‘ Onze boot bevindt zich nu op de Zwarteweg waar Baron van Goltstein woonde die aandelen had in Surinaamse plantages. Hij zat in het parlement en had een liberaal standpunt aangaande de slavernij. ‘ We moeten flink met onze hoofden naar beneden vanwege een lage brug.

Susanna du Plessis

Via Prinsessegracht komen we bij de Koninginnegracht en daarna in de Nieuwe Uitleg. Diverse bewoners in panden waar we passeren blijken met de slavernij van doen te hebben gehad.

Bij het Hilton Hotel stappen we uit en gaan we te voet verder. In het Noordeinde lopen we langs pand nr. 139, waar nu Bodega Sinjoor zit en langs nr. 132 waar nu meubelzaak Byron & Jones gevestigd is. ‘Op 132 zat een van de notarissen die met de financiële afwikkeling van Suriname bezig waren, op 139 Pichot du Plessis, een achternicht van Susanna du Plessis die plantages bezat en een van de wreedste slaveneigenaren was.’

‘Susanna du Plessis had een eigen manier van zakendoen. Ze was streng voor de slaven, er is het verhaal van een slavin die gevlucht was.

Groen van Prinsterer

Rond 1840 waren er in Nederland twee stromingen ten aanzien van het afschaffen van de slavernij. De ene stroming wilde de slavernij afschaffen om economische redenen (minister Baud) en de andere wilde dat ook, maar dan om humanitaire redenen (Groen van Prinsterer).

We zijn in Koninklijk gebied. Bovenop de straatlantaarns bevinden zich kroontjes. In de Kloosterkerk horen we gezang. We gaan even naar binnen en kijken naar het koor. Ik kijk naar beneden en zie oude graven. De Amigoe journalist wijst me op de naam die op een van de graven staat: ‘Gerard van de Schepper, oud Gouverneur Generaal van Suriname 1737-1742’. Dat is in de periode van de slavernij. Wat een coïncidentie!

Valika wijst naar het gebouw van Diligentia. ‘Daar vond in 1841 een vergadering plaats over de afschaffing van de slavernij. Een van de sprekers was Guillaume Groen van Prinsterer, die een vereniging daarvoor had opgericht.’ Het gebouw links daarnaast, nr. 7, blijkt ook een rol in het verhaal te hebben.

Anton de Kom  

‘Daar zat ooit het Ministerie van Marine. Abraham George Ellis was in 1903 minister van Marine. Hij was deels Afrikaans. Zijn moeder was slavin, zijn grootvader was hoogstwaarschijnlijk Gouverneur van Elmina geweest. Hij eindigde heel hoog, als minister. Hij verdedigde de status quo, was een man van de harde lijn en werd zelfs ‘de socialistenvreter’ genoemd. Na zijn pensioen werd hij adjudant van Koningin Wilhelmina.’

We lopen een stukje verder en staan stil bij het gebouw van de Hoge Raad. ‘Hier heeft Anton de Kom heel vaak gezeten, boeken over Suriname bestuderend. Hij schreef het beroemde ‘Wij slaven van Suriname’. De Kom’s vader is van 1863, net voor de afschaffing. Anton de Kom was een eigentijds verzetsstrijder. Hij staat voor het bouwen van bruggen tussen mensen met verschillende achtergronden. Hij was een tijdlang lid van de communistische partij. Zijn leven had een tragische afloop.’    

Mauritshuis

Een stukje verder houden we stil voor het Mauritshuis. ‘Gebouwd door Johan Maurits van Nassau Siegen. Op gegeven moment was het geld voor het afbouwen op. Maurits ging naar de WIC en kreeg daar een positie. Hij regelde het transport van Afrikaanse slaven naar Brazilië. Met het verdiende geld is het Mauritshuis afgebouwd. In het gebouw is ook Braziliaans hout verwerkt.

We staan op het Binnenhof. ‘Elisabeth Samson, een vrije zwarte vrouw heeft hier rond 1840 bij de Hoge Raad een proces gevoerd om haar naam te zuiveren en terug te kunnen gaan naar Suriname. Zij was erg invloedrijk en had vele contacten.’

Een familie in goeden doen

We staan voor het pand Korte Vijverberg nr. 3, het huis van Groen van Prinsterer. ‘Hij heeft veel gedaan voor de afschaffing van de slavernij. Er was een Staatscommissie daartoe ingesteld. Maar van Prinsterer vond het veel te langzaam gaan. Met zijn collega Van Hoëvell stelde hij in 1854 een motie in de Kamer op met de intentie om nieuwe regels in te stellen tegen de uitwassen van de slavernij.   

We zijn op het eindpunt, het Haags Historisch Museum. Daar gaan we nog even twee schilderijen bekijken.  Een familieportret van mr. Willem van den Kerckhoven van Johannes Mijtens (1652). We zien er een familie in goeden doen poseren, Willem van den Kerckhoven centraal en een heleboel familieleden. En rechts van het midden, enigszins in het donker,  zien we een zwart jongetje, die in kunsthistorische geschriften ook wel werd aangeduid als ‘Moorse bediende.’

Op het andere schilderij ‘Het Buitenhof tijdens de Haagse kermis’ van Pothoven, zien we – als we heel goed kijken – in de buurt van de Hofvijver twee zwarte lakeien.

Valika: ‘Een klein detail van de Nederlandse betrokkenheid bij de slavernij.'

Adres

Bierkade 16a
2512 AB Den Haag
Nederland

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1