De VOC

Welvaart en Wreedheid Handel door Oorlog

De geboorte van het kapitalisme De VOC en de Beurs in Amsterdam

Batavia Centrum van handel en macht

ITIN Social

  • Gerard Verbeek
  • Truus Gerritsen
  • Ans Hazenbrouck

Nog geen reacties

De VOC

Introduction

Welvaart en Wreedheid

Internationaal, winstgevend, vooruitstrevend en agressief. Dit zijn de kernwoorden die het beste de in 1609 opgerichte Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) typeren. Vaak bestempeld als eerste multinational ter wereld, beheerste de Nederlandse handelsonderneming niet alleen geografisch een groot gebied, maar heeft de compagnie ook politiek, militair en economisch haar stempel op de wereld gedrukt. Het voornaamste doel van de VOC was het verkrijgen en behouden van de controle over het handelsverkeer in specerijen vanuit Azië. Aangezien de aanvoergebieden al grotendeels in handen waren van lokale koninkrijken of andere Europese machten, met name Portugal, moest de VOC haar kerntaak als handelscompagnie uitbreiden op politiek en militair vlak, met ingrijpende gevolgen voor miljoenen 'inheemsen'. Op zeer agressieve wijze maakte de compagnie gebruik van haar omvangrijke oorlogsvloot en leger om concurrenten te vernietigen of heersers tegen elkaar uit te spelen en via het politieke spel een machtig handelsnetwerk te vestigen met verreikende tentakels. Als er niet werd meegewerkt of als volken simpelweg in de weg zaten, schrok het bestuur in Batavia er niet voor terug hele bevolkingsgroepen uit te laten roeien. De invloed van de handelsonderneming deed zich gelden van India tot aan Japan, van wetenschap tot oorlog.


De handel zelf werd door een relatief klein aantal mensen ingevuld. Op het toppunt had de VOC zo’n 25.000 mensen in dienst, waarvan het merendeel actief was in andere gebieden. De ambtenaren van de compagnie beheersten het bestuur en rechtspraak in de door de VOC gecontroleerde gebieden. De marine en leger voerde oorlog aan de lopende band en zendelingen verrichten taalonderzoeken om de lokale bevolking aan zich te binden, vaak via bekering tot het christelijke geloof. In het moederland werkten duizenden mensen in de scheepswerven, touwmakerijen en kuiperijen. Na een lang proces van achteruitgang kwam er in 1795 een einde aan deze unieke onderneming die op zo'n ingrijpende wijze haar rol als handelsonderneming heeft uitgebreid als agent van bestuur, recht en geweld.

De geboorte van het kapitalisme

Naast de inzet van politiek en geweld door de VOC, was de wijze waarop de compagnie haar financiering bestierde van doorslaggevende betekenis voor haar succes. Niet voor niks groeide de thuisbasis van de VOC, Amsterdam, in korte tijd uit tot het centrum van de financiële wereld en bakermat van het moderne kapitalistische systeem. De compagnie was het eerste bedrijf in de wereld dat aandelen uitgaf, die bovendien verhandeld konden worden. Zo konden de risico’s laag worden gehouden en de marges hoog. De naamloze vennootschap, of NV, was geboren. De rijkdom die de VOC creeërde, leidde tot een ongekende groei van de Nederlandse Republiek op economisch, cultureel en wetenschappelijk gebied. Het centrum van alle bedrijvigheid was de Amsterdamse Effectenbeurs, waar dagelijks werd gehandeld in de aandelen van de VOC en de alsmaar groeiende stroom aan naamloze vennootschappen. Om alle steeds complexer wordende geldstromen te controleren richtte de stad Amsterdam in 1609 de Amsterdamsche Wisselbank op, waaruit het ‘bankgeld’ ontstond. Voorheen was de waarde van geld gekoppeld aan de intrinsieke waarde van het edelmetaal waaruit de veelvoud aan regionale en nationale munten bestond. Door alle munteenheden te accepteren en te koppelen aan de waarde in Nederlandse guldens werd de waarde van het vermogen van rekeninghouders gegarandeerd en stond de Amsterdamsche Wisselbank bekend als zeer betrouwbaar. Hierdoor werd de bank een monetair toevluchtsoord voor heel Europa, waar de waarde van geld nog wel was gekoppeld aan ander geld in circulatie. Dit concept van bankgeld stond aan de basis van het centraal bankieren en maakte transacties van steeds grotere complextiteit op steeds grotere schaal mogelijk. Het opende echter ook de deur naar inflatie en hyperinflatie. Geld is immers niet meer het metaal waard waaruit het is gemunt waardoor het als het ware uit het niets gecreeërd kan worden. Dit kan rampzalig zijn als banken niet genoeg vermogen in kas hebben om rekeninghouders met harde munt uit te betalen, zoals we hebben gezien na de financiële crisis van 2008. 

Batavia

Het centrum van alle activiteiten van de VOC in Azië was Batavia, tegenwoordig de Indonesische hoofdstad Jakarta. De eerste Nederlanders die naar Azië reisden arriveerden in het Javaanse stadje Jayakarta in 1598. In 1619 leidde Jan Pietersz. Coen een aanval op de stad waarna hij de bewoners verdreef en de restanten van Jayakarta in de as legde. Onder de nieuwe naam Batavia groeide de stad uit tot hét handelscentrum  en stapelmarkt van de regio en een van de mooiste steden in Oost-Azië. Batavia werd de spil in het web van alle handelsroutes van Azië naar Europa en binnen Azië. De goederen afkomstig uit het omvangrijke netwerk van de VOC aan handelsposten en factorijen, van India tot aan Japan, werden eerst naar Batavia verscheept en vervolgens naar Europa. Door deze rol van stapelmarkt wist Batavia gedurende de zeventiende eeuw ook het centrum van de interne Aziatische handel te worden.

Ondertussen groeide de stad uit tot een Europese modelstad in de Oost. Volgens de nieuwe Nederlandse bouwtrends werden de straten volgens een schaakbordpatroon gebouwd en kreeg Batavia in 1646 een grachtenstelsel. In 1667 werden bamboehuizen binnen de stad verboden en verrezen er steeds meer buitenhuizen en priëlen voor de Europese elite. Toch maakten de Europeanen maar één procent van de bevolking uit. Batavia was nooit gesticht met de bedoeling een vestigingskolonie te worden, maar was alleen bedoeld als handelspost en bestuurscentrum. Aangezien er maar weinig Nederlandse gezinnen in Batavia terechtkwamen en er relatief weinig Nederlandse vrouwen waren, kreeg de stad een zeer gemêleerde bevolking. Nederlandse mannen kregen kinderen met Aziatische vrouwen, waaruit de zogenoemde mestiezen ontstonden, later bekend als Indo-Europeanen. Hiernaast waren er Portugees sprekende Aziatische christenen, oftwel de Mardijkers, Chinezen, Javanen, Arabieren en handelslieden uit India en Indo-China.

 

De vergaarde rijkdommen die met de handel door de VOC gepaard gingen leidden tot een steeds rijker wordende Nederlandse en Europese elite, die een steeds groeiende schare aan huisslaven hielden. In de achttiende eeuw bestond de Bataafse bevolking zelfs voor zestig procent uit slaven.

 

Vanaf de achttiende eeuw liepen de rendementen van de handel terug en verloor Batavia geleidelijk haar voorname positie. Langzaam trokken de Engelsen, die vanuit India opereerden, de handel naar zich toe, die bovendien de goederen voortaan rechtstreeks naar Europa verscheepten in plaats van deze eerst in een stapelmarkt als Batavia te concentreren. In 1795 was de rol van de VOC in Azië definitief uitgespeeld met de nationalisering van de onderneming en dus het overgaan van Batavia in de handen van de Nederlandse staat. Gedurende de negentiende eeuw bleef de stad qua inwonersaantal explosief groeien, tot bijna een miljoen ten tijde van het vertrek van de Nederlanders in 1949. Sindsdien is het hernoemde Jakarta als de hoofdstad van Indonesië blijven groeien naar bijna tien miljoen inwoners anno 2015.

De VOC als agressieve handelsonderneming met wijdverspreide tentakels. Dé bakermat van het kapitalisme en kolonialisme.

Jaar:
1609 / 1795
Circa:
Nee

Adres

Oude Hoogstraat 24
1012 CE Amsterdam
Nederland

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0